Zwaluwen brengen lente in Oisterwijk
Provincie Noord-BrabantEen paar jaar geleden had de woonwijk aan de rand van Moergestel (een kerkdorp dat bij de gemeente Oisterwijk hoort) enkele nesten huiszwaluwen. “Het was een kleine groep vogels, maar de mensen wilden ze niet aan huis hebben. Dat vonden we heel jammer. Dus maakten we plannen om een mooie zwaluwtil te bouwen.” Het werd een grote toren van tien meter hoog waar niet alleen huiszwaluwen aan kunnen nestelen, maar ook de gierzwaluw, andere vogelsoorten en vleermuizen. “We waren er maar wát trots op. Maar huiszwaluwen hebben de toren nog niet bewoond. De laatste nesten in de wijk werden opengebroken door de grote bonte specht. De huiszwaluwen waren daarmee verdwenen uit de wijk. Intussen werd de til wél druk bezocht door andere soorten vogels en insecten. Het project was dus wél geslaagd, maar niet voor de huiszwaluw,” verzucht Hannie.
1400 bolletjes
Door het succes kregen ook andere wijken belangstelling voor een zwaluwtil aan de rand van dorp en weiland. “In Udenhout kwam een nieuwbouwwijk. Huiszwaluwen houden van nieuwbouw. Daar is het modderig en kan gemakkelijk klei gemaakt worden van plasjes modder. Een nest van een huiszwaluw bestaat uit wel 1400 bolletjes klei. Als een wijk keurig is ingericht, zijn de onverharde stukken verdwenen. Dan verdwijnt de huiszwaluw meestal,” weet Hannie Nilsen. Hoog tijd dus om ook in andere wijken een zwaluwtil te bouwen.
Subsidie
Om het geld voor de zwaluwtillen bij elkaar te krijgen, klopte de werkgroep aan bij de Brabantse afdeling van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Het fonds kent subsidies toe aan projecten die de natuurbeleving in stenige (woon-)wijken stimuleert. Ook nu is deze subsidieregeling weer opengesteld. “We kregen ook bijdragen van het Brabants Landschap en gemeente Tilburg. Dat was genoeg om drie zwaluwtillen te kunnen bouwen. En zo kwamen er zwaluwtillen in Udenhout, Berkel-Enschot, en een tweede, kleinere zwaluwtil, aan de andere kant van Moergestel.
25 jongen
“We inventariseren de tillen elk jaar van april tot september. Het verslag over 2019 hebben we net klaar. We monitoren en registreren alle vier de zwaluwtillen. Uit de tellingen van 2019 blijkt dat er 12 broedkommen zijn ingericht met eieren. Daarvan zijn 11 broedsels geslaagd. Eén nest had dode jongen. Maar uit de andere elf zijn minstens 25 jongen uitgevlogen. Dat is een mooi aantal voor een bedreigde vogelsoort die we steeds minder zien,” besluit Hannie.
Meer informatie
Tekst: Annelies Cuijpers, provincie Noord-Brabant
Foto's: Jan Wolfs, Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk