
Nieuw onderzoek: kwabaallarven in de schijnwerpers
RAVONVorige week steeg de temperatuur flink, wat minder gunstig is voor de kwabaal. Gelukkig loopt de paaiperiode van de soort bijna ten einde en is februari vrij koud geweest; hopelijk met voortplantingssucces tot gevolg. In de (Groote) Beerze, lijkt hier sprake van te zijn; regelmatig worden juveniele kwabalen aangetroffen.
In opdracht van Waterschap de Dommel monitort RAVON (Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland) al meerdere jaren de kwabaal in de (Groote) Beerze. Tot nu toe zijn slechts één keer eerder kwabaallarven waargenomen. Om het voortplantingssucces van de soort beter te begrijpen, is aanvullend onderzoek noodzakelijk.
Help het onderzoekWil jij een bijdrage leveren aan dit unieke onderzoek? Na je donatie houden we je op de hoogte van ontwikkelingen binnen het onderzoek, én: we nemen donateurs, die dat graag willen, een keer mee met het zaklamponderzoek. Wie weet ben jij dan wel een van de eersten die kwabaallarven in de Beerze zal zien! |
Inzicht in de voortplanting door luisteronderzoek
Tijdens de paaiperiode klopt de kwabaal met een spier om zijn zwemblaas; mogelijk als lokroep om soortgenoten aan te trekken. Met behulp van hydrofoons ('Hydromoths': onderwatermicrofoons) nemen we al meerdere jaren dit geluid op om een beter beeld te krijgen van de verspreiding van de kwabaal en zijn gedragingen. Hierdoor kunnen we achterhalen wanneer de kwabaal paait en welke omgevingsfactoren de paai en bijbehorende geluiden stimuleert.
De timing is hierbij zeer belangrijk: bij de voortplanting is een watertemperatuur onder de zes graden Celsius essentieel voor de ontwikkeling van kuit naar juvenielen. Alles boven de zes graden is vrijwel dodelijk voor de eitjes. Daarnaast moet er ook voldoende geschikt paai- en opgroeihabitat aanwezig zijn, zoals dynamische overstromingsvlakten en structuurrijke oevers.
Tot nu toe horen we de kwabaal elk jaar trommelen in de (Groote) Beerze. We weten dus dat er gepaaid wordt, maar kwabaallarven zijn nog maar één keer aangetroffen.
Kwabaallarven: hoeveel zijn er en waar groeien ze op?
Langzaamaan ontrafelen we steeds meer mysteries rondom de kwabaal in de (Groote) Beerze. We weten waar ze trommelen en (deels) onder welke omstandigheden. We weten ook dat er sprake is van voortplantingssucces: er worden jaarlijks juveniele kwabalen aangetroffen van zo’n tien centimeter lang.
We hebben vermoedens waar de kwabaallarven opgroeien. Uit de literatuur blijkt namelijk dat dit vooral gebeurt binnen overstromingsvlakten. De enige keer dat kwabaallarven werden waargenomen in de Groote Beerze, was echter in een ondiepe flauwe oever. Om te onderzoeken in welke mate er voortplantingssucces is in de (Groote) Beerze wil RAVON kijken of en waar we kwabaallarven kunnen vinden en hoe groot de aantallen zijn.
Aanvullend onderzoek met lichtvallen
Voor het larvenonderzoek willen we onder andere lichtvallen (pdf: 3,7 MB) inzetten. Voor het monitoren van vislarven is dit namelijk een effectieve methode. Dit komt doordat veel vislarven, waaronder kwabaallarven, 'positief fototactisch' zijn. Dit wil zeggen dat de vislarven worden aangetrokken tot licht. Ook willen we vroeg in de ochtend en avond met zaklampen de oevers gaan afspeuren. Om het materiaal en de werkuren te bekostigen kunnen we wel wat hulp gebruiken.
Het leefgebied van de kwabaal beperkt zich niet alleen tot beken zoals de Beerze, ook in meren komen ze voor (Bron: Arthur de Bruin)
Tekst: Nymfe van Boekel, Mark Groen en Jeroen van Riet, RAVON
Beeld: Blikonderwater.nl; RAVON; Sanne Ploegaert; Fabian Smith; Arthur de Bruin; Thijs de Haan