Citrus medica wordt ook wel cedraat, cedercitroen, sukadecitroen of muskuscitroen genoemd. De vrucht groeit aan de sukadeboom. Deze komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië, maar wordt nu ook veel geteeld in Griekenland, Italië (Sicilië) en Corsica. De meeste sukade komt echter uit Puerto Rico.
Het is een wintergroene heester met redelijk grote, witte, zoet geurende bloemen en eetbare vruchten. De takken hebben korte doorns. Na de bloei verschijnen langwerpige vruchten met een dikke schil, die geel van kleur zijn en ongeveer tien tot vijftien centimeter groot worden.
Gebruik
De vrucht van de sukadeboom lijkt op een dikke citroen of sinaasappel en heeft een dikke, wrattige schil. Het grootste deel van de vrucht bestaat uit deze schil, die wordt versuikerd om sukade te maken. Sukade wordt vaak verkocht in stukjes of als een halve schil. De kleur van sukade is meestal doorschijnend geel- of groenachtig, maar kan soms ook (kunstmatig gekleurd) felgroen, geel of rood zijn. Goede sukade heeft een zachte textuur en een milde sinaasappelsmaak en is minder bitter dan de schil van sinaasappels.
Geschiedenis
Onderzoek naar fossielen suggereert dat de oorsprong van het geslacht Citrus dateert van zeven miljoen jaar geleden en dat het ontstond in de Himalaya, voordat het zich over Zuidoost-Azië verspreidde. Deze oorsprong, aan de voet van de Himalaya, wordt ook bevestigd door DNA-onderzoek.
Sukadecitroen is een van de vijf oude soorten citrus waaruit alle moderne variëteiten zijn voortgekomen. Deze vijf soorten zijn: sukadecitroen (Citrus medica), kleine papeda (Citrus micrantha), pomelo (Citrus maxima), mandarijn (Citrus reticulata) en kumquat (Citrus japonica).
Alle andere soorten die we kennen, zoals de bittere sinaasappel (Citrus x aurantium), zoete sinaasappel (Citrus x sinensis) en grapefruit (Citrus x paradisi) zijn dus ontstaan door modernere kruisingen.
Citroenen, pomelo's en bittere sinaasappels zijn rond de tiende eeuw van onze jaartelling door Arabische handelaren naar het Middellandse Zeegebied gebracht. Zoete sinaasappels werden door de Portugezen vanuit Azië in Europa geïntroduceerd in de vijftiende tot zestiende eeuw. Mandarijnen zijn pas in de negentiende eeuw in Europa geïntroduceerd.
Oranjerie
Het houden en kweken van Citrus-soorten begint in Nederland vanaf het begin van de zeventiende eeuw. Dit zijn dan met name de verschillende vormen van de citroen en de bittere sinaasappel. Deze soorten verdragen een minimum temperatuur van 0 °C, vandaar dat deze in een oranjerie in de winter overgehouden konden worden. De zoete sinaasappel kan pas in Noord-Europa gekweekt worden na de uitvinding van de verwarmde kas (begin achttiende eeuw), aangezien deze als minimum temperatuur 5 °C heeft.
De Stichting Nationale Plantcollectie (SNP) zet zich in voor het duurzaam behoud van bijzondere botanische collecties in Nederland. De cultuurhistorisch belangrijke Nationale Collectie van de verschillende Citrus-soorten, zoals deze vanaf de zeventiende eeuw op Nederlandse buitenplaatsen werden gekweekt, is te vinden bij Paleis Het Loo en Landgoed Twickel, met een schaduwcollectie bij Kasteel Rosendael.
Meer informatie
- Probeer eens zelf sukade te maken.
- Een recept voor oliebollen met sukade.
- Paleis Het Loo is aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen.
- Stichting Nationale Plantcollectie.
Tekst: Renske Ek, Paleis Het Loo
Foto's: Renske Ek (leadfoto: bloemknoppen van een sukadecitroen in de collectie van Paleis Het Loo); ElinorD, Wikimedia Commons
Afbeeldingen: ScienceDirect; Pierre Joseph Redouté, Rare Book Division, New York Public Library Digital Collections; Maria Sibylla Merian