Kan het landkaartje het verloren jaar goedmaken?
De VlinderstichtingHet landkaartje komt verspreid door het hele land voor, maar je komt hem niet zomaar overal tegen. Landkaartjes zijn gebonden aan plekken met hun waardplant brandnetel, maar je ziet ze vooral in de buurt van bomen en struiken. Brandnetel die een beetje in de halfschaduw staat is favoriet. Het landkaartje is een relatieve nieuwkomer in ons land. Zo’n 85 jaar geleden verschenen de eersten aan de oostgrens; inmiddels is hij tot in het westen en tot op de Waddeneilanden aanwezig. Het landkaartje had tot een jaar of twintig-dertig geleden twee generaties, een in mei en een in juli. In sommige hele warme jaren kwam er een hele kleine derde generatie in september. Inmiddels is die derde generatie er jaarlijks. De voorjaarsgeneratie van het landkaartje is oranje van kleur, de generaties die in zomer en nazomer vliegen zijn zwart met een witte band over de vleugels. In september is die baan vaak niet helder wit, maar wat beige/licht oranje. Er bestaan grote individuele verschillen. De vrouwtjes hebben altijd wat duidelijker oranje lijntjes op de achtervleugel dan de mannetjes, maar verschillen ook enorm van individu tot individu.
De rupsen zijn specialisten en eten alleen maar brandnetel. De vlinders zelf zijn minder kieskeurig. Ze drinken uit allerlei bloeiende planten om nectar te verzamelen. Die nectar is de brandstof waardoor ze actief kunnen zijn, kunnen vliegen en zich kunnen voortplanten. Hoewel ze uit allerlei planten kunnen drinken, zien we bij landkaartje wel een voorkeur voor witte schermbloemigen. Dat is extra bijzonder omdat hier nauwelijks andere dagvlinders gebruik van maken. Het zijn wel aantrekkelijke planten voor zweefvliegen en kevers, maar niet voor dagvlinders. De voorjaarsgeneratie kun je zien drinken op fluitenkruid. De vlinders in juli moeten een andere plant kiezen, want fluitenkruid bloeit dan niet meer. De zomergeneratie schakelt moeiteloos over op berenklauw, een witte schermbloemige die juist in de zomer bloeit.
Het landkaartje had het moeilijk dit jaar; er vlogen veel minder vlinders dan we van de afgelopen jaren gewend zijn. In bovenstaande grafiek zien we in de blauwe lijn dat zowel in mei als in juli de aantallen die gemiddeld op een route in het meetnet vlinders werden geteld, veel lager waren dan in de andere perioden. Ook zien we dat de eerste vlinders van de derde generatie inmiddels in de routes verschijnen. Deze vlinders waren de tweede helft van juli en in augustus rups; toen was het relatief vochtig. We hopen dat ze daardoor goed zijn ontwikkeld en dat ze met deze derde generatie een ‘verloren’ jaar kunnen goedmaken.
Het meetnet vlinders is een onderdeel van het Landelijk Meetprogramma Vlinders dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en onderdeel is van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM).
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartje: Meetnet vlinders