Toptijd voor de Holsteelboleet
Nederlandse Mycologische VerenigingAan het eind van de vorige eeuw was het al een stuk beter gesteld met de Holsteelboleet. Op de Rode Lijst in 1996 stond ze nog als 'Bedreigd' genoteerd. Tegenwoordig staat ze nog steeds op de huidige Rode Lijst (2008), maar nu als 'Kwetsbaar'. De verwachting is dat de Holsteelboleet er op de aankomende Rode Lijst nog gunstiger voor zal staan.
De Holsteelboleet (Suillus cavipes; RL: Kwetsbaar) wordt gerekend tot de ringboleten (Suillus), maar ziet er niet als een ringboleet uit. Tot voor kort werd de soort nog tot een apart genus Boletinus gerekend. Ringboleten kenmerken zich door een hoed die meestal kleverig is en na opdrogen glanzend. Ze zijn zelden viltig, droog. De buisjeslaag is gemakkelijk te verwijderen. Steel slank en hoewel de Nederlandse naam er naar refereert, hebben niet alle ringboleten een ring. De Holsteelboleet bezit een aantal opvallende kenmerken, waardoor ze gemakkelijk is te herkennen. De soort heeft een kastanjebruine, viltige tot schubbige hoed. Vooral jonge exemplaren zien er nogal wollig uit. De min of meer langgerekte, gele tot geelgroene poriën vallen op door hun grootte en zijn groter dan de andere Nederlandse ringboleten. De buisjes lopen min of meer van de steel af. In afwijking van de andere (ring)boleten heeft deze soort een opvallend holle steel. Het bruine onderste deel van de steel is aan de bovenkant voorzien van een vergankelijke ring. Naast de typische vorm (forma cavipes) bestaat er ook nog een zeldzamere, opvallende goudgele vorm (forma aureus). Het mycelium van de goudgele vorm is gescheiden van de typische roodbruine vorm en kan alleen goudgele boleten voortbrengen.
Voorkomen in Nederland
De Holsteelboleet leeft in symbiose met Lariks en komt (vrijwel) alleen voor op de hogere zandgronden in het oosten, midden en zuiden van ons land. Hun voorkomen op de hogere zandgronden verschilt nogal op verschillende plaatsen. In de duinen komt de Holsteelboleet tegenwoordig ook voor, maar is daar uiterst zeldzaam (Terschelling, Bergen-NH). Het zal te maken hebben met het onbreken van geschikte larikspercelen.
Terugkeer
Het is bekend dat de gevoeligheid van de Holsteelboleet voor stikstofdepositie groot is. De toename in de laatste decennia die vooral in Drenthe en Oost-Friesland plaats vond, wijst op een lagere gemiddelde stikstofdepositie dan voorheen. Populaties hebben zich inmiddels gedeeltelijk kunnen herstellen. In Drenthe is ze weer vrij algemeen en werd ze aangetoond in ruin honderd kilometerhokken. In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw was de Holsteelboleet eigenlijk alleen te vinden langs bospaden en bosranden, maar tegenwoordig ook midden in de 'betere' larikspercelen. Dit zijn larikspercelen met een lage vegetatie, bestaande uit ijl gras en mosrijke delen. Afgelopen week werden er Holsteelboleten aangetroffen in de lariksbossen in de omgeving van paleis Soestdijk. Het bijzondere is dat beide forma's, de bruine en de goudgele, hier in elkaars gezelschap werden aangetroffen. Het aantal waarnemingen van de afgelopen week loopt ondertussen in de tientallen exemplaren. Regendagen, afgewisseld met droog weer in combinatie met matige temperaturen zullen hier mede de oorzaak van zijn.
Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Piet Brouwer