
Met habitatscorekaarten naar een effectiever agrarisch natuurbeheer
BoerenNatuurDat is één van de conclusies van de pilot Doelgericht ANLb, een samenwerking tussen de agrarische collectieven ANOG en Natuurrijk Limburg, en BoerenNatuur, die wordt gefinancierd door de Europese Unie en het ministerie van LVVN. De pilot had als doel om de focus van het ANLb te verruimen van doelsoorten naar habitatkwaliteit op gebiedsniveau.
Door breder te kijken wordt duidelijk hoe en waar de habitatkwaliteit in bestaande ANLb-gebieden kan worden verbeterd en wat de kansen zijn voor toepassing van ANLb in nieuwe gebieden. Zeker nu er substantieel extra budget voor het ANLb beschikbaar komt is dat interessant.
Habitatscorekaarten
De pilot heeft habitatscorekaarten ontwikkeld om de kwaliteit van een gebied inzichtelijk te maken. Deze kaarten bevatten een set van indicatoren die belangrijk zijn voor habitatkwaliteit van de ANLb-leefgebieden open akker, open grasland en dooradering.
Belangrijke indicatoren zijn bijvoorbeeld de graslandproductiviteit, openheid van een gebied, de gewasdiversiteit en het aandeel groenblauwe dooradering. De habitatscorekaarten brengen al deze indicatoren met behulp van een geografisch informatiesysteem (GIS) in beeld.
De informatie uit deze kaarten kan een gebiedscoördinator van een agrarisch collectief gebruiken bij het uitstippelen van de meerjarige planning of evaluatie van het agrarisch natuurbeheer in zijn of haar gebied.
Breder perspectief op leefgebieden
De habitatscorekaarten zijn getest in zeven gebieden, waaronder weidevogelgebied Kamperveen, waar het Collectief Noordwest Overijssel actief is. “Eén van de belangrijke voordelen van de habitatscorekaarten is dat ze helpen om een breder perspectief te krijgen op de leefgebieden”, legt Joachim van der Valk, directeur van Collectief Noordwest Overijssel uit. “Door de focus te verleggen naar habitatkwaliteit kan het beheer ten goede komen aan een groter aantal diersoorten."
"Ook bieden de kaarten inzicht in hoe goed het huidige beheer ‘scoort’ ten opzichte van de optimale habitat, en waar er kansen liggen om het gebied te verbeteren", gaat Van der Valk verder. "Vanuit de praktijk is er in ieder geval veel vraag naar dit soort tools. We zoeken daarom nu naar manieren om de habitatkaarten beschikbaar te maken voor de agrarische collectieven. Bovendien zijn veel van de kaarten op dit moment nog niet volledig operationeel en moet er nog wat ontwikkelwerk plaatsvinden. Het is belangrijk dat we eerst een goede basis leggen, zodat het instrument optimaal kan ondersteunen bij het werk van de collectieven.”
Hoewel habitatscorekaarten veel potentieel bieden, benadrukt Van der Valk dat ze het veldwerk nooit volledig kunnen vervangen. “De kaarten zijn een mooie aanvulling, maar het blijft cruciaal dat veldcoördinatoren zelf in het veld aanwezig zijn om de situatie goed te beoordelen. De combinatie van digitale tools en veldkennis lijkt de sleutel tot succes in het verbeteren van de kwaliteit van leefgebieden voor de diverse doelsoorten in het agrarisch natuurbeheer.”
Minder papierwerk, meer impact
De habitatscorekaarten vormen een onderdeel van de doorontwikkeling van de beheermonitoring van collectieven. Naast de ontwikkeling van de habitatscorekaarten is ook onderzocht welke doorontwikkeling van het subsidiestelsel noodzakelijk is. Essentieel in de doorontwikkeling van het ANLb – zeker gezien de beoogde budgetverhoging – is dat ook de controle en verantwoording meer op gebiedsniveau gaan plaatsvinden. Deze zijn nu volledig gericht op beheereenheidsniveau, wat voor collectieven én overheid erg arbeidsintensief is. Dit staat de uitvoerbaarheid en benodigde flexibiliteit in het veld in de weg. Dit onderdeel zal gezamenlijk door het ministerie van LVVN, provincies, RVO en NVWA en BoerenNatuur moeten worden opgepakt.
Meer informatie
- Eindrapportage GLB-pilot Doelgericht ANLb (pdf: 3,3 MB).
- Bijlage 1: Gebruik van habitatscorekaarten in het ANLb (pdf: 6,6 MB).
- Bijlage 2: Habitatkwaliteit als basis (pdf: 3,1 MB).
- Bijlage 3: ANLb na 2027: versterking gebiedsgerichte aanpak in praktijk én beleid (pdf: 2,6 MB).
- Rapportages ANOG.
Tekst en beeld: Pieter Verbeek, BoerenNatuur