Vrijwilliger in beeld: Peter Eenshuistra – specialist in paddenstoelen, mossen, korstmossen én planten
BLWG, FLORON, Nederlandse Mycologische VerenigingKievitseieren
"Mijn passie voor natuur begon op de boerderij van mijn oom in Friesland. Samen met mijn vader ging ik kievitseieren rapen en vingen we vissen om die ’s avonds op te bakken. Prachtig vond ik dat, samen met vader op pad." Later volgde een lidmaatschap bij de Katholieke Jeugdbond voor Natuurstudie (KJN, een voorloper van de huidige JNM). Vakanties met de familie naar Noorwegen introduceerden hem in de wondere wereld van korstmossen. "Ik vond die grote baard- en rendiermossen fascinerend. Lang ben ik in die grote soorten blijven hangen. Pas later toen ik een microscoop had, ben ik kleinere korstmossen en paddenstoelen op naam gaan brengen." Naar mossen kijkt Peter nog maar tien jaar.
Ieder nadeel heeft zijn voordeel
Na een studie Natuurkunde ging Peter aan de slag als ontwikkelaar van printers en scanners in Venlo. Een grote ontslagronde in de economische crisis aan het begin van deze eeuw bood een nieuwe mogelijkheid: als ZZP’er deed hij plant- en vegetatieonderzoek en maakte zo werk van zijn hobby. Daarnaast deed hij af en toe onderzoek naar mossen en korstmossen in stuifzanden, en ook naar paddenstoelen. Nu de pensioenleeftijd nadert, doet Peter het rustiger aan met het aannemen van werk. "Ik inventariseer steeds vaker kilometerhokken voor de lol. Daar is veel eer aan te behalen in Noord-Limburg. Het is een wit gebied." Dat zijn gebieden in Nederland waarvan nog weinig waarnemingen bekend zijn of die al langere tijd niet meer onderzocht zijn, en waarvan we dus niet goed weten wat er allemaal groeit.
Vrijwilliger met hart en ziel
Naast het inventariseren van kilometerhokken is Peter als paddenstoelenspecialist coördinator voor het bosmeetnetwerk Zuid- en West-Nederland én voor de moeras- en zeereepwerkgroep. In deze functies begeleidt hij paddenstoelentellers en valideert hij waarnemingen. Inmiddels heeft hij 250.000 gevalideerde paddenstoelen op zijn naam staan. "Wees maar niet bang, dat doe ik zeker niet alleen! Paddenstoelen die ik niet goed ken, of twijfels over andere soorten deel ik graag met specialisten uit de werkgroepen." Verrassingen vindt hij af en toe in waarnemingen uit de app ObsIdentify. Veel waarnemingen uit deze app worden handmatig beoordeeld en soms leveren foute determinaties leuke waarnemingen op. "Zo heb ik zelfs al meerdere nieuwe soorten leren kennen. Ook hebben we hierdoor nieuwe vindplaatsen van bijzondere soorten gevonden”.
Stikstof blijft een grote boosdoener
Op de vraag welke trendverandering hem het meest is opgevallen in zijn decennialange onderzoeken, is hij duidelijk: "Door stikstof zijn veel zeldzame paddenstoelen nog zeldzamer geworden. Vergelijk het maar eens met de paddenstoelen in Zweden, waar dezelfde soorten nauwelijks achteruitgaan. Tussen 2000 en 2005 leek het iets beter te gaan met de paddenstoelen, maar helaas zette deze trend niet door. Hetzelfde geldt voor korstmossen in stuifzandgebieden en dan met name in Brabant en Limburg. Merkwaardig genoeg gaat het in het Brabantse Budel juist wel opvallend goed met korstmossen in heide en stuifzanden. Dankzij de zinkfabriek aldaar zitten er nog veel zware metalen in de grond. Hier kunnen vaatplanten niet goed tegen en daarvan profiteren paddenstoelen en korstmossen."
Van onderzoek naar bescherming
Er zijn steeds meer microscoopgebruikers in Limburg. "Daar ben ik blij mee. Zo is er steeds meer contact tussen lokale natuurvrijwilligers en kunnen we samen leren van de vondsten die we doen. Het lukt steeds beter de grote soortgroepen – zowel op kilometer- als op puntniveau – op de Limburgse kaart te zetten. Met name bijzondere soorten proberen we zo gedetailleerd mogelijk vast te leggen. Dat is van belang bij bescherming en dan met name bij paddenstoelen, omdat deze soortgroep geen wettelijke bescherming heeft. Hopelijk kunnen we met ons onderzoek de noodzaak voor bescherming duidelijk maken."
Floristen van de toekomst
Planten, mossen, korstmossen en paddenstoelen hebben gemeen dat de soortgroepen uit heel veel soorten bestaan en dat met name bij de laatste drie een microscoop noodzakelijk is bij het op naam brengen. Hoe vind je als beginnende florist je weg in dit oerwoud van soorten? "Allereerst raad ik je aan om gewoon te beginnen. Niet in je eentje, want dan is het te veel en te moeilijk. Ga het veld in met specialisten of sluit aan bij een excursie. Er zijn verspreid door Nederland heel goede werkgroepen. In Eindhoven is bijvoorbeeld een leuke mossenwerkgroep die ook regelmatig in Noord-Limburg komt. Zelf ga ik ook regelmatig met Duitsers op pad, dat is een groot voordeel van aan de grens wonen. Leer welke soorten je in het veld op naam kunt brengen, en welke soorten je thuis onder de microscoop moet leggen."
Florabalans
Peter Eenshuistra is geïnterviewd ter gelegenheid van het nieuw verschenen tijdschrift Florabalans. Dit is een gezamenlijke uitgave van FLORON, NMV en BLWG om de trends binnen de florasoortgroepen te belichten. Deze editie staat in het teken van bossen. Download het tijdschrift Florabalans.
Tekst: Leonie Tijsma, FLORON
Foto's: Maik Janssen (leadfoto: duinvegetatie met rendiermossen); Finy Salzmann-Wolfs; Alfons Vaessen; FLORON, BLWG & NMV)