Ook eitjes eikenpages zijn te vinden
De VlinderstichtingAl jarenlang wordt de stand van de sleedoornpage bijgehouden door tellingen van de eitjes in de winter. In augustus en september zetten de vrouwtjes hun eitjes af op sleedoorn. De witte eitjes, bolrond en met kleine ‘putjes’ als een golfbal worden stuk voor stuk of soms met twee of meer bij elkaar afgezet. De meeste eitjes zitten in de oksel van een zijtakje of doorn. Door zorgvuldig de rand van sleedoornstruweel af te zoeken kun je de eitjes vinden en tellen. Doordat sleedoorn meestal niet vreselijk hoog wordt kun je, gewoon vanaf de grond, een groot deel van de struiken overzien. Ook in de afgelopen weken zijn er al veel eitjes gevonden, verspreid over het verspreidingsgebied in overgangen tussen zand en rivier- of veengebieden. Zo zijn er honderden geteld bij de Kraaijenbergse Plassen bij Cuijk, maar ook in Arnhem, Wageningen, Velp, Doesburg, Brummen, Zwolle, Zuidwolde, Steenwijk en in Zuid-Limburg. Ook de komende weken kun je nog op zoek gaan. Zodra de witte bloemknopjes verschijnen is het over, want die witte knopjes lijken sprekend op de witte eitjes.
Sleedoornpage is niet de enige vlinder die als eitje overwintert, dat geldt ook voor de eikenpage en de zeldzame bruine eikenpage. Zoals de naam al doet vermoeden, gebruiken deze vlinders eik, en dan met name zomereik als waardplant. De vrouwtjes van de eikenpage, die verspreid door Nederland voorkomt, zetten hun eitjes vooral af op de eindknoppen. Dat zijn de bundels knoppen aan het einde van de takken. Dit geeft al direct een moeilijkheid voor het zoeken. Zeker in de opgaande eiken zijn de eindknoppen niet te bereiken. Als bomen niet te ver zijn opgesnoeid, kan het hoogstens zijn dat je net bij wat laaghangende takken kunt, maar je kunt zeker niet de hele boom onderzoeken. Wel kun je zoeken op afgewaaide takken die door de storm van enige weken geleden naar beneden zijn gekomen en op afgesnoeide takken die niet zijn afgevoerd, maar onder de boom zijn blijven liggen. De zeldzame bruine eikenpage zet de eitjes juist af op kleine, kwarrige boompjes en die zijn helemaal af te zoeken. Probleem bij deze soort is alleen dat hij zo weinig voorkomt dat de trefkans erg klein is. In de duinen bij Bergen komt hij nog vrij veel voor en daar is de trefkans dan ook wat groter. In het binnenland is hij ook gevonden in Brabant en Limburg.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting