Sleedoornpage vinden? Eitje!
De VlinderstichtingAl jarenlang gaan vlinderliefhebbers in de winter op pad om eitjes van de sleedoornpage te vinden. Dat doen ze door de belangrijkste waardplant sleedoorn goed af te zoeken. De eitjes zijn niet groot, zo’n anderhalve millimeter, maar ze zijn door hun kleur, vorm en de plek waar ze worden afgezet wel te vinden. Het zijn witte, iets afgeplatte bolletjes met wat reliëf en meestal zitten ze in de oksel van een takje of van een doorn.
De sleedoornpage vliegt in augustus en september. Dan worden door de vrouwtjes de eitjes op de struik afgezet. De eitjes blijven daar de hele winter zitten en de rupsjes komen pas uit als, na de witte bloei in het vroege voorjaar, in april het jonge groene blad van sleedoorn tevoorschijn komt. Ze eten een aantal maanden van dat blad en verpoppen eind juni, begin juli in de strooisellaag onder de struik.
Sleedoorn staat overal in Nederland, maar de sleedoornpage is een zeldzame soort die maar weinig voorkomt. Hij lijkt vooral gebonden te zijn aan overgangssituaties tussen zand en klei of veen. Zo is hij aanwezig aan de noord- en zuidkant van de Utrechtse Heuvelrug en het Veluwemassief, in de overgang van de Veluwe naar de IJssel en ook in het noorden aan de rand van de zandgebieden. Waarom hij het daar wel en elders niet goed doet is nog een raadsel. Wel wordt er incidenteel een waarneming ver buiten het normale verspreidingsgebied gedaan, maar dit zijn of zwervers of dieren die zijn meegekomen met plantmateriaal, en dergelijke.
Ook deze winter wordt er volop geteld en voor meer informatie en voor de data dat er gezocht gaat worden kunt u terecht op deze website. U kunt ook zelf op zoek gaan op sleedoorn bij u in de buurt, maar bedenk wel dat de vindkans buiten die zojuist genoemde overgangen, klein is.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting