Zwartvlekwinteruil - primair

Midden in de winternacht

De Vlinderstichting
26-DEC-2024 - Het is kerst en een van de liedjes die dan gezongen worden is ‘Midden in de winternacht’. Nu is de kersttijd vol afspraken, ontmoetingen en bezoeken en vaak is er geen tijd voor andere zaken. Toch is er, zelfs midden in de winter en ’s nachts, nog wel degelijk wat in de natuur te ontdekken. Er zijn nachtvlinders die ook 1e kerstdag actief zijn, als de nacht tenminste niet te koud is.

BosbesuilGisterenavond, eerste kerstdag 25 december, was een avond dat de temperatuur niet onder de zeven graden zakte. Dat zijn de avonden dat een aantal uilen – nachtvlinders – actief zijn. Het motregende wel, maar daar kunnen die nachtvlinders best goed tegen. Je kunt natuurlijk in het donker rond gaan lopen met je zaklantaarn, maar de kans dat je dan zo’n mot te zien krijgt, is niet zo groot. Dé manier om deze wel te zien te krijgen, is stropen of smeren. Je smeert een zoet en vaak ook alcoholisch stroopmengsel op een boomstam en de geur daarvan lokt de uilen, die met hun lange roltong van de zoetigheid snoepen. Dit is nuttig, want dit zorgt voor meer energie, waarmee ze kunnen vliegen en zich voortplanten. Zonder onze hulp zoeken ze die zoetigheid op een andere manier, bijvoorbeeld in hars van beschadigde bomen, maar nu is het tafeltje-dek-je. In een eerder natuurbericht staat een recept voor smeer, maar je kunt daar op allerlei manieren van afwijken. Het belangrijkste is dat het heerlijk zoet is, de alcohol is vooral goed om de geur beter te verspreiden.

Drie uilen die nu in warme nachten actief zijn

Er zijn drie soorten die wijd verbreid zijn en die de hele winter in zachte nachten op stroop te verwachten zijn: bosbesuil, wachtervlinder en zwartvlekwinteruil. De bosbesuil verschijnt in oktober-november en is de hele winter aanwezig, als het koud is in winterrust en bij hogere temperatuur actief. De rupsen leven op diverse loofbomen en struiken en vanaf het derde stadium eten de rupsen ook van kruidachtige planten, waaronder zuring.

De wachtervlinder heeft een niervlek met twee kleine satellietvlekjes. De kleur van de vlekjes kan variëren van wit tot bruinDe wachtervlinder is een gewone soort die verspreid over het hele land voorkomt in loofbossen, struwelen, parken en tuinen. De rups is niet erg kritisch en leeft van allerlei loofbomen en struiken, waaronder eik, sleedoorn, meidoorn, iep en spaanse aak. De wachtervlinder is goed te herkennen aan twee satellietvlekjes die zich aan weerszijden van de niervlek bevinden. De kleur van de vlekken kan variëren van wit tot diep bruin.

Een derde nachtvlinder die de komende weken regelmatig is te vinden, is de zwartvlekwinteruil. Dit was tot een jaar of tien geleden een niet zo gewone soort, die vooral in het zuiden aanwezig was, maar hij breidt zich de laatste jaren sterk uit en kan inmiddels als algemene soort gezien worden. Ook in het noorden van het land komt hij steeds meer voor. Het is een soort van loofbossen, bospaden, open plekken in het bos, houtwallen, verwilderde tuinen en boomgaarden. Ook in het stedelijk gebied is hij volop aanwezig. Zelfs midden in de winternacht kun je dus nachtvlinderen.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting