Relaties tussen eigenschappen en trends van nachtvlinders
De VlinderstichtingEr is veel kennis over de eigenschappen van Britse en Nederlandse nachtvlinders. Dat zijn zaken als vleugellengte, overwinteringsstadium, of ze dag- of nachtactief zijn, hoeveel generaties ze per jaar hebben, het type waardplant (gras, bomen, kruiden, korstmos enzovoort), of ze gespecialiseerd zijn op een of slechts enkele waardplanten en het type leefgebied.
Uit de publicatie van onze Britse collega’s blijkt dat de nachtvlinders die als rups kruiden eten een negatievere aantalstrend hebben dan de soorten die bomen, struiken, korstmossen of nog andere dingen eten. Ook blijkt uit het onderzoek dat nachtvlinders van zowel naaldbossen als loofbossen een relatief positieve aantalstrend hebben. Het gaat relatief slecht met nachtvlinders die als ei overwinteren. Nachtvlinders met maar één generatie per jaar en soorten die maar weinig waardplantsoorten gebruiken, hebben ook een relatief negatieve verspreidingstrend. We zien duidelijke parallellen met de trends in Nederland. Dat het slecht gaat met ei-overwinteraars zien we ook bij de dagvlinders in Nederland. Uiteraard hangt het overwinteringsstadium ook samen met de timing van de andere levensstadia, deze soorten zijn automatisch een klein rupsje in het voorjaar en pas later vlinder dan de soorten die als pop of volgroeide rups overwinteren.
Dag- en nachtvlinders van bossen profiteren van het ouder worden van de bossen, en een toename van het bosareaal. Dat zien we in Nederland, en dat komt ook uit deze analyse. Analyses van kenmerken zijn altijd redelijk grof, je kunt niet alle details meenemen terwijl het in de ecologie vaak om de details gaat. Het zal onmogelijk blijven om op deze manier de trend van bepaalde soorten echt te voorspellen. Toch zijn ze niet nutteloos, je kunt juist uitzoomen en krijgt zo inzicht in welke grote patronen er zijn. Voor een deel zijn dat open deuren, want we weten wel dat de bossen ouder worden, maar soms levert het ook nieuwe inzichten op: dat ei-overwinteraars het bij zowel dag- als nachtvlinders lastig hebben, door snellere plantengroei in het voorjaar en droge zomers bijvoorbeeld.
Meer informatie
- Artikel Inconsistent results from trait-based analyses of moth trends point to complex drivers of change, is verschenen in Biodiversity and Conservation. Hier kunt u het artikel lezen (niet downloaden).
Tekst: Roy van Grunsven & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling (leadfoto: braamvlinder)