Blad van de bomen? Sleedoornpage tellen!
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Eén vlindersoort kun je beter tellen in de winter dan in de zomer: de sleedoornpage. Een prachtige activiteit zo tussen Kerst en Nieuwjaar, maar in de rest van de winter mag en kan het ook, als er maar geen sneeuw ligt.
De vlinder zelf is er niet meer in de winter. De laatste sleedoornpages sterven begin oktober. Maar de eitjes zijn er wel en deze zijn gedurende de winter te vinden. Als de bladeren van de bomen zijn, kunnen sleedoornstruiken worden afgezocht en kan worden aangetoond dat de sleedoornpage op een bepaalde plek aanwezig is.
Er zijn plekken waar we nog nooit de vlinder hebben gezien, maar wel weten dat de sleedoornpage zich er voortplant, omdat er eitjes zijn gevonden. De sleedoornpage heeft een nogal verborgen leefwijze en een bezoek tijdens de vliegtijd in augustus en september levert lang niet altijd een waarneming op. De vlinders zitten vaak stil bovenin bomen en worden dan snel gemist. Eitjes zoeken is dan de manier om aanwezigheid vast te stellen. De eitjes zijn natuurlijk klein en je moet wel flink je best doen om ze te vinden, maar als je er wat ervaring mee krijgt is het wel te doen.
Vooral op mooie zonnige winterdagen vallen de halfronde witte eitjes op. Ze zitten vaak in de oksels van takken en aan de voet van doorns van sleedoorn. Als er sneeuw of rijp is kun je beter niet gaan zoeken, want dan is er zoveel wit op de struik dat de eitjes helemaal wegvallen. Het zoeken kan tot de knoppen van de sleedoorn wit beginnen te kleuren, meestal eind februari, dus u heeft een maand of drie de tijd. De sleedoornpage komt lang niet overal voor waar de waardplant sleedoorn staat. Hij lijkt gebonden aan overgangen tussen rivieren en hogere zandgronden. Zo komt de vlinder regelmatig voor langs de rand van de Utrechtse Heuvelrug en langs de Veluwerand. Andere bekende vliegplaatsen zijn Steenwijk, Zuidwolde, Wolvega en Zwolle, waar de soort erg veel voorkomt. Als u een plek met sleedoornpage in de buurt heeft zouden we het op prijs stellen als u die plek elk jaar telt, zodat we de vinger aan de pols kunnen houden van deze zeldzame vlinder. Als u mee wilt werken kunt u contact opnemen met De Vlinderstichting. Meer informatie en uitleg over de methode staat in deze handleiding.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting