Zeepkruid
Saponaria officinalis
Het zeepkruid groeit onder hagen en langs de kant van de weg. Het komt zowel in het midden als in het zuiden van Europa voor en ook in het westen van Siberie. Het is een blijvende plant met een stengel die onder de grond door kruipt en waaraan elk jaar nieuwe scheuten komen. De opgerichte loten dragen donkergroene, tegenoverstaande bladeren en in de bladokels verschijnen trosjes van 5-7 geurige bloemen. De roodachtige kelkbladen vormen samen een buisje waar vijf lange, roze kroonbladen bovenuit steken. De plant bevat een giftige stof. In de wortel is de concentratie van het gif het hoogst. Saponien gaat schuimen wanneer het in contact komt met water; daarom worden de bloemen van het zeepkruid wel gebruikt voor het wassen van zijde en wol. Tevens maakt men van de plant een medicijn voor inwendige ontstekingen. De bloeitijd is juni tot en met september, de hoogte kan uiteenlopen van 30 tot 70 cm.
Voor De Natuurkalender nemen we waar:
- Eerste bloei
Informatie uit: Wilde bloemen, uitgegeven en bewerkt door Pamela Bristow, naar een tekst van Zdenka Podhajska.