Kwelderknikmos - primair

Week van de knikmossen

BLWG, SoortenNL
17-JUL-2023 - Er komen talloze mossen in Nederland voor. De knikmossen vormen een erg onbekende groep binnen de mossen. Sommige knikmossen behoren echter tot de meest voorkomende mossensoorten van Nederland. Veel algemene soorten zijn gelukkig niet zo moeilijk te herkennen. Daarom is het nu de week van de knikmossen.

Gedraaid knikmosVeel mensen zullen het gebrek aan planten op muren, natuurontwikkelingsterreinen, oud hout of andere schijnbaar kale omgevingen zoals boomstammen, zien als een soort woestijn: er leeft niet zoveel. Wanneer je deze ‘kale’ substraten echter van dichterbij bekijkt, kun je veel kleine groene mospolletjes aantreffen. Veel mossoorten die op kale of omgewerkte grond, maar ook op andere pioniersubstraten verschijnen, behoren tot de knikmossen.

Knikkende sporenkapsels

De wetenschappelijke naam van de knikmossen is al bijzonder: Bryum. Vanwege de betekenis van deze naam is deze mossengroep in zekere zin het meest ‘mos’ van alle mossen, de naam is namelijk afgeleid van het griekse ‘bryon’ wat letterlijk ‘mos’ betekent. De Nederlandse naam ‘knikmos’ dankt deze groep aan de vaak opvallende vruchtlichamen waarin de sporen zich ontwikkelen. Zoals alle mossen verspreiden knikmossen zichzelf door sporen te vormen in een zogenaamd ‘kapsel’. Deze kapsels staan eigenlijk altijd op een rozet van bladeren of op korte stengeltjes. Bij sommige knikmossen kunnen de plantjes zelf zo klein zijn dat ze vooral opgemerkt worden wanneer ze kapselen. Het kapsel is namelijk vaak vele malen hoger dan het mos zelf en heeft een opvallend ‘knikkend’ hoofdje. In dit hoofdje worden de sporen gevormd. Als de sporen rijp zijn, worden deze via een opening losgelaten in de lucht. Binnen de knikmossen kunnen de kapsels allerlei vormen aannemen. De kenmerken van deze kapsels zijn essentieel voor de herkenning van veel soorten. De blaadjes lijken namelijk vaak op elkaar en zijn overwegend eivormig.

Bijzondere aanpassingen

Knikmossen zijn vaak aangepast aan hele specifieke milieus, wat de herkenning van meerdere algemene soorten vergemakkelijkt. Zo zijn enkele soorten heel algemeen op stenen muurtjes en daken in steden te vinden. Deze soorten zijn aangepast aan hele droge en door de zon geschroeide omstandigheden. Het zilvermos (Bryum argentum) is daar aanwezig waar bijna niks anders durft te groeien. Het maakt kleine polletjes op hele droge stenige plaatsen, zoals op dakpannen en stoepstenen. Het kan zich ook vestigen in allerlei andere pioniermilieus, zelfs op een oude koeienvlaai in weilanden. Het kan overleven door een bijzondere aanpassing. De blaadjes zijn zilverkleurig, wat een deel van de straling van de zon weerkaatst en het mos beschermt.

Links: gedraaid knikmos wanneer er genoeg vocht aanwezig is. Als er genoeg water is, zijn kapsels algemeen aan te treffen. Rechts: bij verdroging drogen de blaadjes gedraaid in. Aan de linkerkant zijn verdroogde plantjes zichtbaar; aan de rechterkant nog ontplooide plantjes

Sommige soorten proberen in dezelfde omstandigheden de zon niet eens te weren, maar proberen droge periodes te overleven door volledig uit te drogen. In natte periodes, zoals de winter, kunnen deze soorten naar hartenlust groeien en zich voortplanten. De truc is om de droge zomerperiode te overleven. Het gedraaid knikmos (Bryum capillare) kan tijdens deze periode in een soort ‘zomerrust’ gaan. De blaadjes draaien bij het drogen op een typische manier cilindrisch in elkaar. Wanneer de regen komt, ontplooien de blaadjes zich weer. Op bakstenen muurtjes, stoepvoegen en andere stenige plaatsen is gedraaid knikmos samen met zilvermos vaak het meest algemene mos. Wanneer de soort kapselt kan het stukjes muur omtoveren in een micro-bos.

Pioniers

Korrelknikmossen vormen talloze broedlichamen in de oksels van de blaadjesOp omgeploegde of verstoorde grond zijn knikmossen vaak een van de eerste pioniers. Op lemige voedselrijke pioniergrond kunnen sommige Bryums al snel hele plakkaten vormen. Vaak komt dit door het vormen van broedlichamen die, wanneer ze loskomen, snel uitgroeien tot een nieuwe plant. Het braamknikmos (Bryum rubens) is een van de fraaiste knikmossen en vormt zowel ondergronds als in bladoksels rode broedlichamen die met fantasie lijken op, je raadt het al, kleine bramen. Korrelknikmossen (Bryum gemmiferum, B. barnessi, B. dichotomum) maken bleekgroene broedlichamen in de vorm van ‘korrels’ die tussen de blaadjes gevormd worden. Dit zijn soorten die zich razendsnel over open terreinen kunnen verspreiden en de weg banen voor andere plantensoorten die minder graag op kale grond leven.

Niet alle soorten op braakliggende grond verspreiden zich met broedkorrels. Langs de kust kan de zee grote kwelders of zandvlaktes vormen, zoals de Hors op de Texel. Een bijzonder mooi knikmos dat hier kan groeien en onder andere herkenbaar is aan het korte peervormige kapsel is kwelderknikmos (Bryum warneum). Deze soort is bij ons zeldzaam, maar kan massaal opduiken wanneer zandvlaktes droogvallen. Een echte kustsoort dus. De fraaie kapsels produceren samen gigantische aantallen sporen, wat de kans dat tenminste één spore op een geschikte plek kan kiemen vergroot.

'Tolvormige Knikvrucht' of 'Urnknikmos', zoals deze nu heet, werd al begin vorige eeuw gevonden en nauwkeurig afgebeeld in de Flora Batava

Uitgestorven, of toch niet?

Sommige soorten knikmos zijn zo specialistisch dat hun leefgebied al lang verloren is gegaan in Nederland of ze om andere redenen uitgestorven zijn. Sommige van deze soorten zijn al meer dan een eeuw geleden beschreven, maar daarna nooit meer in Nederland gevonden. Sommige soorten zouden nog in Nederland voor kunnen komen, maar worden niet opgemerkt door de soms lastige herkenning. Daarnaast kijken weinig mensen naar knikmossen en wordt er vaak over bijzondere soorten heen gekeken die er nog wel zijn. Zo werd het prachtknikmos (Bryum montanum) begin deze eeuw nog herontdekt. Voor de mossenliefhebbers die wat uitdaging zoeken, bieden knikmossen dus genoeg mogelijkheden om interessante ontdekkingen te doen.

Hoewel weinigen zich wagen aan de knikmossen, waren er begin vorige eeuw al wel mensen die het erop waagden om deze groep te onderzoeken. Zoals Cornelius Marinus van der Sande Lacoste (1815-1887) veel bijzondere knikmossen vond, waaronder het urnknikmos (Bryum turbinatum). Deze soort werd nog in de oude Flora Batava beschreven op basis van exemplaren die Lacoste gevonden had. Het had destijds de bijzondere naam ‘tolvormige knikvrucht’ en is voor het laatst in 1974 in Nederland aangetroffen.

Voordat je zelf gaat zoeken naar deze zeer zeldzame soorten, probeer dan eerst eens de zilveren polletjes van het zilvermos te vinden in je eigen tuin, of de gedraaide blaadjes van het gedraaid knikmos op oude muurtjes. Wie weet wat voor andere knikmossen er nog gevonden worden op dit soort speurtochten?

Meer informatie

Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in De week van de… Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid.

Tekst: Harold Timans
Foto's: Gerben Boer (leadfoto: kwelderknikmos); Arjan de Groot; Tom Schrier; Lukas Verboom; Koen Verhoogt
Prent: BioLib.de