
Wist je dat de ontdekking van thee ooit het resultaat was van een toevallige gebeurtenis tijdens het koken van water? Dat de manier waarop thee vroeger werd geconsumeerd totaal anders was dan nu? En heb je ooit nagedacht over waarom thee in sommige culturen een bijna spirituele betekenis heeft gekregen? Van de legendarische ontdekking door de Chinese keizer Shen Nong in 2737 v.Chr., tot de hedendaagse theetrends waarin gezondheidsbewustzijn en sociale media een grote rol spelen, heeft thee een opmerkelijke reis doorgemaakt die op diverse manieren invloed heeft gehad op de wereld.
Voorkomen en herkenning
De theeplant (Camellia sinensis) is een groenblijvende struik of kleine boom die zo'n 17 meter hoog kan worden, maar meestal tot onder de 2 meter wordt gesnoeid als hij voor de bladeren wordt geteeld. De bladeren zijn 4 tot 15 centimeter lang en 2 tot 5 centimeter breed. Met name de jonge scheuten van deze struik worden gebruikt om thee te maken. De struik heeft een sterke penwortel. De bloemen zijn geel-wit met een diameter van zo'n 2,5 tot 4 centimeter met 7 of 8 bloemblaadjes.
Theeplanten groeien vooral op zure gronden, met voldoende regen. Bij theeplantages denk je meestal aan Azië, maar ook in Zuid-Amerika zijn er bepaalde gebieden waar theeplanten worden gekweekt. Een goed voorbeeld hiervan is Argentinië, waar met name in de provincie Misiones op grote schaal thee wordt verbouwd. Dit komt door het gunstige subtropische klimaat en de vruchtbare grond.
Gebruik
Verse, jonge theebladeren bevatten zowel cafeïne als polyfenolen, waarbij vooral de top en de bovenste bladeren het hoogste gehalte aan deze stoffen hebben. Cafeïne werkt als een stimulerend middel op het centrale zenuwstelsel. Het helpt je om je alerter te voelen, verbetert tijdelijk je concentratie en kan vermoeidheid verminderen. Polyfenolen zijn natuurlijke verbindingen die voorkomen in planten en een krachtige antioxidante werking hebben. Ze spelen een belangrijke rol bij het beschermen van onze cellen tegen schade veroorzaakt door reactieve moleculen (vrije radicalen), die onder andere kunnen bijdragen aan veroudering en het ontstaan van ziekten, zoals kanker en hart- en vaatziekten. Vandaar dat thee in eerste instantie vooral medicinaal werd gebruikt.
Voor de productie van thee wordt bij voorkeur gebruikgemaakt van jonge, lichtgroene bladeren. Deze hebben korte, witte haren aan de onderzijde. Oudere bladeren zijn donkerder groen van kleur en leveren door een andere chemische samenstelling weer een andere theesmaak op. Van de bladeren worden groene thee, zwarte thee, witte thee, oolong en Pu-erh thee gemaakt.
- Groene thee wordt minimaal verwerkt. De bladeren worden geplukt en snel verwarmd (door stomen of roosteren) om oxidatie te voorkomen, wat de bladeren hun groene kleur en frisse smaak geeft. Deze techniek heeft zijn oorsprong in China en Japan, waar groene thee al duizenden jaren deel uitmaakt van de cultuur.
- Bij zwarte thee worden de bladeren volledig geoxideerd, wat zorgt voor een donkere kleur en een robuuste, volle smaak. Dit type thee is ontstaan in China, maar werd populair in Europa en de Britse koloniën. Bekende voorbeelden zijn Assam en Darjeeling (India).
- Witte thee wordt minimaal verwerkt en bestaat vaak uit de jongste knoppen en bladeren van de theeplant. Deze thee is delicaat, licht van smaak en afkomstig uit de Fujian-provincie in China.
- Oolong thee zit tussen groene en zwarte thee in qua oxidatie. De bladeren worden gedeeltelijk geoxideerd en vervolgens gedroogd. Dit type thee heeft een rijke, complexe smaak en is vooral populair in China en Taiwan.
- Pu-erh thee is een post-gefermenteerde thee, waarbij de bladeren na oxidatie worden gefermenteerd. Deze thee komt oorspronkelijk uit de Chinese provincie Yunnan en wordt vaak beschouwd als een delicatessen-thee met aardse, diepe smaken.
Naast het gebruik van de bladeren voor thee kunnen de zaden van de Camellia sinensis worden fijngemalen voor theeolie, een zoete olie voor kookdoeleinden. Deze moet niet verward worden met theeboomolie, een etherische olie die speciaal gebruikt wordt voor medische en cosmetische doeleinden, die gemaakt wordt van de bladeren van de theeboom, Melaleuca alternifolia.
Geschiedenis
Van oorsprong komt thee voor in China en Zuidoost-Azië. De soortaanduiding sinensis is Latijn voor Chinees. Volgens de overlevering werd thee rond 2737 v.Chr. voor het eerst ontdekt door Shen Nong, een mythische Chinese keizer en kruidkundige. Shen Nong stond bekend om zijn interesse in kruiden en hun medicinale eigenschappen. Op een dag, terwijl hij water kookte onder een theeboom, vielen er enkele bladeren in het water. Hij proefde het brouwsel en ontdekte niet alleen een aangename smaak, maar ook verkwikkende eigenschappen. Zo werd thee geboren.
De vroege toepassingen van thee waren voornamelijk medicinaal. Het werd gebruikt om verschillende kwalen te behandelen, van hoofdpijn tot spijsverteringsproblemen. Naarmate de tijd verstreek, begon men de smaak en de sociale aspecten van theedrinken te waarderen, wat leidde tot de ontwikkeling van verschillende theeculturen en -tradities.
In Europa maakten we in 1610 kennis met thee. Thee was in die tijd nog heel kostbaar, zeker als het ging om bijzondere theesoorten. In Nederland kregen de Oranjes, als hoogste vertegenwoordigers van de Republiek, geld uitgekeerd van de winsten van de VOC. Daarnaast ontvingen ze ook veel in natura: porselein of kostbare theeën. Van de particulier secretaris van stadhouder Willem III, Constantijn Huygens, weten we dat hij prinses Mary eind 17e eeuw een keer van een kistje thee voorzag. Maar Mary kocht even goed ook zelf thee. Voor haarzelf of om haar gasten mee te verrassen. Het hebben van bijzondere theesoorten hoorde bij het hebben van status.
Thee werd toen op een heel andere manier gezet dan nu. De theebladeren werden in de theepot gestopt en aangevuld met water uit de waterketel. Nadat de thee geruime tijd getrokken had, werd de sterke thee in een klein bodempje in de kopjes geschonken en verder aangevuld met water uit de waterketel. De theepotjes hoefden daarom niet zo groot te zijn zoals nu. De thee was zo heet dat de thee ook in een schoteltje werd geschonken: zo kon de thee sneller afkoelen en opgedronken worden. Bij de thee werden heel wat zoetigheden genuttigd: gekonfijte vruchten, gesuikerde vruchten, allerlei koekjes en suikersnoepjes.
Theeteelt en -fermentatie waren lang een geheim, tot 1826. In dat jaar lukte het Von Siebold om Japanse theezaden, verpakt in klei en kisten bekleed met lood, naar Java te smokkelen. 25 jaar later keerde Robert Fortune terug vanuit China naar India met plantmateriaal en de geheimen van de theefermentatie.
Huidige werkomstandigheden op plantages
Voor Nederland zijn India, Sri Lanka en Indonesië belangrijke productielanden van thee en in mindere mate Bangladesh. In India en Sri Lanka verdienen theeplukkers gemiddeld vijf keer meer dan in Bangladesh, maar ook daar ligt het minimumloon van plantagearbeiders lager dan lonen in andere sectoren. De meeste theeplukkers wonen op de theeplantages die worden beheerd door lokale managers. De voorwaarden waaronder de arbeiders werken, worden door hen bepaald. Soms zijn deze voorwaarden schrijnend. Door te kiezen voor thee die via eerlijke prijsinitiatieven wordt verkregen, kun je als theedrinker een directe rol spelen in het rechtvaardiger en duurzamer maken van de industrie.
Meer informatie
- Science-café over thee in de Hortus botanicus Leiden op 16 mei.
- Zelf je eigen thee kweken?
- Wil je de theestruik zien? Bij de volgende botanische tuinen is deze in de collectie: Hortus Botanicus Amsterdam, Hortus Alkmaar, Hortus botanicus Leiden, Botanische Tuinen Universiteit Utrecht, Botanische Tuin Arboretum Oudenbosch, TU Delft Hortus Botanicus, Nederlands Openluchtmuseum.
- De geschiedenis van thee.
Tekst: Renske Ek, Paleis Het Loo
Beeld: Hadynyah via Istock; Iris van den Akker; Wikimedia Commons; Pieter van den Berge, Collectie Museum Boijmans Van Beuningen; Le bon usage du thé; De Handelsplanten, 36 gekleurde platen met byschrift, voor Nederland. Bewerkt door Prof. C.A.J.A. Oudemans