Kleine wintervlinder - primair

Week van de kleine wintervlinder

De Vlinderstichting, SoortenNL
25-NOV-2024 - Het is winter en dan zijn er geen vlinders. Dat zou je denken, want we associëren vlinders vooral met zomer, zon en warmte. Maar nachtvlinders hebben minder met de zon en er zijn er zelfs die pas verschijnen als het echt kouder begint te worden. Nu vliegt er een soort volop en daarom is het nu de week van de kleine wintervlinder.

Tijdens een goede avond kun je tientallen en soms zelfs honderden mannetjes op een boomstam aantreffenDe kleine wintervlinder is zeker geen zeldzaamheid. Hij komt verspreid door het hele land voor, maar is in de bosgebieden op de hogere zandgronden en in de duinen wel veel talrijker dan daarbuiten. Toch kennen veel mensen deze vlinder niet. Dat komt omdat de vlinders pas tevoorschijn komen als het donker is en dan zitten wij veelal binnen. Ongeveer een uur na zonsondergang, dus zeg maar vanaf een uur of zes, worden ze actief. Als je dan met een zaklamp het bos in gaat, heb je grote kans om ze tegen te komen. Schijn op de boomstammen en als je daar witte, lichtbruine driehoekjes, als een soort zeilbootjes, op ziet zitten heb je te maken met de kleine wintervlinder. De mannetjes verzamelen zich op de boomstammen met tientallen en soms zelfs honderden bij elkaar. In een topnacht kan je zomaar, tijdens een speurtocht van één tot anderhalf uur, wel meer dan tweeduizend mannetjes tellen.

Twee vrouwtjes (links) en twee paringen (rechts) van de kleine wintervlinder

Vrouwtjes kunnen niet vliegen

Een mannetje zit meestal met de vleugels omhoog, als een soort zeilscheepje, op de boomDie mannetjes zitten met z’n allen te wachten op vrouwtjes. Deze zitten als pop in de strooisellaag, in de bladeren onder de bomen. Als de vlinder uit de pop komt, kruipt ze omhoog tegen de stam aan. Het zijn namelijk vleugelloze vrouwtjes, die niet kunnen vliegen. Helemaal vleugelloos zijn ze trouwens niet, want je ziet nog kleine stompjes zitten op de plek waar vele duizenden jaren geleden de vleugels zaten. In de loop van de jaren zijn deze in onbruik geraakt en uiteindelijk vrijwel verdwenen. Dit zien we bij meer vlinders die in de winter of het vroege voorjaar vliegen. De vrouwtjes komen, tijdens hun tocht naar boven, zeker ende vast mannetjes tegen en ze paren ergens op de onderste twee meter. Na de paring kruipt het vrouwtje verder omhoog en legt eitjes in de boomkruin. De vrouwtjes zijn dus zeer honkvast en plaatstrouw. De verspreiding van de kleine wintervlinder gebeurt door de rupsen. De jonge nuchtere rupsjes laten zich, met zijden draadjes, door de lucht meevoeren en komen meters tot kilometers van de plek waar ze uit het ei zijn gekomen terecht. Die rupsen zijn trouwens een belangrijke voedselbron voor vogels, vooral mezen. Ze zijn zo talrijk dat ze vaak het hoofdvoedsel zijn voor jonge koolmezen en andere insectenetende vogels.

Het is zeker de moeite waard om eens in de buurt te gaan zoeken, maar bedenk wel dat veel bosgebieden ’s avonds niet vrij toegankelijk zijn. Daarvoor moet je dus toestemming vragen aan de eigenaar of beheerder. Ook buiten de echte bossen kun je trouwens wel wintervlinders vinden en misschien zelfs wel in je eigen tuin op een boomstam of op het verlichte keukenraam.

Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in de Week van… Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting