2015: matig nachtvlinderjaar met wat lichtpuntjes
De VlinderstichtingEr waren echter wel wat spectaculaire meldingen, waaronder soorten die voor het eerst werden gevonden in ons land. Eind januari werden in bunkers in Zuid-Holland, tijdens het onderzoek naar de overwinterende vleermuizen, dubbelstipsnuituilen gevonden. Deze overwinteren als vlinder en aangezien er in drie bunkers een exemplaar werd aangetroffen lijkt het erop dat de soort zich hier heeft gevestigd, maar dat zal de komende jaren blijken. Hier bleef het niet bij, want er waren nog meer primeurs dit jaar. Dat nachtvlinders soms ook heel mooi zijn blijkt uit de naam van een andere nieuweling prachtpurperuiltje.
Ook voor de trekkers onder de nachtvlinders was 2015 een goed jaar. Zo werden er opvallend veel kolibrievlinders gemeld. Deze overdag actieve nachtvlinder wordt regelmatig gezien in tuinen, waarbij hij pijlsnel van bloem naar bloem schiet, ondertussen al vliegend met zijn roltong nectar verzamelend. In onderstaand filmpje, dat sterk vertraagd is, zien we dat gebeuren op een vlijtig liesje. Maar er waren veel meer nachtvlinders onder de trekvlinders die het goed deden. Zo waren blauw weeskind, katoendaguil, doodshoofdvlinder, windepijlstaart en gestreepte pijlstaart duidelijk meer aanwezig dan in 'normale' jaren. Van de roodstreepspanner, vlekdaguil en florida-uil, soorten die normaal gesproken erg zeldzaam zijn, waren dit jaar zelfs veel meldingen op Waarneming en Telmee.
Kolibrievlinder nectar drinkend op vlijtig liesje (film: Kars Veling)
Als laatste noemen we de buxusmot. Dit is een micro-nachtvlinder, maar het is een forse en opvallende vlinder. Pas in 2007 verscheen de vlinder in ons land en eerst kwam hij nog erg plaatselijk voor in het westelijk rivierengebied. De laatste jaren en ook dit jaar is de soort sterk uitgebreid en inmiddels is hij verspreid door het hele land al aangetroffen. De rups van de buxusmot kan flinke schade toebrengen aan buxus. De rupsen leven op diverse buxussoorten zoals Buxus microphylla, Buxus sempervirens en Buxus sinica. In Zuid-Duitsland ontwikkelen zich drie generaties per jaar. In Nederland worden minimaal twee generaties per jaar verwacht, met de eerste vlinders in april of mei. In oktober gaan de rupsen in winterrust in een tussen de bladeren gesponnen cocon. Vroeg in het voorjaar worden ze weer actief en vreten verder aan de buxus tot ze verpoppen. Naar verwachting zal de soort in 2016 en de jaren erna nog verder verspreiden.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto's: Kars Veling (leadfoto: buxusmot); Henk Wagenaar; Kees Mostert; Piet Jopse; Henk van Woerden
Film: Kars Veling