Komen er weer veel dagpauwogen?
De VlinderstichtingDe dagpauwoog had vorig jaar een extra generatie in de nazomer. Dat zorgde begin september voor enorme aantallen waarnemingen, vooral in tuinen. De vlinders die toen werden gezien, zijn in overwintering gegaan. Ze kropen in holle bomen, in stapels openhaardhout, bunkers, schuurtjes en zolders. Ook binnenshuis zijn er dus waarschijnlijk veel meer dan in de voorgaande jaren. Als er nu zoveel dagpauwogen overwinteren, is het ook logisch dat er relatief meer meldingen zijn van actieve exemplaren. Dit zou dus kunnen betekenen dat we ook in het voorjaar een grote hoeveelheid dagpauwogen te zien gaan krijgen. Vanaf de eerste zonnige voorjaarsdagen in februari en maart komen ze tevoorschijn uit hun overwinteringsplekken en hebben we dus kans ze te zien.
De vinders die uit overwintering komen gaan snel op zoek naar plekken waar ze nectar kunnen drinken, want dat is de brandstof waardoor ze kunnen vliegen. Wil je die vlinders te zien krijgen, dan moet je op zoek gaan naar plekken met bloeiende planten. In het vroege voorjaar bloeien er, buiten tuinplanten, nog niet zoveel planten, maar klein hoefblad is de eerste die we kunnen tegenkomen. In tuinen zijn er ook in februari al planten die gebruikt kunnen worden. Nu staat al de welriekende kamperfoelie te bloeien en ook de winterheide biedt voedsel. Binnenkort volgt de voorjaarshazelaar en komen de krokussen en andere bolgewassen tevoorschijn. Later in het voorjaar komen er meer planten in bloei waar ze gebruik van maken, zoals wilgen en sleedoorns. Ik kan bijna niet wachten tot het voorjaar wordt en ben heel benieuwd of er echt weer een dagpauwoogpiek staat aan te komen.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting