Nachtvlinderjaar 2018
De VlinderstichtingAls we de NDFF en Noctua bekijken, databestanden waarin de waarnemingen van nachtvlinders worden opgeslagen, dan kunnen we twee volgordes hanteren: die gerangschikt op het aantal waarnemingen en die gerangschikt op het aantal doorgegeven individuen. Die twee lijsten variëren nogal.
De nachtvlinder top vijf van getelde individuen wordt trots aangevoerd door de eikenprocessierups met maar liefst ruim 238.000 exemplaren en op de tweede plek prijkt de kastanjemineermot met ruim 185.000 stuks. Deze twee soorten worden niet als vlinder gezien, maar als rups of mijn (het spoor dat een rups maakt in een blad, zie leadfoto). Geen wonder dus dat deze bovenaan eindigen, want een nest van de eikenprocessierups bestaat uit honderden rupsen en een kastanje die flink is aangetast heeft duizenden mijnen van de kastanjemineermot.
De eerste nachtvlinder die in 2018 als vlinder het meest is gezien, is de gamma-uil. Deze trekvlinder komt in het voorjaar Nederland binnen en plant zich hier voort. De nakomelingen vliegen in zomer en nazomer en dan kan het gaan om flinke aantallen. In de top vijf die is gerangschikt op het aantal waarnemingen kwam de gamma-uil dan ook op nummer een, gevolgd door de buxusmot. Deze is dit jaar enorm veel gezien en de aandacht voor deze invasieve exoot in de media heeft ongetwijfeld het aantal doorgegeven vlinders ook gestimuleerd. De nummer drie in die lijst was de kolibrievlinder. Dat is een zeer opvallende, overdag actieve vlinder die graag tuinen bezoekt en daarom veel wordt opgemerkt. Bovendien is de soort niet te verwarren met een andere, wat ook het aantal waarnemingen beïnvloedt. Bij nachtvlinders zeggen dit soort lijstjes niet zozeer iets over de talrijkheid van een soort als wel over andere eigenschappen.
Het afgelopen jaar werden ook twee weeskinderen veel gezien, hoewel ze bij lange na niet in de top vijf terecht kwamen. Het rood weeskind is altijd redelijk algemeen, maar dit jaar waren er vooral opvallend veel meldingen van het karmozijnrood weeskind. Mogelijk dat de warmte deze soort goed heeft gedaan.
Daarnaast zijn het afgelopen jaar ook weer nieuwe nachtvlinders voor Nederland gemeld. Vaak gaat dat om micro-nachtvlinders, waar minder van bekend is en waar minder mensen zich actief mee bezig houden. Onder andere slakkenspoormotten en het verkennertje werden voor het eerst in ons land gemeld.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting