Derde generatie landkaartje
De VlinderstichtingDe laatste jaren heeft het landkaartje, door klimaatverandering, vaak een extra derde generatie die in september vliegt. De afgelopen week zijn de eerste exemplaren daarvan gezien. Vaak is deze ‘extra’ generatie vrij klein. Het is nog onbekend of er veel of weinig landkaartjes van de derde generatie zullen zijn, maar het feit dat er nu, eind augustus, al flink wat vlinders worden gezien geeft hoop. De rupsen van landkaartje leven uitsluitend op brandnetel. De goede zomergeneratie werd mede toegeschreven aan het redelijk vochtige weer in mei en juni, waardoor de brandnetels uitstekend groeiden. Datzelfde geldt ook voor het weer in augustus dus ook dat wijst op mogelijk flinke aantallen. Twee opvolgende ‘goede’ generaties kunnen er toe leiden dat ook nieuwe plekken worden bevolkt. De soort is wel over het hele land verspreid, maar komt wel maar plaatselijk voor.
Het bijzondere van het landkaartje is het verschil in kleur tussen de generaties. We noemen dit seizoensdimorfie. De vlinders in mei zijn oranje van kleur aan de bovenzijde, de volgende twee generaties zwart met een lichte baan over de vleugels. Bij de tweede generatie is die meestal wit, maar bij de extra derde is deze baan vaak wat donkerder crème of oranje. De kleuren zijn variabel, want ook de oranje tekening op de bovenzijde is soms prominent aanwezig en soms vrijwel niet. Zonder dat oranje wordt een landkaartje nog wel eens verward met een kleine ijsvogelvlinder, maar die is zeldzaam, komt alleen voor in vochtige loofbossen en bovendien is dat een juni-julivlinder die er in september normaal gesproken niet meer kan zijn. U kunt de komende weken nog landkaartjes verwachten en afhankelijk van de weersomstandigheden kunnen ze tot in oktober nog worden aangetroffen. Hier op vlindernet staat informatie over en foto’s van het landkaartje.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting Grafiek: Landelijk Meetnet Vlinders