Een zweefvlieg met toverstafjes: klimopglanszweefvlieg nieuw voor Nederland
EIS Kenniscentrum InsectenVrijdag de 13e
Voor sommigen is vrijdag de 13e een geluksdag. Zo ook voor Petra Fleurbaaij, die op 13 oktober de eerste was die in Nederland een klimopglanszweefvlieg te zien kreeg. Met temperaturen van boven de twintig graden was het een uitzondelijk warme herfstdag. ’s Ochtends had het nog geregend, maar in de middag scheen de zon op de bloeiende klimop in boswachterij Dorst in het Brabantse Oosterhout. Op die klimop zat een prachtige zweefvlieg van de nectar te snoepen: een vrouwtje van de klimopglanszweefvlieg (Callicera spinolae). Het lukte haar om een goede foto te maken, zodat de determinatie bevestigd kon worden. Op 19 en 21 oktober was het weer raak: Petra zag ook op deze dagen op dezelfde plek een klimopglanszweefvlieg. Op beide laatste dagen ging het vermoedelijk om hetzelfde vrouwtje, vanwege een kleine beschadiging aan de vleugel die op sommige foto's te zien was. Of het ook op 13 oktober het zelfde individu betrof, is niet duidelijk.
Toverstafjes
Wie als kind met een goocheldoos heeft gespeeld, kent ze wel: die zwarte toverstafjes met witte uiteinden. De lange antennen van glanszweefvliegen doen hieraan denken. Het zijn wonderschone insecten met een gouden glans en oranje poten. De klimopglanszweefvlieg lijkt op de andere vier Nederlandse soorten glanszweefvliegen, maar verschilt hiervan onder andere door de brede dofzwarte banden op het verder goudglanzende achterlijf.
Klimop en oude loofbomen
Klimopglanszweefvliegen worden vaak gezien op bloeiende klimop. Deze soort vliegt voor zweefvliegen uitzonderlijk laat in het jaar: pas in september en oktober laat hij zich zien, eerder niet. Klimop is op veel plekken dan nog de enige bloeiende plant, dus de bloemen zijn een magneet voor vele soorten zweefvliegen, bijen, wespen, vlinders en andere insecten.
Als larve leeft de klimopglanszweefvlieg in rottingsholten in oude loofbomen. Hij lijkt hierin niet kieskeurig: de larven zijn bekend uit populier, beuk, eik, es, berk, spaanse aak en kastanje. Toch zijn zulke oude bomen (‘veteraanbomen’) met geschikte holten lang niet overal te vinden, wat de zeldzaamheid van de soort mede verklaart. De larve doet er gewoonlijk minstens twee jaar over om zich te ontwikkelen.
Zeldzaam maar verwacht
Eigenlijk zat ie er al een beetje aan te komen. De klimopglanszweefvlieg heeft in Europa een zuidelijke verspreiding en komt rond de Middellandse Zee wat meer voor. Meer naar het noorden is het een echte zeldzaamheid, die in recente jaren echter steeds vaker wordt gevonden. In 2017 dook de eerste klimopglanszweefvlieg in België op en inmiddels zijn er daar al 20 gezien. Ook in Duitsland breidt de soort zich naar het noorden toe uit. Vermoedelijk heeft deze uitbreiding vooral met klimaatverandering te maken. Ook profiteert de soort mogelijk van het ouder worden van bossen en veranderd bosbeheer. Het zit er dus wel in dat de klimopglanszweefvlieg zich ook bij ons vaker zal laten zien.
Glanszweefvliegen zijn snelle dieren, die er bij geringe verstoring rap vandoor vliegen. Het kan daarom lastig zijn om ze met camera of insectennet te pakken te krijgen. Maar met geduld en een oplettend oog kan het lukken en dan heb je ook echt een juweeltje te pakken. Zonder wrijving geen glans!
Tekst: Menno Reemer, EIS Kenniscentrum Insecten & Petra Fleurbaaij
Foto’s: Petra Fleurbaaij (leadfoto: vrouwtje klimopglanszweeflieg); Sander Bot