Natuur na het vuur: broedvogels op de heide
Bericht uitgegeven door INBO [land] op [publicatiedatum]
Woensdag 25 mei 2011 was letterlijk een zwarte dag voor de Kalmthoutse heide. Bij een grote brand ging ruim 400 ha heide in de as op. En toch heeft de brand ook een positieve impact gehad op de broedvogels in het gebied. Dat beschrijft studente Annelies Jacobs in een masterproef die geselecteerd is voor de EOS-prijs.
Iedereen herinnert zich wellicht de zware heidebrand die eind mei 2011 woedde op de Kalmthoutse Heide. Opgezweept door een krachtige wind ging toen ruim 400 ha heide in de vlammen op. Een gebied van bijna 600 ha ondervond een impact van de brand. Terwijl eerdere grote branden voor een groot deel in het bos huishielden, concentreerde het vuur zich deze keer op de centrale heidevlakte en werden enkel in het oosten van het gebied kleinere bosfragmenten aangetast.
Het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek verricht al sinds 2010 onderzoek naar grondbroedende vogelsoorten in de Kalmthoutse Heide. Meteen na de brand ontstond het besef dat dit een uitgelezen moment was om een herkolonisatie-studie op te zetten die zich concentreert op die reeds langer bestudeerde grondbroeders. Het INBO zocht en vond een studente bij de onderzoeksgroep Evolutionaire Ecologie aan de Universiteit Antwerpen –Annelies Jacobs- bereid om het onderwerp als masterproef uit te werken en tijdens het broedseizoen van 2012 verrichtte zij, onder begeleiding van het instituut een territoriumkartering van 13 soorten grondbroeders.
Enkele opmerkelijke resultaten: een klassieke pionierssoort als Boomleeuwerik nam fors toe in het onderzochte deel van de heide (38 paren in 2011, 64 in 2012). Hoewel het een erg forse toename is, kwam ze niet geheel onverwacht. De brand creëerde prima omstandigheden voor een soort die baat heeft bij kale, zandige plekken in de buurt van een bosrand. Daar waar de brand de bosrand bereikte, vestigden zich dan ook de meeste nieuwe broedparen.
De verwachting voor Roodborsttapuit was dat we een afname zouden zien aangezien het grootste deel van de oude, structuurrijke Calluna-vegetaties in vlammen was opgegaan. Er werden echter in 2012 75 paren geteld wat een status quo betekende ten opzichte van het jaar van de brand. Er werd nauwelijks gebroed in de brandzone, maar aan de randen ervan vestigden zich paren in een veel hogere dichtheid dan in 2011.
Opsteker
Een heuse opsteker voor de beheerders van het terrein (ANB en Natuurpunt) is de evolutie van de Veldleeuwerik. Deze landbouwsoort die nog steeds achteruitgaat in Vlaanderen nam lichtjes toe in de verbrande delen die meteen na de brand een maaibeheer kregen. Door kort op de bal te spelen, kan er dus zelfs voor dergelijke soorten succes worden geboekt.
Voor Annelies kreeg haar masterthesis nog een leuk staartje want het werk werd geselecteerd voor de EOS-prijs 2013. Samen met nog 4 andere kandidaten maakt zij kans op de hoofdprijs. Je kan haar helpen door je stem (tot 10/12) uit te brengen: http://eoswetenschap.eu/artikel/wie-wint-de-eos-prijs-2013-voor-beste-scriptie.
Ook in 2013 werden de aantallen grondbroedende vogelsoorten door een UA-studente in kaart gebracht en zopas werd ook voor 2014 een student gevonden. De opvolging is verzekerd.
Tekst: Glenn Vermeersch, Luc De Bruyn, INBO & Annelies Jacobs, Universiteit Antwerpen
Foto: Glenn Vermeersch
Kolonisatie van afgebrande heide door grondbroedende vogels (pdf)