Rewilding redt water in stroomgebied Limburgse beken

ARK Rewilding Nederland
19-APR-2025 - Twintig kilometer drainagebuis is opgediept uit de hellingen van het Limburgse heuvelland. Een kleine 120 hectare grasland is door ARK Rewilding Nederland onderzocht op achtergebleven ontwateringsbuizen. De gevonden pijpjes van klei en de slangen van plastic zijn verwijderd. Dit maakt dat regenwater weer langzaam in de bodem kan zakken. Dat heeft grote voordelen voor alle bewoners.

Het opsporen en verwijderen van drainages helpt namelijk tegen droogte én tegen wateroverlast. Weinig mensen weten dat in het Geuldal en Gulpdal op veel plaatsen drainage is ingegraven. Het Limburgse heuvelland – waar op 20 april de Amstel Gold Race wordt gereden – is in feite een hoog plateau, bedekt met een laag löss. Het is doorsneden door een rijkvertakt netwerk van droogdalen en beekdalen.

Bijzondere flora en fauna

Dit watersysteem is complex door de combinatie van grote hoogteverschillen en verschillende lagen in de bodem. Sommige van deze oude lagen laten het water wel goed door (zand- en krijtsteenlagen) en andere niet of nauwelijks (dichte leem- en kleilagen). Op de ene plek zijn waterdoorlatende (krijt)lagen heel dik en reiken ze tot hoog op de helling (Plateau van Margraten). Hier kan regenwater diep wegzakken. Aan de voet van de helling, in een diep dal, komt dit water als kwel weer tevoorschijn. Bijzondere planten zoals paarbladig goudveil, bittere veldkers, reuzenpaardenstaart en gele zegge profiteren van dit schone, kalkrijke water. In de beken komen zeldzame soorten macrofauna voor zoals kokerjuffers, steenvliegen, platwormen en vlokreeften. De zeer bedreigde vuursalamander is voor zijn voortplanting afhankelijk van bronnen en bronbeekjes.

Weelderige nat-hooilandvegetatie bij de Volmolen in het Geuldal

Agrarisch landgebruik en waterhuishouding

Tot in de Middeleeuwen werd de landbouw vooral bedreven op de hoge, rijke lössplateau’s en in de beekdalen. Daarna werden ook de hellingen ontgonnen, met uitzondering van de steilste delen die bebost zijn gebleven. Net als elders in Nederland zijn hier ontwateringsbuizen in de grond ingegraven. Deze drainagebuizen voeren water af naar sloten, zodat het land met zware landbouwmachines bewerkt kan worden. 

Van landbouw naar natuur, van droog naar nat

Inmiddels is een deel van deze landbouwpercelen in Limburg weer teruggegeven aan de natuur. Natuurorganisaties hebben in de loop van de tijd vooral percelen met een hoge natuurwaarde of -potentie verworven, die voor landbouwgebruik vaak minder geschikt waren. Vaak is niet bekend of deze gedraineerd worden. Hiermee blijven kansen liggen om bronnen en andere natte ecosystemen te herstellen en beter in te spelen op klimaatverandering. Het opsporen van drainages is tijdrovend en ervaring met een goede aanpak was er nauwelijks. Dankzij een Europese subsidie en bijdrage van de Postcode Loterij, kon ARK hiermee aan de slag in gebieden van Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, enkele particulieren, en van ARK zelf.

Echolocatie en satelietbeelden

Voor het aanleggen van een drainage hoeft een boer geen vergunning aan te vragen. Ook is er geen meldplicht. Daarom is niet bekend hoeveel ontwateringsbuizen er zijn in Zuid-Limburg en waar ze precies liggen. Er moet dan ook nogal wat uit de kast worden gehaald om ze op te sporen. Hoewel er echolocatietechnieken bestaan die drainages in zandbodems kunnen opsporen, heeft ARK deze techniek niet gebruikt, omdat dit te duur was. Op kleigronden werkt deze methode slecht: de drainagebuizen zijn ook van klei en geven daarom geen afwijkende echo.

Door satellietbeelden van graslanden in de zomer en de winter met elkaar te vergelijken, kan de ligging van drainagesystemen soms worden ontdekt. In de winter is de bodem direct rondom de drainagebuizen of slangen vaak wat droger dan de rest van het terrein. Bij een gedraineerde bron is dit in de zomer precies andersom. Zo heeft ARK in Zuid-Limburg tussen 2018 en 2023 is op bijna 120 hectare grasland, verspreid over 38 locaties, drainages gevonden. Ongeveer 20 kilometer pijpen en slangen is naar boven gehaald, meer dan verwacht.

Luchtfoto laat zien waar de drainagebuizen liggen

Water vasthouden in plaats van afvoeren

Dit is goed nieuws voor de bodem van het Heuvelland – zonder drainage heeft het water de kans om rustig naar beneden te zakken en de bronnen en oude waterlopen te voeden. Het land werkt weer als een spons, die goed water opneemt en langzaam weer afgeeft. Deze natuurlijke sponswerking maakt het land minder kwetsbaar voor verdroging en overstroming en dat is van groot belang in deze tijden van klimaatverandering. In de afgelopen twintig jaar hebben in het Limburgse heuvelland extreme zomer-overstromingen plaatsgevonden, onder andere van de riviertjes de Gulp (2012 en 2021) en de Geul (2021). In tussenliggende jaren waren diverse zomers juist extreem droog.

Het huidige, sterk door de mens aangepaste watersysteem kan deze sterke schommelingen niet goed opvangen. Het is nog te veel gericht op het versneld afvoeren van water, in plaats van het vasthouden. Verdroging van het achterland en snel opkomende hoogwaterpieken in de beek- en rivierdalen zijn het gevolg.
“Ik weet zeker dat we nog meer ondergrondse verborgen buizen en pijpen zouden kunnen opsporen en verwijderen, als we daar tijd en geld voor vinden,” zegt Imke Nabben, projectleider van ARK. “Rewilding van het watersysteem in het heuvelland is hard nodig.”

Opgediepte buizen liggen klaar om afgevoerd te worden

Sponswerking tegen wateroverlast

Het verwijderen van drainages levert een bijdrage aan het herstellen van de natuurlijke sponswerking van het landschap. Het is aangetoond dat de sponswerking van beekvalleien een grote bijdrage levert aan het beperken van schade tijdens wateroverlast. Tijdens de extreme omstandigheden in juli 2021 werd in Nederland 80 procent van de neerslag vastgehouden in de bodem en de vegetatie, in Vlaanderen 50 procent. Dit geeft aan dat er veel winst te behalen is door het optimaliseren van het landschap om water beter vast te houden, te bergen en vertraagd af te voeren. Bodem en vegetatie zijn zelfs in de niet-optimale toestand waarin het landschap verkeert in staat om 80 procent van een piekbui op te vangen. Met extra natuurontwikkeling kan de sponswerking van het landschap snel nog verder verbeteren.

ARK wil graag meer aandacht voor het opruimen van ontwateringsbuizen. Het helpt tegen droogte én wateroverlast. Bovendien biedt het kansen voor meer diversiteit in natuur en landschap. Daarmee word het ook een aantrekkelijkere omgeving om te wonen, werken en recreëren. Wellicht geldt dit ook in andere delen van Nederland.

Meer informatie

Tekst: Lars Soerink en Iris Roggema, ARK Rewilding Nederland
Beeld: Imke Nabben, ARK Rewilding Nederland; Natuurmonumenten