Natuurjournaal 28 juli 2024
Nature TodayHet is misschien wel het bekendste zeewier ter wereld: wakame. Het is populair in de Aziatische keuken en heeft de afgelopen decennia ook de rest van de wereld veroverd. Wist je dat dit wier ook gewoon in de Noordzee groeit? Om te groeien heeft wakame (en andere zeewieren) namelijk maar twee dingen nodig: zonlicht en water. Wieren halen hun voedingsstoffen uit het water en zetten dit om in energie. Wakame kan wel twee meter lang worden en is eigenlijk een bruinwier, pas bij verhitting wordt het groen. Het wier is niet dol op warm water en heeft een voorkeur voor de winter en het voorjaar. Ook bij ons voelt het wier zich thuis: het wordt geteeld in Nationaal Park de Oosterschelde in Zeeland en groeit het hele jaar door. Dit Natura 2000-gebied staat bekend om zijn perfecte waterkwaliteit. Wakame betekent ‘jong meisje’ in het Japans. Dit verwijst naar de lenige, jonge oogsters van dit wier, maar ook naar de gracieuze manier waarop het in de oceaan groeit.
De grote zeenaald lijkt nog wel het meest op een uitgerekt zeepaardje. Ze zijn ook familie van elkaar, maar de zeenaald komt in de Noordzee veel meer voor. Hij heeft een langerekt, dun lijf en zijn snuit lijkt precies op die van het zeepaardje. Net als het zeepaardje draagt ook het mannetje van de grote zeenaald de kleintjes in zijn buidel. De larven komen in de buidel uit het ei en kunnen er ook groeien. Na vijf weken verlaten de jongen de buidel. Een spectaculaire geboorte! Grote zeenaalden kunnen wel een halve meter lang worden en ze zijn meesters in camouflage. Ze hebben dezelfde kleur als het wier waar ze tussen leven en laten hun lange, dunne lijven meedeinen met de golven, zodat ze nagenoeg onzichtbaar zijn.
Dit natuurjournaal is het zesde deel van de Zondag Zeedag. Deze zomer staan de natuurjournaals iedere zondag in het teken van de zee. Welke planten en dieren vind je in het water, op het strand en in de duinen? Je leest er de komende weken meer over. |
Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Geers, Waarneming.nl; Diego Delso, Wikimedia Commons