Uitzonderlijk forse en late doortrek van gierzwaluw
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]
Gierzwaluwen hangen niet langer in ons land rond dan strikt noodzakelijk. Vrijwel onmiddellijk na het uitvliegen van de jongen verdwijnen ze richting Afrika, de meeste in de tweede helft van juli. Dit jaar kwam er eind augustus een late trekgolf Scandinavische trekkers langs. Uitzonderlijk!
Trektellers registreren de meeste verplaatsingen in de tweede helft van juli. Normaal nemen de aantallen gierzwaluwen begin augustus sterk af. De trek druppelt daarna nog een beetje door, met de laatste passanten in september of zelfs oktober.
Late trek
In de vierde week van augustus werden opvallend veel gierzwaluwen gezien op de trektelposten. Vooral op 23 augustus zijn flinke aantallen genoteerd: 1272 bij Bergen aan Zee, 1084 bij De Nolle Vlissingen, 576 bij De Vulkaan Den Haag en 563 bij Ketelbrug. De hoogste aantallen die dag werden in Noord-Holland al vroeg in de ochtend gezien, bij Vlissingen juist aan het eind van de ochtend. De hoogste aantallen zijn dus gezien langs de kust. Ook telposten diep in het binnenland werden echter verrast door vele tientallen gierzwaluwen.
Scandinavische trekkers
Zoveel gierzwaluwen in de vierde week van augustus is uitzonderlijk. In deze periode is er vooral trek van vogels uit Scandinavië te verwachten. Deze vogels vertrekken ongeveer twee weken later dan hun Nederlandse soortgenoten. Ze trekken echter gewoonlijk oostelijk van ons land langs. Op 23 augustus stond er een straffe oostenwind, wat de hoge aantallen bij ons zou kunnen verklaren. Maar dat komt wel vaker voor in augustus, en gaat niet altijd gepaard met hoge aantallen gierzwaluwen.
Invloed regenfronten
Probleem bij het onderscheppen van gierzwaluwentrek met het blote oog, is het feit dat het om extreem goede vliegers gaat. Gierzwaluwen vliegen snel en vaak bijzonder hoog. Bij zonnig weer zijn ze in de onbewolkte lucht niet of nauwelijks op te pikken. Door verslechterende weersomstandigheden gaan ze ook wel lager vliegen, en zijn dan veel beter waarneembaar. Veel trektellers zullen dat herkennen: plotseling, onder een dreigende wolkenlucht, verschijnen de gierzwaluwen.
Onderzoek met geolocators
We zijn de laatste jaren veel te weten gekomen over gierzwaluwentrek dankzij Zweeds en Nederlands onderzoek met geolocators. De vogels houden er een grotendeels vergelijkbare trekstrategie op na, los van het latere trekschema in Zweden. Alle gierzwaluwen trekken naar het Kongobekken. Terwijl echter de Zweedse vogels de hele winter daar vertoeven, maken de Nederlanders uitstapjes tot in Zuidoost-Afrika.
Vliegende topatleten
De vliegprestaties zijn enorm. Gierzwaluwen hoeven voor de trek amper op te vetten, omdat ze tijdens de trekvlucht voortdurend foerageren. Nederlandse vogels leggen in de herfst gemiddeld 420 kilometer per dag af, wanneer stop-overs buiten beschouwing worden gelaten. En in het voorjaar presteren ze zelfs nog beter met 780 kilometer per dag!
Tekst: Jan Schoppers & Fred Hustings, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto's: Luc Hoogenstein, Saxifraga; Arjan Boele, Sovon Vogelonderzoek Nederland