Wintereik
Quercus petraea
Deze soort is in Nederland redelijk zeldzaam. Hij groeit vooral op goed ontwaterde, matig zure, leemhoudende zandgronden. De wintereik heeft ongesteelde eikels, in tegenstelling tot de zomereik, waarbij de eikels wel op een steeltje zitten. Ook zitten bij de wintereik vaak de eikels met enkele bij elkaar. De fenofase "vruchten rijp" wordt bereikt als de eerste rijpe vruchten op een natuurlijke manier van de boom vallen.
De zomereik en wintereik komen beide in ons land voor, maar de tweede wordt vaak niet herkend en dan als zomereik opgegeven. Met de onderstaande Tabel en afbeelding zijn zij echter gemakkelijk te onderscheiden.
Voor de Natuurkalender nemen we waar:
- Bladontplooiing
- Herfsttint 50%
- Herfsttint volledig
- Einde bladval
- Vruchten rijp
Tabel 1: Onderscheid tussen Zomereik en Wintereik.
Soort: |
Zomereik |
Wintereik |
Bladsteel | Korter dan halve breedte van de bladvoet | Langer dan halve breedte van de bladvoet |
Lobben aan weerzijden van het blad | 4-5, breed en onregelmatig | 5-7, smal en regelmatig |
Oortjes (lobjes aan de bladvoet) | Meestal duidelijk ontwikkeld | Meestal onduidelijk of ontbrekend |
Zijnerven | Onregelmatig in grootte en onregelmatig verlopend | Regelmatig verlopend en geleidelijk afnemend |
Eikels | Langgesteeld | Kortgesteeld en zittend |