
Begin maart was waar vlinderfestijn
De VlinderstichtingOp de sociale media zoemde en gonsde het van enthousiaste verhalen van mensen die eindelijk weer eens vlinders zagen. En tijdens de eerste maartdagen werden er honderden en voor sommige soorten zelfs duizenden vlinders gemeld op de invoerportalen Waarneming.nl en Telmee. Maar naast deze losse waarnemingen zijn er steeds meer mensen die vlinders doorgeven via de zogenaamde flextellingen. Dat houdt in dat je een route loopt en daar alle vlinders die je tegenkomt doorgeeft. Daarmee weten we waar en hoe lang er is geteld. Ook weten we dat alles is geteld en hebben we de zogenaamde nulwaarnemingen: als een soort in een flextelling niet is gemeld, is deze ook niet gezien. Deze informatie is erg waardevol en daarmee kunnen we ook goed vergelijken. Zo hebben we de waarnemingen van de flextellingen van begin maart op een rijtje gezet en per dag berekend hoeveel vlinders er per kilometer gemiddeld werden gezien.
Er zijn vier algemene vlinderoverwinteraars. Citroenvlinder en gehakkelde aurelia zitten in groenblijvende struiken en tussen houtstapels en takkenhopen. De dagpauwoog en kleine vos kruipen ook wel in houtstapels, maar ook in holle bomen, schuurtjes, bunkers en zolders. Als we kijken hoe snel deze vlinders reageren op het mooie weer, dan zien we dat de citroenvlinder direct, bij de eerste dagen al tevoorschijn komt en dan al veel wordt gezien. De dagpauwoog lijkt iets langer nodig te hebben en komt pas flink los na een dag of vier-vijf. We zien hem echt pieken op 10 maart, de voorlopig laatste warme dag. Als het goed is hebben deze vlinders weer een goed plekje gevonden om te wachten op de volgende warme periode.
De gehakkelde aurelia heeft ook altijd wat meer tijd nodig. Deze zal in de komende warme perioden waarschijnlijk meer gezien worden dan begin maart. De kleine vos is veel minder aanwezig dan een tiental jaren geleden. Ook deze is al wel gezien, maar heeft niet echt een piek. De grote vos is wel meer aanwezig dan voorheen, maar de aantallen zijn nog laag. Dat geldt ook voor de atalanta. Deze trekvlinder blijft voor een deel in de winter hier in plaats van weg te trekken en de blijvertjes zijn begin maart ook al actief geworden.
De komende weken zullen deze soorten nog volop kunnen worden gezien en worden aangevuld met de vlinders die als pop overwinteren. Als u ze ziet, geef ze door via Waarneming.nl en Telmee, en het liefst via flextellingen.
Meer informatie
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Beeld: Kars Veling (leadfoto: citroenvlinder); Annemarie van Lierop; Chris van Swaay