Natuurbraak veelbelovende maatregel voor de veldleeuwerik
Vogelbescherming NederlandHet grootste knelpunt voor leeuweriken die in akkerbouwgebieden broeden, is het ontbreken van geschikte en veilige nestplekken. Om hierin te voorzien, startten Vogelbescherming Nederland en Bauke Koole Onderzoek Ecologie Educatie in samenwerking met drie agrarische collectieven een pilot ‘Natuurbraak’.
Vanouds is 'braaklegging' een maatregel die goed is voor veel vogelsoorten van het Europese boerenland. Dit komt doordat percelen die zijn braakgelegd extensief beheerd worden (geen bemesting, bestrijdingsmiddelen, grondbewerking en maaiactiviteiten) en een heterogene vegetatiestructuur hebben. Dit sluit aan bij de behoeften van diverse soorten akkervogels. Braaklegging voor boerenlandvogels werd en wordt in het Nederlandse agrarisch natuurbeheer nog maar weinig toegepast.
Geschikte en veilige gewassen
Voor de eerste legsels kan de veldleeuwerik nog wel in graanvelden terecht, maar vanaf ongeveer eind mei zijn die granen te hoog en te dichtgegroeid voor vervolglegsels. Dan moet de veldleeuwerik dus uit kunnen wijken naar alternatieve gewassen die geschikt zijn om in te broeden. Dan gaat het vaak mis, omdat geschikte gewassen ontbreken of ‘onveilig’ zijn om in te broeden. Tot die laatste categorie behoren onder andere grasland, klaver- en luzernevelden. Dit zijn gewassen waarin veldleeuweriken graag broeden, maar vanwege maaiactiviteiten in deze gewassen is het niet altijd een veilige keuze.
De vraagstelling in deze pilot was of percelen met natuurbraak gedurende het hele broedseizoen (vanaf eind april tot half juli) zonder onderbreking geschikt én veilig broedhabitat zouden kunnen zijn voor veldleeuweriken. Dit in tegenstelling tot akkerbouwgewassen die voor broedende veldleeuweriken grotendeels ongeschikt zijn (bijvoorbeeld aardappel en ui), of alleen maar een deel van het broedseizoen geschikt zijn (zoals granen, suikerbieten en mais) of onveilig zijn omdat ze in het broedseizoen gemaaid worden (zoals gras, klaver en luzerne).
Broedactiviteiten
In het kader van de pilot ‘Natuurbraak’ hebben we in het broedseizoen van 2024 elf percelen met een vorm van natuurbraak gevolgd. Er is gekeken naar broedactiviteiten van veldleeuweriken en de ontwikkeling van de vegetatie. De betrokken percelen (tussen de vier en acht hectare groot) lagen voor het grootste deel in een open akkerbouwlandschap in de werkgebieden van de agrarische collectieven BoerenNatuur Midden-Groningen, Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen en Agrarische Natuur Drenthe. De percelen kenden een uiteenlopende voorgeschiedenis. In zes percelen was in 2023 of eerder een mengsel ingezaaid. Vier percelen betroffen een graanstoppel met spontane vegetatie-ontwikkeling. In een perceel was na een reguliere graanteelt rogge als vanggewas ingezaaid.
Belangrijkste uitkomsten
De broedactiviteiten van leeuweriken zijn gemonitord. Hieruit bleek dat zes van de elf percelen met natuurbraak gedurende het gehele broedseizoen geschikte broedgelegenheid leken te bieden. Op deze percelen broedden meerdere paren van de veldleeuwerik. Dit wijst erop dat de vegetatiestructuur in deze percelen het hele broedseizoen geschikt is geweest voor broedende veldleeuweriken. De betreffende natuurbraakpercelen waren vermoedelijk mede aantrekkelijk door de afwisseling van hogere en lagere vegetatie (heterogeniteit) en goed voedselaanbod. Dit laatste hebben we in deze pilot overigens niet gemeten.
De natuurbraakpercelen op de lichtere zand- en venige gronden bleken meer leeuweriken te huisvesten dan de percelen op de kleigronden. Een deel van de verklaring hiervoor is dat de percelen op klei in regio’s lagen waar veldleeuweriken minder talrijk voorkomen. Op een perceel op kleigrond met voornamelijk grassen ('grasbraak') bleek in de loop van het broedseizoen een te hoge en dichte vegetatie te ontstaan. Hierdoor werd deze ongeschikt voor de veldleeuwerik. Een tussentijdse maaibeurt was hier nodig om de vegetatie terug te zetten. In graanstoppels op kleigrond kwam het probleemonkruid duist op. De noodzakelijk geachte bestrijding van dit probleemonkruid bleek niet te combineren met het creëren van een voor veldleeuweriken geschikte vegetatie in die stoppels.
Een perceel in deze pilot betrof een perceel waarin rogge als vanggewas was ingezaaid na een reguliere graanteelt. In het broedseizoen van 2024 was sprake van een open en ijl rogge-gewas. Het perceel huisvestte weinig leeuweriken, waarschijnlijk vanwege een ongunstige ligging. Het is zeker de moeite waard deze invulling van natuurbraak in veldleeuwerik-rijker gebied nog eens te testen. Ook het ongemoeid laten van met vanggewassen ingezaaide maisstoppels als invulling van tijdelijke natuurbraak zou zeer goed kunnen werken.
Veldleeuwerikfestijn
Het doel van natuurbraak is veldleeuweriken gedurende het hele broedseizoen geschikte broedgelegenheid te bieden. Op grond van de resultaten van deze pilot is volveldse natuurbraak een goede aanvulling op de al langer bestaande agrarisch natuurbeheermaatregelen voor akkervogels in open akkerland. Bijvoorbeeld de eveneens volveldse maatregelen ‘vogelakker’ (met luzerne die in het broedseizoen gemaaid wordt) en ‘vogelgraan’ (ruimer gezaaide en insecticidenvrije graanteelt met vooralsnog onbekend effect op veldleeuwerik). Dit kan binnen de bestaande kaders van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer vormgegeven worden. Natuurbraak kan ook als eco-activiteit ‘groene braak’ uitgevoerd worden.
Omdat boeren zich in de eerste plaats als voedselproducenten zien, is braaklegging in landbouwkringen een beladen term. Toch verschilt ‘natuurbraak’ in wezen niet van het veel breder geaccepteerde akkerrandenbeheer, maar dan uitgevoerd als volveldse maatregel. Dit heeft een grote meerwaarde voor soorten als de veldleeuwerik. Verder zijn er ongetwijfeld mogelijkheden om de maatregel ‘natuurbraak’ aantrekkelijker te maken voor boeren. Bijvoorbeeld door deze zodanig in te vullen dat er ook landbouwkundige voordelen aan kleven. Denk aan bevordering van bodemvruchtbaarheid of stikstofbinding. Dit vraagt om vervolgexperimenten, waarbij verfijndere invullingen van braaklegging nader getest worden. Daarbij is het van belang dat het vergroten van landbouwkundige voordelen niet ten koste gaat van de functionaliteit voor de veldleeuwerik. Dat is uiteraard het bieden van geschikt en veilig broedhabitat gedurende het gehele broedseizoen.
Sommige van de percelen die meedraaiden in de pilot, boden in de zomer een waar veldleeuwerikfestijn. We hopen dan ook dat de maatregel ‘natuurbraak’ in de praktijk van het agrarisch natuurbeheer navolging gaat vinden.
Meer informatie
- De volledige rapportage over de pilot Natuurbraak is opvraagbaar bij Jules Bos.
- De pilot Natuurbraak is financieel mogelijk gemaakt door een bijdrage vanuit de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw.
Tekst: Jules Bos, Vogelbescherming Nederland en Bauke Koole, Bauke Koole Onderzoek Ecologie Educatie
Beeld: Bauke Koole