Dankzij juist beheer unieke paddenstoelen, waaronder de Grijze schijnboleet
Nederlandse Mycologische VerenigingOok wat betreft habitatkeuze en gevoeligheid voor stikstof hoort de Grijze schijnboleet (Boletopsis leucomelaena) thuis in de groep van de stekelzwammen: ze delen eenzelfde voorkeur voor schrale, voedselarme eikenbermen.
De Grijze schijnboleet was in ons land nooit algemeen, maar hij is de laatste decennia alleen nog maar verder achteruitgegaan. Vóór 1990 was deze soort bekend van acht atlasblokken, vanaf 1990 tot nu – een periode waarin veel intensiever naar paddenstoelen is gekeken – is hij slechts in vijf atlasblokken waargenomen.
In de ons omringende landen groeit deze soort vooral in mosrijk fijnsparrenbos. In Nederland moet deze soort het hebben van schrale bermen met Amerikaanse eik. Dat geldt ook voor deze vondst. De eikenberm waarin de Grijze schijnboleet onlangs werd gevonden bestaat namelijk uit een dubbele rij Amerikaanse eiken en één rij inlandse eik. Als onderdeel van het meetnet wordt deze berm in het paddenstoelenseizoen ieder jaar minimaal twee keer geïnventariseerd. Er loopt een schelpenvoetpad door heen en er zijn soorten, zoals de Grote vaalhoed (Hebeloma sinapizans) en de Zilvergrijze ridderzwam (Tricholoma scalpturatum), die dicht langs het schelpenpad groeien, terwijl soorten als de Fluwelige stekelzwam (Hydnellum spongiosipes; RL: Kwetsbaar) en ook de Grijze schijnboleet er zo ver mogelijk vandaan groeien in een kortgrazige, mosrijke vegetatie.
Dit meetnet in Zuidwest-Drenthe wordt al 25 jaar gevolgd. Soms kreeg ik de indruk dat de paddenstoelenflora hier achteruitgaat. De ooit prominent aanwezige Kleine trompetzwam wordt hier al meer dan tien jaar niet meer gevonden. Maar de Fluwelige stekelzwam is de laatste jaren een vaste bewoner van deze berm geworden en dit seizoen is zelfs een nieuwe stekelzwam opgedoken, namelijk de bedreigde Tengere stekelzwam (Phellodon melaleucus; RL: Bedreigd).
Over het beheer dan ook niets dan lof. Niet alleen wordt het weinige gras gemaaid en afgevoerd, maar ook het vele blad wordt in november op hopen geblazen en daarna afgevoerd. Jammer is dat eiken die aangetast zijn door de Waslakzwam uit voorzorg snel gekapt worden, waardoor de boom geen kans krijgt om zich te verdedigen tegen deze zwakteparasiet en er steeds meer gaten vallen in deze drievoudige bomenlaan.
Tekst en foto's: Rob Chrispijn, Nederlandse Mycologische Vereniging