
Impact van bestrijdingsmiddelen meten via de koolmees
Vogelbescherming NederlandIn het project 'Meet de Mees' brengen onderzoekers van Hogeschool Leiden de pesticidewaarden in dode jonge koolmezen en niet-uitgekomen eieren in kaart. Hierbij werken zij samen met Vogelbescherming Nederland, Sovon Vogelonderzoek en burgers. Inmiddels hebben zich al 650 mensen aangemeld.
Koolmezen vol met data
De koolmees is de meest geschikte vogel voor dit onderzoek, omdat hij zowel in de natuur, op het platteland als in de stad voorkomt. Tijdens het broedseizoen verzamelt een koolmees in zijn directe omgeving nestmateriaal en duizenden rupsen. Hierbij komen lokaal aanwezige bestrijdingsmiddelen in de koolmezen, hun eieren en jongen terecht. “In het broedseizoen zoeken ze in een straal van circa dertig meter rondom hun nest naar nestmateriaal en voedsel. Die koolmezen zitten dus vol met data die ons kunnen gaan helpen. Dit is cruciaal om een compleet beeld te krijgen van bestrijdingsmiddelen in onze omgeving. Door dode nestjongen en achtergelaten eieren uit heel Nederland te verzamelen in een biobank, kunnen deze in ons lab worden geanalyseerd", licht Peter Lindenburg, lector Analytical Biosciences op Hogeschool Leiden, de keuze voor deze biomonitoringtool toe.
Negen miljoen kilo
Ieder jaar wordt in ons land zo'n negen miljoen kilo aan bestrijdingsmiddelen verkocht. Veelal aan boeren en tuinders, maar ook huishoudens gebruiken middelen tegen onkruiden, en bij het beschermen van dieren tegen vlooien en teken. Resten van bestrijdingsmiddelen komen terecht in voedsel, bodem en water, met risico’s voor biodiversiteit en gezondheid. Zo blijkt uit observaties dat sommige insectensoorten al met zestig procent dalen. Daarnaast wordt de ziekte van Parkinson – met een toename van dertig procent in tien jaar tijd – steeds vaker aan pesticiden gelinkt, waarbij boeren en tuinders een hoger risico lijken te lopen. Lindenburg: “De druk om hier het voorzorgsbeginsel toe te passen groeit: is er twijfel, dan mag een middel niet de markt op."
Incompleet beeld
Meer data en inzicht in de verspreiding van bestrijdingsmiddelen is cruciaal. Lindenburg: “Momenteel vinden metingen plaats door oppervlaktewater te monitoren. Dit geeft echter een incompleet beeld, want niet overal waar bestrijdingsmiddelen gebruikt worden, is water aanwezig.” De rol van burgers bij het zoeken naar niet-uitgekomen eieren en dode jongen is hard nodig. Iedereen kan meedoen, zichzelf registreren bij het project en een nestkast registreren bij Meetnet Nestkaarten van Sovon.
Vogelbescherming Nederland onderschrijft het belang van dit onderzoek en hoopt dat zoveel mogelijk mensen helpen om relevante informatie te delen. “Als Vogelbescherming maken wij ons grote zorgen over de mogelijke schadelijke effecten van bestrijdingsmiddelen, niet alleen op vogels, maar ook op de volksgezondheid. Om dat goed te kunnen onderzoeken, is het cruciaal om uit te vinden welke bestrijdingsmiddelen er terechtkomen in vogels die in onze directe leefomgeving voorkomen", aldus Eva Kok, Projectleider Stedelijk Gebied bij Vogelbescherming Nederland. "Wij delen onze leefomgeving met de koolmezen in het nestkastje in onze tuin, en kunnen van ze leren."
Meer informatie
- Op deze website staat hoe men zich aanmeldt als burgerwetenschapper.
- Meet de Mees wordt gesubsidieerd door Regieorgaan SIA en uitgevoerd met onder andere gemeente Leiden, mboRijnland, Naturalis, NESTKAST, NIOO-KNAW, Sovon Vogelonderzoek, Universiteit Leiden (CML), vereniging Meten=Weten, Vogelasiel Leiden, Vogelbescherming Nederland en Vogelklas Karel Schot.
Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto's: Jan Lok; Jelle de Jong