Wolf

Wolvendebat-bingo

SoortenNL
25-MRT-2025 - Op dinsdag 25 maart 2025 vindt in de Tweede Kamer een plenair debat plaats over de wolf. In de natuurdebatten tot nu toe worden steeds meer onjuiste beweringen gedaan, ook door bewindslieden. In een poging het kaf van het koren te scheiden, hebben verschillende experts de meest gehoorde onzin op een bingokaart gezet. De kaart zal worden uitgedeeld aan de Kamerleden.

Het schijnt in de mode te zijn om het in de hoogste organen te hebben over de wolf. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen heeft de verlaging van de beschermingsstatus van de wolf zelfs chefsache gemaakt. Het plenair debat is elf keer aangevraagd door BBB-voorvrouw Caroline van der Plas. Er was maar net voldoende meerderheid in de Kamer om het in deze tijden van crisis op crisis nu eens niet te hebben over geopolitiek, klimaat, PAS-melders, twintig miljard kilo aan mestoverschot, de erbarmelijke staat van onze natuur, drinkwater dat schaarser en duurder wordt of de verduurzaming van onze maatschappij. Maar nu over dé wolf. Niet zomaar een commissievergadering in een zaaltje of een tweeminutendebat, maar de Tweede Kamer in vol ornaat die plenair debatteert over het wel en wee van wolven.

Er kan natuurlijk een goed debat gevoerd worden over wolven, maar dat wordt wel een hele uitdaging. Er wordt zoveel onzin over wolven verkondigd, dat het maken van normale politieke afwegingen nagenoeg onmogelijk wordt. In de natuurdebatten tot nu toe worden steeds meer onjuiste beweringen gedaan. Verschillende experts hebben daarom de meest gehoorde onzin op een bingokaart gezet, die zal worden uitgedeeld aan de Kamerleden.

Communiceren via een bingo is een wat ongewone strategie om Kamerleden te informeren. Maar jarenlang hebben degelijke onderzoeksrapporten, voorzien van heldere persberichten, niet kunnen voorkomen dat er in Nederland ongekend veel boosheid en zelfs agressie in dit dossier is opgeklopt. Wie weet heeft een meer speelse strategie betere effecten. Experts maakten een lijst van maar liefst veertig stellingen, die bewezen onwaar zijn en herhaaldelijk worden gebruikt om niet door te pakken met de beschikbare oplossingen.

Welke politicus overleeft het debat zonder bingo te scoren?

Wolvenbingokaart

1. Alle wolven zijn hetzelfde (dé wolf doet dit, dé wolf doet dat)

In het Nederlandse wolvendebat heeft men al gauw de neiging om gedragingen van individuele wolven te generaliseren naar álle wolven. Net als mensen zijn wolven onderling verschillend en gedragen ze zich anders. Dit kan aangeboren zijn, maar kan ook door de ouders of zichzelf zijn aangeleerd. Probleemsituaties met één individuele wolf leiden regelmatig tot stellingen dat alle wolven gevaarlijk zijn en mensen benaderen. Dergelijke generalisaties geven een vertekend beeld van natuurlijk wolvengedrag en veroorzaken onzekerheid bij mensen. Gedragingen waarbij wolven mensen actief benaderen, hebben vaak een aanwijsbare oorzaak, zoals het voeren van deze dieren of het los laten lopen van honden in wolvengebied.

2. Nederland is te klein en dichtbevolkt voor wolven

Wolven hebben daar een andere mening over. Met elf roedels en in totaal zo’n honderd tot honderdtwintig wolven, blijkt er wel degelijk plek te zijn in Nederland. Om inhoudelijk te kunnen werken aan oplossingen voor uitdagingen, is realisme een basisvoorwaarde. De wolf is er. Realistisch wolvenbeleid moet daarom rekening houden met het feit dat ze er zijn en van daaruit in beeld brengen hoe we als mensen met die realiteit om kunnen gaan.

3. Wolven eten al het wild op

Als dit waar zou zijn, dan was de wolf millenia geleden al uitgestorven. Daarnaast is het ook niet zo dat wilde dieren weerloos zijn. Wolven zijn met name gespecialiseerd in hoefdieren, en hoeven zijn scherp. Ook kunnen de meeste wilde hoefdieren als ree en hert op hoge snelheid enorme afstanden afleggen. Een gezond, volwassen hert is een behoorlijke uitdaging voor een wolf. Daarom gaan wolven liever achter wilde zwijnenbiggen, jonge herten en reeën aan. Gemiddeld lukt het maar één op de vier keer dat een wolf een jacht inzet. Bovendien, wanneer de dichtheid van een prooisoort vrij laag is, dan schakelen wolven vrij makkelijk over op andere hoefdieren. De dichtheid aan wilde hoefdieren op de Veluwe is nog nooit zo hoog geweest als afgelopen decennia. Dat is zodanig hoog dat het bos zelfs niet meer verjongt. Natuurbeheerders zien nu eindelijk weer bosverjonging op de plekken waar wolven hun kerngebieden hebben. Precies zoals een oud gezegde: daar waar wolven leven, groeit bos!

4. Wolf en schaap gaat niet samen

Wilde schapen zijn geëvolueerd in gebieden waar wolven niet konden leven, zoals gebergten en eilanden. Daardoor hebben ze zich nooit effectief leren verdedigen tegen wolven. Gedomesticeerde schapen zijn hier nog slechter in. Gelukkig is het mogelijk om met wolfwerende maatregelen ervoor te zorgen dat in de meeste gevallen wolven niet meer in de buurt van schapen willen of kunnen komen. Tegelijkertijd moeten we realistisch naar de toekomst kijken, en boeren helpen de bedrijfvoering aanpassen op het samenleven met wolven. Bekijk hier een mooi voorbeeld van effectieve toepassing van wolfwerende maatregelen.

5. Wolven zijn een gevaar voor kinderen

Wolven zien mensen, en dus ook kinderen, niet als onderdeel van hun potentiële dieet. Het aanvallen van mensen is een groot risico voor wolven. Data van de afgelopen twintig jaar uit heel Europa en Noord-Amerika laten zien dat het aantal fysieke confrontaties tussen mens of kind en wolf minimaal is. De auteurs schrijven hierover: “In Europe and North America we only found evidence for 12 attacks (with 14 victims), of which 2 (both in North America) were fatal, across a period of 18 years. Considering that there are close to 60.000 wolves in North America and 15.000 in Europe, all sharing space with hundreds of millions of people it is apparent that the risks associated with a wolf attack are above zero, but far too low to calculate.”

Dit geldt ook voor gebieden waar wolven, net als in Nederland, soms dicht bij mensen leven. Er zijn in 2024 bij twee incidenten kinderen omver gelopen door een wolf in het territorium Utrechtse Heuvelrug. Hierbij is actie ondernomen om herhaling te voorkomen, waarbij het opvallend was dat de adviezen (vermijd het gebied, zeker met loslopende honden) slechts deels werden opgevolgd. Ook bleek het ingrijpen bij een wolf juridisch lastig te zijn, mede vanwege de nieuwigheid van het dossier waardoor de voorzieningenrechter meermaals ter zitting heeft uitgesproken dat een bodemprocedure hier nader naar zou moeten kijken. Inmiddels is het laatste incident op de Utrechtse Heuvelrug meer dan vier maanden geleden en zijn er maatregelen genomen om het ontstaan van nieuwe probleemsituaties tegen te gaan. Ook is belangrijk op te merken dat er tot op heden één bodemprocedure is gehouden over het ingrijpen bij wolven. Het ging om een paintballvergunning, die volgens de rechter terecht is afgegeven door de provincie Gelderland.

6. Straks krijgen we overal wolven

Zoals de basisprincipes van de biologie ons leren, worden populaties van wilde dieren (en dus ook wolven) gereguleerd door onder andere aanbod van voedsel en ruimte. Dit betekent dat er concurrentie ontstaat als deze twee factoren beperkter raken, wat kan leiden tot de dood. Hoe meer wolven een gebied delen, des te vaker zullen wolven andere wolven doden. Ook daalt het aantal welpen dat geboren wordt en zullen er meer welpen overlijden voordat ze zelf een territorium bezetten. Hierdoor stabiliseert de populatie zich en kan de populatie niet eindeloos doorgroeien. Studies voor Nederland laten zien dat de wolvenpopulatie nog voldoende ruimte heeft om door te groeien, maar op den duur zal deze groei door onderlinge concurrentie stagneren.

7. Beheer of aantalsregulatie is nodig

Om grip te krijgen op de situatie rondom de wolf, denken sommigen dat wolven weggejaagd of afgeschoten moeten worden om schade te beperken. Dat helpt niet. Of er in een roedel nu tien, vijf of twee wolven zijn, het nemen van maatregelen om wolvenschade te voorkomen zal nodig blijven. Als er enkele wolven geschoten worden, zijn er nog steeds andere wolven in de omgeving, waarvoor dierhouders wolfwerende maatregelen moeten nemen. Het schieten van wolven kan zelfs averechts werken. Publicaties laten zien dat het aantal aanvallen op vee kan toenemen als wolven in een territorium worden geschoten. Een gevestigde wolf is bekend met zijn territorium en weet waar wilde prooien te vinden zijn. Verdwijnt deze wolf, dan komt er een nieuwe wolf die dat minder goed weet. Als ervaren ouderdieren worden geschoten, blijven jonge, onervaren dieren achter die minder goed leren jagen en eerder op zoek gaan naar makkelijke prooien zoals vee. Het nemen van preventieve maatregelen is, zeker op de lange termijn, een stuk effectiever om schade te beperken. Ondanks het verlagen van de beschermde status van de wolf (middels een door de Europese Commissie voorgestelde verplaatsing van bijlage IV naar bijlage V in de Habitatrichtlijn), blijft een verbod op afschot gelden. Wanneer een individueel dier een direct gevaar vormt voor mensen of stelselmatig goed beschermd vee aanvalt, is een uitzondering mogelijk. Daarbij moet aangetoond worden dat eerder genomen maatregelen niet werken of niet praktisch uitvoerbaar zijn. Als een wolf goed beschermd vee aanvalt, zal eerst bewezen moeten worden dat het om dezelfde wolf gaat en zullen er maatregelen moeten worden genomen voor aversieve conditionering van het dier. Te allen tijde mag de gunstige staat van instandhouding door maatregelen niet negatief worden beïnvloed. Dit geldt niet alleen onder de huidige strikte bescherming in de Europese wetgeving, maar zal ook het geval zijn bij een verlaagde beschermingsstatus. Voor de West-Europese laaglandpopulatie en ook specifiek in Nederland is deze gunstige staat van instandhouding nog niet bereikt. De lagere beschermingsstatus betekent in de praktijk niet dat er sneller tot afschot overgegaan kan worden dan dat nu het geval is.

8. Er zijn meer dan 250 wolven in Nederland

Nederland is een dichtbevolkt land met een hoge dichtheid aan wegen en paden. Miljoenen mensen lopen in de natuur, waaronder honderdduizenden geoefende waarnemers en jagers. De kans dat zij complete roedels over het hoofd zien is verwaarloosbaar klein. Een wolvenroedel bestaat uit een ouderpaar met de jongen van dat jaar en de een of twee jaar daarvoor. In het territorium is er, afhankelijk van de grootte en het voedselaanbod, ruimte voor een beperkt aantal wolven. Als het aantal wolven toeneemt, ontstaat er onderlinge competitie, wat voor jonge wolven het signaal kan zijn om de roedel te verlaten en een eigen territorium te zoeken. In Centraal-Europa is de gemiddelde roedelgrootte gestabiliseerd op vijf dieren. Binnen de territoria worden de aantallen van wolven gevolgd met behulp van cameravalmonitoring en DNA-analyses. Incidentele meldingen komen binnen bij het BIJ12 Wolvenmeldpunt. In Nederland is redelijk exact bekend hoeveel jongen er jaarlijks geboren worden en hoeveel (sub)adulte dieren er leven: tussen de honderd en de honderdtwintig.

9. Het is mogelijk om wolfvrije zones vast te stellen

Bij een dier dat zulke grote afstanden aflegt als een wolf (tot zo’n vijftig kilometer per nacht) is het onuitvoerbaar om wolfvrije zones in te stellen. Daarbij is het juridisch onmogelijk, zoals ook de Europese Commissie beantwoordt naar aanleiding van vragen uit het Europees Parlement.

10. Verlaging beschermde status is nodig

De wolf is op dit moment ‘strikt beschermd’ wat betekent dat het verboden is om wolven opzettelijk te doden of te verstoren. Wel mogen er maatregelen worden genomen in probleemsituaties en tegen probleemwolven. Maatregelen om te de-escaleren zijn nog nauwelijks of pas laat genomen, vanwege gebrekkige argumentatie in vergunningsaanvragen. Ook bij een aangepaste beschermingsstatus blijft de wolf beschermd en zal eerst de gunstige Staat van Instandhouding bereikt moeten worden, voordat maatregelen genomen mogen worden. Dit is nu nog niet het geval.

11. De wolf is een gevaar voor onze inheemse natuur

In een natuurlijk ecosysteem leeft er een variatie aan herbivoren en carnivoren met aan de top één of enkele toppredatoren. In Nederland waren we deze toppredator lang kwijt, maar met de komst van de wolf is deze weer terug. Studies uit Noord-Amerika en Europa laten zien dat de wolven de potentie hebben om prooidierpopulaties gezond te houden en de groei hiervan te remmen. Momenteel gebeurt dit nog door jagers, maar wolven zouden dit (deels) over kunnen nemen. Hierdoor neemt de druk van de prooidieren op de vegetatie af, waardoor de vegetatie meer kans heeft om te ontwikkelen, en de biodiverisiteit uiteindelijk toe kan nemen.

12. Wolven zijn niet voor niets uitgeroeid

In de 19e eeuw zijn wolven uitgeroeid. De maatschappij zag er toen volstrekt anders uit dan nu. Zo was er nog geen stemrecht voor vrouwen en was slavernij de eerste helft van de 19e eeuw nog normaal. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat een groot deel van de Nederlandse maatschappij een positieve grondhouding heeft ten aanzien van de wolf, voor opnieuw uitroeien is geen draagvlak. Het debat dat gevoerd moet worden, gaat over hoe we er samen voor zorgen dat niemand last heeft van wolven.

13. Wolfwerende maatregelen werken niet

Door heel Europa worden al jarenlang wolfwerende maatregelen met succes toegepast om wolvenschade te voorkomen. Elektrische rasters, kuddebeschermingshonden en combinaties zijn hierbij als zeer effectief ondervonden bij het voorkomen van wolvenschade, mits goed geplaatst en onderhouden volgens de richtlijnen. Dat deze maatregelen effectief zijn blijkt ook in Nederland, bijvoorbeeld uit dit filmpje. Dat er toch incidenten zijn met wolven en vee komt in 95 procent van de gevallen doordat er geen wolfwerende maatregelen genomen zijn. In 3 procent van de gevallen zijn maatregelen genomen die niet voldeden aan de richtlijnen, waarbij wolven bijvoorbeeld via een greppel eenvoudig het hek kunnen passeren. Bij 2 procent van de aanvallen stond het vee achter (volgens taxateurs) goed geplaatste rasters. Die gevallen verdienen bijzondere aandacht.

14. Wolven springen over alle hekken

Een wolf is fysiek in staat om over een hek heen te springen, maar het natuurlijke gedrag is eerder om er onderdoor te gaan. In Nederland zijn er gevallen bekend dat wolven over hekwerken springen, maar dit gaat om individuele wolven die dit hebben geleerd en die zijn niet representatief voor de gehele populatie. Dergelijk gedrag wordt veelal aangeleerd bij vee zonder elektrisch raster. Wanneer wolven over hekken springen, kun je ze dat afleren door bijvoorbeeld een extra flapperend lint (bijvoorbeeld een band zoals gebruikt bij afrasteringen bij paarden of een vlaggenlint) op ongeveer anderhalve meter hoogte te monteren. Wanneer wolven gaan springen zullen ze eerst laag gaan snuffelen en voelen aan rasters. Dat is een van de redenen waarom de onderste stroomdraad bij wolfwerende rasters zo belangrijk is. Wanneer wolven met alle poten op de grond in aanraking komen met stroom, zullen ze niet snel bedenken dat ze een elektrische schok kunnen voorkomen door te springen. Dat wolven bij het springen geen aarde maken is geen argument, een goed raster voorkomt dat er gesprongen wordt. Bij filmpjes van wolven de over hekken springen, gaat het om hekken waar geen stroom op staat.

15. Wolfwerende maatregelen blokkeren ander wild

Uit een studie van de NABU blijkt dat wolfwerende maatregelen alleen wild zwijn en wolf tegenhouden. Alle andere aanwezige zoogdieren leren binnen korte tijd hoe ze wolfwerende maatregelen kunnen passeren. Daarmee hebben wolfwerende maatregelen niet alleen een gunstig effect voor vee, maar hebben boeren die deze maatregelen toepassen ook minder last van schade door wilde zwijnen.

16. Er komen door de wolf nog meer hekken in het landschap

Het is belangrijk om te realiseren dat vrijwel al het vee nu ook al in omrasteringen staat. In verreweg de meeste gevallen gaat het dus om aanpassingen van afrasteringen om niet alleen het vee binnen te houden, maar ook wolven buiten te houden.

17. Twee meter hoge hekken zijn nodig om wolven buiten te houden

Wolfwerende hekken hoeven niet twee meter hoog te zijn om te werken. Zoals te lezen is in de normering van BIJ12 geldt als richtlijn een hoogte van 1,20 meter. Hierbij is de hoogte minder belangrijk dan dat het goed aansluit bij de grond (zodat wolven er niet onderdoor kunnen kruipen of graven), en dat er voldoende stroom op de afrastering staat. Deze richtlijnen zijn een compromis tussen wolfwerendheid en uitvoerbaarheid en ze werken in vrijwel alle gevallen. Maatregelen die 100 procent effectief zijn bestaan niet.

18. Wolven zijn bloeddorstige moordenaars (surplus killing)

Het doden van grote aantallen prooidieren door wolven tegelijk komt voor, maar het gebeurt alleen in onnatuurlijke situaties. Jacht is voor een wolf een risicovol moment. Om verwondingen te voorkomen zal een jagende wolf in een natuurlijke situatie geen onnodige risico's nemen en niet meer dieren doden dan deze nodig heeft. Wolven maken geen voorraden, zoals beren, lynx en vossen dat wel doen. Ook is, na het vangen van een bijvoorbeeld een hert, de rest van de kudde herten al op grote afstand. Echter, een schapenweide is een onnatuurlijke situatie waarin schapen geen mogelijkheid hebben tot vluchten en bovendien zijn schapen maar beperkt weerbaar. Het jachtinstinct van een wolf wordt in een schapenweide voortdurend getriggerd, waardoor deze onnatuurlijke situatie kan leiden tot meerdere dode schapen. Dit heet 'surplus killing'. Dit gedrag is ook bekend bij vossen en steenmarters in een kippenhok. Ook huishonden laten het soms zien, als ze steeds weer heftig reageren op fietsers of spelen met meerdere speeltjes tegelijk.

19. Er zijn in Nederland hybride wolven

In Nederland, en in de meeste andere EU-lidstaten, worden wolven genetisch gemonitord. Hierbij wordt onder andere gecontroleerd of het gaat om een wolf, hond, of een eventuele hybride. In Nederland is nog nooit een hybridewolf aangetroffen. In Duitsland is in de afgelopen twintig jaar tweemaal een wolf-hondhybride gevonden, op meer dan vierduizend genetisch geïdentificeerde wolven. Door deze internationale genetische monitoring weten we van de meeste Nederlandse wolven dat ook de ouders, en zelfs grootouders, zuivere wolven waren.

20. Per roedel gaat het om meer dan 15 wolven

Als het aantal wolven toeneemt, ontstaat er onderlinge competitie en jongen worden seksueel actief, wat voor jonge wolven het signaal kan zijn om de roedel te verlaten en eigen territorium te zoeken. In Centraal-Europa is de gemiddelde roedelgrootte daarmee gestabiliseerd op vijf dieren.

21. Wolven komen graag de dorpen en steden in

Wolven hebben baat bij rust en voedsel in hun territorium; factoren die in een gemiddeld dorp of stad beperkt aanwezig zijn. Gevestigde wolven met een territorium zullen daarom ook vrijwel altijd dorpen en steden vermijden, maar kunnen wel in de nabijheid ervan leven. Het grootste deel van de gevallen waarin wolven in dorpen en steden komen, zijn zwervende wolven die op zoek zijn naar een eigen territorium. Deze dieren lopen soms honderden kilometers door onbekend gebied en kunnen daarbij soms in een dorp of stad terecht komen, maar ook dan is het vaak stressvol voor het dier en zal de wolf drukte proberen te vermijden. Het zijn ‘pubers’ die onderweg zijn en zodra ze zich vestigen met een partner, mijden ze bevolkt gebied.

22. De natuur wordt onveilig om in te recreëren

In een groot deel van Europa delen mensen en wolven al decennia de ruimte. Ondanks dat, zijn er in de afgelopen twintig jaar zelden fysieke confrontaties geweest tussen mens en wolf. In alle gevallen had de confrontatie een maatschappelijke oorzaak, bijvoorbeeld het voeren van wilde dieren. Dat neemt niet weg dat de ontwikkeling van wolven, inclusief hun gedrag, goed gemonitord moet worden op plekken waar wolven en mensen dicht bij elkaar leven. Door goed samen te werken met grondeigenaren kunnen verstoring en andere ongewenste oorzaken tijdig vastgesteld worden. Daardoor kunnen er maatregelen genomen worden voordat zaken uit de hand lopen. Probleemsituaties ontstaan door negatief gedrag van mensen naar wolven of door een gebrek aan samenwerking tussen verschillende partijen.

23. Wolven zijn ge(her)introduceerd

Op deze interactieve kaart is de verspreiding van wolven in de Benelux, Duitsland en Denemarken vanaf 2010 te zien. Aan de toename vande verspreiding is te zien dat het gaat om een autonome, geleidelijke ontwikkeling. Genetisch onderzoek ondersteunt dit beeld. Door de verspreiding van soorten in andere landen te volgen, kun je sommige ontwikkelingen zien aankomen. Bij wolven hebben we dit zien gebeuren maar het was bijvoorbeeld ook te zien bij de vuurlibel, de grote vos, de grote en de kleine zilverreiger, de bijeneter en de zuidelijke boomsprinkhaan. Bij heel veel soorten eigenlijk. Maar die krijgen niet zoveel aandacht als wolven.

24. Alle wolven zijn probleemwolven

Los van de individuen waarvan nog geen DNA verzameld is, zijn er tot aan oktober 2024 in Nederland 158 wolven genetisch aangetoond. Het grootste deel van deze wolven blijft veelal onder de radar en heeft geen afwijkend gedrag vertoond. Het gaat slechts om enkele individuen (Utrechtse Heuvelrug, Hoge Veluwe, Ermelo) die problematisch gedrag zijn gaan vertonen waarbij sterke vermoedens bestaan over voeren als oorzaak. Voor deze wolven kunnen maatregelen getroffen worden met als de doel de dieren dat gedrag ook weer af te leren.

25. Kuddebeschermingshonden (KBH) zijn onveilig voor gebruik in Nederland

Hoewel kuddebewakingshonden vaak geen goede huishonden zijn, kunnen ze goed en veilig ingezet worden bij de bescherming van vee, ook in gebieden waar gerecreëerd wordt. Hiervoor is een gedegen socialisatie met mensen nodig tijdens de opvoeding van de honden en aanlijnplicht van honden in gebieden waar ze worden ingezet. In Portugal, Italië, en Frankrijk is al gebleken dat kuddebewakingshonden efffectief en veilig kunnen worden ingezet in gebieden met veel toerisme. Ook op de Veluwe en in Drenthe worden de honden al enkele jaren veilig en effectief ingezet. In de jaren zeventig en tachtig zijn gevallen bekend van problemen met honden omdat die toen nog niet werden getraind in socialisatie met mensen.

26. Boeren zoeken het zelf maar uit (schade is bedrijfsrisico)

Bij een strikt beschermde soort als de wolf heeft de overheid een wettelijke verplichting om directe schade veroorzaakt door een in de natuur levend dier te compenseren. Daarnaast hebben we ook een morele verplichting om boeren niet met alle lasten te laten zitten. Om schade te beperken en conflictarm met wolven samen te kunnen leven is van belang om boeren te ontzorgen bij het nemen van maatregelen en schade te compenseren van boeren die goede maatregelen getroffen hebben.

27. Alle wolven zijn van zichzelf lief, pais en vree

Wolven zijn en blijven roofdieren en kunnen zichzelf, hun jongen en hun prooi verdedigen. Ook kunnen ze schade veroorzaken aan vee en dingen aanleren waarvan wij als maatschappij vinden dat dit onacceptabel is in Nederland. In sommige situaties zijn ingrepen goed verdedigbaar. In het Europese normdocument van Reinhardt en collega's uit 2020, gepubliceerd door het Duitse Bundesamt für Naturschutz, staan de kaders en handelingsmogelijkheden goed beschreven.

28. We weten waar elke wolf elk moment van de dag is

Nee, en dat is ook niet nodig. De huidige monitoringsinspanning zet in op het identificeren van wolventerritoria, de territoriale wolven (bij roedels is dit het ouderpaar) en of er sprake is van reproductie. De data worden verzameld via het BIJ12 Wolvenmeldpunt en bestaan uit losse meldingen vanuit publiek, gericht veldonderzoek onder coördinatie van de Zoogdiervereniging en data uit schadegevallen door wolven bij vee. Deze data worden geaggregeerd per wolvenjaar (1 mei tot en met 30 april) en ze zijn nodig voor de wettelijk verplichte rapportage aan de Europese Commissie. Bovendien worden tussentijdse voortgangsrapportages gepubliceerd door BIJ12. De achtergronden en methoden van deze monitoring staan beschreven in het Monitoringsplan Wolf. Om te kunnen weten waar wolven zich op elk moment van de dag bevinden, zouden dieren gezenderd moeten worden. Zenderen is een fauna-activiteit waarvoor binnen de Omgevingswet een vergunning moet worden aangevraagd op basis van de Wet op de Dierproeven. Op het moment zijn er geen wolven in Nederland gezenderd.

29. Wolven in Nederland zijn gechipt

Om wolven te chippen moeten deze gevangen en behandeld worden. Behalve dat dit niet is toegestaan zonder vergunning (EU richtlijn 2010/63/EU), is het niet haalbaar bij iedere wolf en eigenlijk ook niet nodig. Chips kun je alleen op korte afstand uitlezen, dus monitoring op basis van chips is praktisch onuitvoerbaar. Individuele identificatie van dieren via non-invasieve methoden zoals het nemen van DNA-monsters bij prooidieren en uitwerpselen is veel eenvoudiger en geeft een beter beeld.

30. Wolven vormen een enorme economische schadepost

Wolven veroorzaken economische schade door het doden van gehouden dieren. In 2023 resulteerde dit in een totale tegemoetkoming van 353.292 euro, waarvan 98 procent voorkomen had kunnen worden (zie ook 13). Het is van belang om dit bedrag in perspectief te plaatsen: de totale schade door fauna bedraagt 55.170.586 euro. De wolf staat niet in de top tien meest schadeveroorzakende diersoorten.

31. We hebben subsidieregelingen om boeren te ondersteunen

Op dit moment zijn er uitsluitend subsidieregelingen voor aanschaf en eenmalige plaatsing van wolfwerende maatregelen. Deze subsidies richten zich daardoor met name op dierhouders met eigen grond. Dierhouders met verplaatsende kuddes hebben onvoldoende baat bij de eenmalige aanschaf van materialen in verband met hoge arbeidskosten die gepaard gaan met het verplaatsen van rasters. Zonder extra financiële steun dreigt voor deze bedrijven uiteindelijk faillissement. De focus van het Landelijk Team Veebescherming is beperkt, een deel van de dierhouders dreigt hierdoor buiten de boot te vallen. Met name voor weidebedrijven dreigt bij uitblijven van extra financiële ondersteuning een koude sanering.

32. Wolven horen hier niet thuis

Of iets of iemand ergens ‘thuishoort’ of niet, is een waarde-oordeel en vanzelfsprekend is het samenleven met wolven een uitdaging waar we als maatschappij gezamenlijk aan moeten werken. Echter, als je teruggaat in de tijd, dan is duidelijk dat wolven, voordat wij ze in Nederland hebben uitgeroeid, hier al lange tijd hebben geleefd. Het is een inheemse diersoort. De vestiging in verschillende delen van ons land laat zien dat ze hier goed kunnen leven.

33. Wolven schieten mag niet van Europa

Ook onder de huidige Europese wetgeving (Habitatrichtlijn art. 16) is het mogelijk om een wolf te schieten in ernstig problematische situaties. Hierbij is het wel van belang dat de ingreep nodig is, dat het niet de staat van instandhouding in gevaar brengt en dat er geen andere bevredigende maatregelen mogelijk zijn. Ook in andere Europese landen, waaronder Duitsland, grijpt men onder de huidige Europese wetgeving al in bij probleemwolven.

34. Ingrijpen met vangen, zenderen of paintball is niet mogelijk bij wolven

Ondanks dat het in Nederland nog niet gebeurd is, kan er onder de huidige wetgeving en beschermde status ingegrepen worden bij probleemwolven door het dier te vangen, te zenderen of af te schrikken door middel van paintball. Deze maatregelen zijn bedoeld om wolven die problematisch gedrag vertonen, zoals het actief benaderen van mensen tot minder dan dertig meter afstand, af te schrikken. In het buitenland zijn deze maatregelen al bewezen effectief gebleken. Omdat wolven beschermd zijn, dient er voor deze maatregelen een vergunningsaanvraag gedaan te worden. Bij voldoende goede argumentatie over de noodzaak van de interventie en de overwegingen voor minder verstorende opties kan de vergunning verleend worden. Bij juridische procedures zoals op de Utrechtste Heuvelrug of op de Hoge Veluwe heeft dit proces vaak lang geduurd. Door hiervan te leren en jurisprudentie op te bouwen, kan dit proces in de toekomst versneld doorlopen worden en is de kans op escalatie van mens-wolfconflict kleiner.

35. De heide op de Veluwe verbost zonder moeflons

De belangrijkste drukactoren voor heidegebieden zijn stikstof en verdroging, die elkaars negatieve effecten versterken. Moeflons kunnen effectief zijn bij heidebeheer, maar er zijn ook andere strategieën. In veel Nederlandse heidegebieden wordt van oudsher kuddebeheer ingezet. Dit is niet alleen een effectieve manier om de heide open te houden en soortendiversiteit te stimuleren, maar herbergt ook cultuurhistorische en recreatieve waarde.

36. Wolven zijn nachtdieren die alleen in bossen leven

Het beeld dat wij als moderne westerse maatschappij van de wolf gevormd hebben, is dat deze vooral leeft in de nachtelijke uren in grote uitgestrekte bossen ver bij de bewoonde wereld vandaan. De realiteit laat zien dat dit wat genuanceerder ligt. Wolven zijn tot in deze gebieden vervolgd, waardoor er een scheef beeld is ontstaan van het natuurlijke habitat van wolven. Wolven leven vaak in bossen, maar zolang er voldoende voedsel, rust en ruimte is, kunnen wolven ook goed leven in andere landschappen, zoals moeras of agrarisch gebied. De piekactiviteit van wolven ligt in de nacht en rond de avond en ochtend, de momenten waarop ook hun prooidieren actief zijn. Maar soms, zeker tijdens zwerftochten, zijn ze ook overdag actief.

37. Als we niet beheren worden wolven tam

Dit is een contradictio in terminis. Wolven zijn roofdieren die in optimale conditie moeten zijn en blijven om te kunnen overleven. Dit zorgt ervoor dat ze van nature risicomijdend gedrag vertonen en behoorlijke angst voor nieuwe dingen (neofobie) hebben. Wolven gaan mensen liever uit de weg. Pas als wolven positieve associaties krijgen met mensen (door bijvoorbeeld voeren, gewenning op jonge leeftijd of het tekort aan mogelijkheid om zich te verschuilen) kunnen ze hun angst (gedeeltelijk) verliezen of hun gedrag ten opzichte van mensen aanpassen. Wanneer men zich houdt aan de normale gedragsregels omtrent de omgang met de natuur (en wolven), dan zal ingrijpen niet of slechts in zeer uitzonderlijke gevallen nodig zijn om wolven mensmijdend te houden.

Bij situaties waarbij wolven bewust te dicht in de buurt van mensen komen (actief en bewust benaderen van mensen op een afstand korter dan dertig meter), is snel handelen van belang om onnodig risico en escalatie van de situatie te voorkomen. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de Interventierichtlijnen, maar deze bleken bij situaties in Utrecht en Gelderland te specifiek en slecht toepasbaar. Daardoor is het aan te raden om zoveel als mogelijk aan te sluiten bij de richtlijnen van Reinhardt en collega's uit 2020.

Op sociale media worden regelmatig meldingen gedaan van wolven die geen wolven blijken te zijn

38. Ik was / wij waren hier eerder dan de wolf

Wolven hebben hier van oorsprong altijd geleefd, en zijn door menselijk handelen uitgeroeid. De terugkeer van de wolf veroorzaakt bij sommige mensen zorgen. Deze zorgen moeten serieus genomen worden en daarom verdient de terugkeer van de wolf een heldere en realistische communicatie vanuit de overheid. Nederland kan hierbij goed leren van andere landen waar wolven nooit zijn uitgeroeid én van het Westen van Duitsland en andere regio’s waar wolven recentelijk zijn teruggekeerd. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat een groot deel van de Nederlandse maatschappij positief is over de terugkeervan wolven.

39. Anticonceptie is een goed idee

Het toepassen van anticonceptie door middel van een prikpil of chemische sterilisatie is zowel onwenselijk als onhaalbaar. Onwenselijk omdat anticonceptie niet bijdraagt aan het bereiken van de gunstige staat van instandhouding, onhaalbaar omdat je wolven tot dertig meter moet naderen. Onwenselijk ook, omdat het geen enkel doel dient: of er nu wel of geen welpen geboren worden, er zullen altijd preventieve maatregelen genomen moeten worden om schade te voorkomen.

40. Elke ‘wolf’ is ook echt een wolf

Op sociale media en bij het Wolvenmeldpunt worden er geregeld meldingen gedaan van wolven die achteraf geen wolf blijken te zijn. Deze meldingen worden vaak rondgestuurd en gaan daarmee een eigen leven lijden. Verschillen tussen wolven en honden zijn lastig waar te nemen, dus enige terughoudendheid is van belang.

Tekst: Sander Turnhout, SoortenNL; Glenn Lelieveld
Beeld: Mark Zekhuis, Saxifraga; SoortenNL