Zonder het beschermen van onze bossen wereldwijd is er geen toekomst
Stichting IFAWNu we tijdens de pandemie troost blijven zoeken in parken en bossen, laten we niet vergeten dat wij niet de enigen zijn die deze plekken verdienen.
Vogels tjirpen. Bladeren ritselen. Het ritme van een stromende beek. Zonnestralen schijnen door de bomen. Sommige bomen zijn meer dan honderd jaar oud en hebben de wereldoorlogen, de gevolgen van klimaatverandering en het verlies, en nu ook de geleidelijke terugkeer, van zeer belangrijke dieren zoals lynxen en wolven overleefd. In het bos bij mijn huis in Opper-Oostenrijk voel ik mij het gelukkigst. Net als vele anderen over de hele wereld hebben het bos en de natuurlijke ruimte om mij heen een vredig en aardend effect gehad in deze verontrustende tijden. Maar wat als op een dag al deze bossen zouden verdwijnen of onherstelbare schade zouden oplopen, zodat we er nooit meer van zouden kunnen genieten?
Voor talloze gemeenschappen over de hele wereld is dit een realiteit. Naar schatting leven er 1,6 miljard mensen in de wereld binnen een straal van vijf kilometer van een bos. Elk jaar worden er weer meer hectares kostbaar bos gekapt op plekken die de plaatselijke bevolking, hun voorouders en de unieke plaatselijke flora en fauna sinds mensenheugenis als hun thuis hebben gekend. Uit The State of the World’s Forests 2020, een rapport van de voedsel‑ en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), blijkt zelfs dat onze planeet sinds 1990 ongeveer 420 miljoen hectare bos heeft verloren voor andere doeleinden. Hoewel het jaarlijkse ontbossingstempo de afgelopen vijf jaar wereldwijd is gedaald, verliezen we naar schatting nog steeds zo'n dertig voetbalvelden bos per minuut. Dat zijn er zo'n 40.000 per dag. Deze cijfers geven een ontstellend biodiversiteitsverlies weer dat niet alleen een impact zal hebben op onze natuurlijke wereld en de dieren die erin leven, maar ook op het welzijn van de mens in toekomstige generaties. Door de Covid-19-pandemie zijn we ons nu meer dan ooit bewust van de verwoestende gevolgen die de exploitatie van dieren en de natuur kan hebben voor de menselijke gezondheid. Toch zien we tijdens de lockdowns van het afgelopen jaar nog steeds verontrustende berichten over de toegenomen ontbossing over de hele wereld. We moeten deze vicieuze cirkel doorbreken.
Afgelopen World Wildlife Day stond in het teken van bossen en bestaansmiddelen: het onderhouden van de mensheid en de planeet. Bossen, waarin tachtig procent van alle landdieren leven en die van cruciaal belang zijn voor de stabilisering van ons klimaat, hebben een immense sociaal-culturele waarde voor mensen over de hele wereld. De economische waarde ervan is naar schatting tot tweemaal zo groot als die van de wereldwijde effectenbeurzen. We moeten onszelf en onze leiders er vandaag nog aan herinneren dat drastische maatregelen moeten worden genomen, en snel, om deze verliezen terug te draaien. De verliezen worden grotendeels veroorzaakt door de uitbreiding van de landbouw, klimaatverandering, houtwinning en de ontwikkeling van de infrastructuur. Meer dan een derde van de boomsoorten wereldwijd staat al op de IUCN Rode Lijst van bedreigde soorten. Daarbij is meer dan negentig procent van de mensen die wereldwijd in extreme armoede leven voor hun levensonderhoud afhankelijk van gezonde bossen. Wij hebben de plicht prioriteit te geven aan oplossingen die zowel voor de mens als voor de natuur werken. Wanneer gemeenschappen bossen verliezen, verliezen zij niet alleen cruciale bronnen van voeding en geneesmiddelen of milieuvoordelen die nodig zijn om een inkomen te verdienen voor hun gezin, zoals schoon water, frisse lucht en vruchtbare grond. Zij lopen ook het risico eeuwen van cultureel erfgoed en traditionele manieren van kennis voorgoed te verliezen. Dus waarom vertrouwen we niet op diegenen die van het land afhankelijk zijn en het land beter kennen dan wie dan ook? En geven we hen niet de bevoegdheid om de best mogelijke keuzes te maken voor de duurzaamheid van de bosecosystemen op lange termijn?
Zowel de armoede als de ontbossing in Nepal zijn afgenomen toen de plaatselijke gemeenschappen het recht en de verantwoordelijkheid kregen om voor hun eigen bossen te zorgen. Uit data die is verzameld van meer dan 18.000 locaties blijkt dat het ontbossingspercentage met 37 procent is gedaald wanneer het bosbeheer werd gedecentraliseerd. Talrijke andere recente wereldwijde onderzoeken hebben bevestigd dat de meerderheid van de plaatselijke gemeenschappen, wanneer zij de kans krijgen, hun bossen eerder zullen beschermen dan vernietigen. Inheemse volkeren en plaatselijke gemeenschappen investeren zelfs naar schatting 16-23 procent van het bedrag dat door regeringen, donors, stichtingen en NGO's samen wordt besteed aan natuurbehoud, ondanks het feit dat zij een aanzienlijk deel van de armen in de wereld vertegenwoordigen. Een onderzoek van het Rights and Resources Initiative heeft bevestigd dat inheemse volkeren, plaatselijke gemeenschappen en groepen met Afrikaanse afkomst gewoonterechten uitoefenen op ten minste de helft van de landmassa in de wereld, met uitzondering van Antarctica. Toch is een verwijzing naar de bescherming van de rechten van inheemse volkeren tijdens de onderhandelingen vijf jaar geleden uit het Akkoord van Parijs geschrapt en hebben zij nu wettelijke rechten op slechts een fractie van de bossen wereldwijd. We moeten elke gelegenheid aangrijpen om meer van onze wereldleiders te eisen en ervoor te zorgen dat houders van inheemse rechten en plaatselijke gemeenschappen hun rechten op het beheer van hun natuurlijke hulpbronnen kunnen veiligstellen. Voor de toekomst van onze planeet, de dieren en de mensheid. Niet alleen omdat het ons allen ten goede zal komen, maar vooral omdat het het juiste is om te doen.
Hoewel deze verandering absoluut tijd zal vergen, evenals veel van de andere strategieën om de ontbossing aan te pakken, is niet alle hoop verloren. Er zijn genoeg dingen die we in de tussentijd zelf kunnen doen, terwijl we onze leiders en branches blijven aansporen om beter te werk te gaan. Bijvoorbeeld als het gaat om het veranderen van productie- en consumptiepatronen, met name met betrekking tot ons wereldwijde voedselsysteem, dat verantwoordelijk is voor ongeveer zestig procent van het verlies aan biodiversiteit. Als individu kunnen we een onmiddellijke rol spelen in de verschuiving naar een bosvriendelijker voedselsysteem: door producten te kopen die zijn gecertificeerd door betrouwbare derdepartijprogramma's, door voedselverspilling tegen te gaan of door gewoon de tijd te nemen om meer te weten te komen over de productiemethoden van ons favoriete voedsel. Zo kunnen we er zeker van zijn dat de sociale- en milieu-impact ervan in overeenstemming is met onze eigen waarden. We kunnen ook bij landbouwpraktijken aandringen over te schakelen van lineaire winningsmethoden naar circulaire, lokale productie en lokale markten. Daarnaast kunnen we dieper ingaan op de producten die we kopen en de merken die we steunen met betrekking tot koffie, cacao, dierlijke producten en palmolieproducten. Palmolie wordt aangetroffen in ongeveer de helft van alle voorverpakte producten in de schappen van de supermarkt en is verantwoordelijk voor een vijfde van de ontbossing op Borneo.
In Australië werkt IFAW ook samen met Bangalow Koalas, onze partner daar, en honderden vrijwilligers aan het herstel van verwoeste cruciale migratiecorridors voor wilde dieren. Door duizenden eucalyptusbomen te planten, bieden wij koala's een veilige doorgang tussen landschappen en beschermen wij hen voor toekomstige generaties.
Velen van ons zoeken nu hun heil in de natuur en de bossen na weer een week van vervaagde grenzen tussen werk en privé, verontrustend nieuws over nieuwe Covid-varianten, maatregelen en wereldwijde vaccinatiecampagnes. Laten we deze kostbare hulpbron niet als vanzelfsprekend beschouwen en laten we vooral niet vergeten dat wij niet de enigen zijn die deze kans verdienen om samen met de natuur in balans te leven. We moeten ons afvragen wat we willen dat toekomstige generaties zeggen over de manier waarop we zijn omgegaan met onze bossen en de dieren en gemeenschappen die erin leven. We moeten ons afvragen wat we willen dat toekomstige generaties zeggen over de manier waarop we met elkaar omgingen.
Tekst: Melissa Liszewski, Senior Programme Manager - Betrokkenheid Gemeenschappen
International Fund for Animal Welfare (IFAW)
Foto: Stacey Hedman, IFAW