Oranje wimpermos

Warmer klimaat en stikstof zorgen voor terugkeer uitgestorven Oranje wimpermos

BLWG
31-JAN-2020 - Oranje wimpermos, een stikstofminnend korstmos dat op takken van struiken in warme gebieden groeit, werd de afgelopen jaren steeds noordelijker gevonden in Europa. Nu is Nederland aan de beurt. Alleen in 1843 was er één eerdere vondst van dit fraaie korstmos. Met het warmer wordende klimaat en de hoge stikstofdepositie kunnen we verwachten dat we de soort in de komende jaren vaker gaan vinden.

Tijdens een wandeling door de zandverstuivingen bij Soest, trof natuurliefhebber Jasper Willemsen een opvallend korstmos aan op een afgebroken tak. Hij meldde de vondst bij de Nationale Databank Flora en Fauna (via Telmee). ’s Avonds kwam er al snel zekerheid over de determinatie: het is Oranje wimpermos (Teloschistes chrysophthalmus): een soort die als uitgestorven in Nederland te boek staat.

Jasper Willemsen bij de plek waar hij Oranje wimpermos vond

Oranje wimpermos heeft een wereldwijd verspreidingsgebied. In Noord-Amerika komt de soort het meest voor, vooral langs de zuidelijke kuststreken, maar ook in berggebieden in het binnenland. Op het zuidelijk halfrond is de soort gevonden langs de meeste oceanische kusten. In Europa is de soort beperkt tot de Atlantische kust en het Mediterrane gebied. Bijna altijd gaat het om incidentele vondsten. Een grotere kans om de soort te zien heb je in Zuid-Engeland, op het vaste land in Bretagne en zuidelijker langs de Atlantische kust.

In 1843 is Oranje wimpermos één keer eerder gevonden in Nederland. Materiaal hiervan ligt in de collectie van Naturalis. Omdat er in de 19e eeuw maar weinig korstmossen zijn verzameld, kunnen we niet precies zeggen of dat slechts een toevalstreffer was. Aangezien er heel weinig vondsten uit buurlanden bekend zijn, lijkt het erop dat de soort nooit algemeen kan zijn geweest.

Recente vondsten in omringende landen laten echter zien dat Oranje wimpermos de laatste jaren met een langzame opmars naar het noorden bezig is, mogelijk als gevolg van een combinatie van klimaatverandering en stikstofdepositie. Op foto’s - waar ook ter wereld gemaakt - gaat deze soort altijd vergezeld van andere stikstofminnende korstmossen. Recente vindplaatsen die het dichtstbij Nederland liggen, vinden we in de Ardennen en aan weerszijden van Het Kanaal. De soort was Nederland enkele jaren dus al op enkele tientallen kilometers genaderd!

De vindplaats bij Soest verraadt ook een beetje wat de voorkeur voor de groeiplaats van de soort is. Op de zandverstuiving had de soort het warmste plekje uitgekozen: op takken boven een zandige zuidhelling. Andere soorten korstmossen op dezelfde tak zijn allerminst kenmerkend voor het eikenstrubbenbos, vooral de warmteminnende Boomrookkorst en Groen boomschildmos.

Met het warmer wordende klimaat en de hoge stikstofdepositie kunnen we verwachten dat we de soort in de komende jaren vaker gaan vinden. Bij nader onderzoek bleken de oranje vruchtlichamen boordevol rijpe sporen te zitten. De soort kan zich dus voortplanten in ons land.

De vondst doet sterk denken aan die van Dragonderdooiermos, een groot geel korstmos uit Zuidoost-Europa dat recent op meerdere plekken in Noordwest-Europa werd gevonden. Die soort is in Nederland beperkt tot gebieden met de hoogste stikstofdepositie (Gelderse Vallei en De Peel).

Het is een spectaculaire vondst, maar of we erg blij moeten zijn met een stikstofminnende soort in een kwetsbaar natuurgebied, is maar de vraag. Monitoring door de Provincie Utrecht wees al eerder uit dat stikstofgevoelige soorten enorm achteruitgegaan zijn op de Utrechtse Heuvelrug.

Tekst: Laurens Sparrius, BLWG
Foto's: Jasper Willemsen & Laurens Sparrius