Nieuw dooiermos in Nederland bij toeval ontdekt
FLORONBericht uitgegeven door BLWG [land] op [publicatiedatum]
Hoe groot is de kans dat je als natuurliefhebber een foto maakt van een met kleurrijke korstmossen begroeide boom, en dat er dan een soort op staat die nog niet eerder in Nederland is gevonden? Heel klein, maar IVN-natuurgids Michiel Sytsma deed het.
Tijdens een fietstocht vielen hem de met gele korstmossen begroeide bomen op. Hij maakte een foto en plaatste die op het forum van Waarneming.nl. Forumbezoekers konden één soort niet direct thuisbrengen. Zo ontstond het vermoeden dat het om een bijzondere vondst ging. Om duidelijkheid te verschaffen, bracht een aantal kenners samen met de vinder een bezoek aan de bewuste boom. Toen werd snel duidelijk dat het om een nieuwe soort voor Nederland ging.
Na bestudering van de literatuur bleek het te gaan om Oxneria huculica, een dooiermos, dat de Nederlandse naam dragonderdooiermos heeft gekregen. De naam heeft betrekking op de weg (Dragonderweg in Ede), waar de soort uiteindelijk op vijf bomen werd gevonden. De Dragonders streden in de achttiende eeuw tegen de Fransen bij de Grebbelinie bij Veenendaal. Ze hadden deels geeloranje pakken, gelijk aan de kleuren van dit korstmos.
Oxneria huculica is een opvallende soort die niet snel over het hoofd wordt gezien. De kans is dan ook klein dat er nog veel meer groeiplaatsen in het land zullen worden ontdekt. Een ander opvallend feit is dat alle dooiermossen sterk toegenomen zijn door stikstof (ammoniakgas) uit de landbouw. De vindplaats op de grens van Ede en Veenendaal in de Gelderse Vallei ligt in één van de meest vervuilde gebieden van West-Europa, met in de buurt diverse megastallen. De korstmosflora op de bomen is tamelijk arm en bestaat vrijwel geheel uit extreem stikstoftolerante soorten. De nieuwe soort past ecologisch gezien prima op deze plek, maar in het algemeen zijn korstmossen beter af met een schoner milieu.
Tekst: Laurens Sparrius, BLWG
Foto’s: Michiel Sytsma; Peter Kroon