Blauwe zeedistel

Plant & insect: blauwe zeedistel

Hortus botanicus Leiden
9-JUN-2024 - De blauwe zeedistel stond op mijn poster met ‘beschermde planten’ uit 2002, en was daarmee voor mij een haast mythische verschijning. Beschermd, dat moest wel iets heel bijzonders zijn. Familielid kruisdistel zag ik genoeg, maar een blauwe zeedistel was iets om opgetogen naartoe te hollen. Die kleur, z'n frisse voorkomen op het felwitte duinzand in de blikkerende zon. Een zomerse verschijning.

Plant & insect is het jaarthema van de botanische tuinen in 2024. De stekelige blauwe zeedistel (Eryngium maritimum) is goed bewapend tegen grotere vreters, maar kleine bezoekers zijn welkom. Kruisdistelkaartmot, kruisdistelsmalsnuitje, dagvlinders als de kommavlinder, het zwartsprietdikkopje, dagpauwoog, kleine vos en meer, honingbij, boom-, steen- en veldhommel, kustbehangersbij en grasbij maken er graag een tussentop. Het zijn maar een paar voorbeelden uit de lijst met bezoekers.
Stekelig zijn was vroeger niet genoeg om plukkende mensen op afstand te houden. Professionele plukkers bedreigden de blauwe zeedistel in z'n voortbestaan. Maar eerst even terug naar een andere blauwe bloeier, niet stekelig maar ruwbladig.

Toch op de stoep

Corrie van Hilten uit Leeuwarden: "Las zojuist je stukje over slangenkruid. Daarin stel je: slangenkruid is geen stoepplant. Maar bij mij groeit ze al zolang ik hier woon, 16 jaar, tussen de tegels van ons trottoir, overvloedig. Tot grote vreugde van bijen en hommels."

Ook Menno Reemer van EIS Kenniscentrum Insecten had een aanvulling: "Wist je dat er ook een wilde bijensoort is die gespecialiseerd is op deze plant? De vrouwtjes van de slangenkruidbij (Hoplitis aduna) verzamelen uitsluitend stuifmeel van slangenkruid. Lange tijd kwam deze soort alleen in Zuidoost-Nederland voor, maar in recente jaren verspreidt hij zich noord- en westwaarts en inmiddels kun je hem ook in Leiden tegenkomen."

Slangenkruid op de stoep

Slangenkruid op de stoep

Nationale bloem

Net als het slangenkruid was de blauwe zeedistel één van de genomineerden voor de Nationale Bloem Verkiezing, en evenmin haalde hij de top vijf. Dat lag niet aan de enthousiaste aanprijzing: "De scherpe stekels van mijn blad weerhouden konijnen en andere planteneters ervan mij op te peuzelen. Al zorgt het er wel voor dat mij men ten onrechte distel noemt. De natuurschrijver Frederik van Eeden noemde mij ooit 'lieveling van de zee'. Dat vind ik eigenlijk passender. Nergens bloei ik zo mooi en overvloedig als aan uw stranden. Ik ben één van de laatste bewoners van de duinen. Dankzij de blauwe gloed op mijn groene blad, lijk ik de zee te spiegelen. Stem jij mee op de lieveling van de zee?"

Blauwe zeedistel

Blauwe zeedistel

Schermbloemige

Ten onrechte een distel genoemd, staat hierboven — de blauwe zeedistel is een schermbloemige, net als fluitenkruid en zevenblad, maar de steeltjes van de bloemschermen zijn kort en het geheel doet meer aan een composiet denken. Thijsse schreef het al in 1938, in het Verkade-album 'Onze groote rivieren': "Heelemaal geen distel, hoewel stekelig als de beste, is de Kruisdistel, evenals zijn verwant, de Blauwe Zeedistel, eigenlijk een Schermbloem. De bouw van bloemen en vruchten wijst het uit. Er zijn wel plaatsen, waar deze grijze Kruisdistel en de Blauwe Zeedistel om zoo te zeggen, zij aan zij groeien, bijvoorbeeld op Voorne. Dat is nu niet zoo’n heel groot wonder, want de rivieren stroomen toch naar de zee en aan de zee vormen zich de duinen. En wanneer ge alles eens ter dege bekijkt en vergelijkt, dan zult ge ontdekken, dat heele risten van planten, die in onze duinen groeien en dan ook wel duinplanten genoemd worden, eigenlijk rivierplanten zijn. Dat loopt wel in de dozijnen."

Blauwe zeedistel

Bloemisten 

Plant & mens is het jaarthema 2025 van de botanische tuinen. De mens was ooit een beste bedreiging voor de blauwe zeedistel. In 1914 schreef ene C.V. in het blad 'De Levende Natuur': "De Blauwe Zeedistel. — Hoe schromelijk men déze schoone plant overal uitroeit, blijkt uit het volgende. In de omstreken van ’s-Gravenhage zoekt men er te vergeefs naar. Zij, die hun brood verdienen met deze plant te zoeken, zijn genoodzaakt heelemaal naar Zandvoort te gaan, om ze te vinden. Uit betrouwbare bron vernam ik, dat een dezer lieden, na een morgen gezocht te hebben, 48 bossen blauwe zeedistels buit gemaakt had. Een andere bloemverkooper wist het zelfs tot 130 bossen te brengen. Wanneer niet spoedig maatregelen genomen worden, is het te voorzien, dat deze schoone plant uit de Nederlandsche Flora geschrapt moet worden, ’t Ware jammer, wanneer zoo iets gebeurde." Thijsse reageerde: "In Noord-Holland beslaan wettelijke bepalingen, waarbij het vervoeren van duinplanten verboden wordt, maar ze worden voor zoover ik weet slechts in één enkel kustdorp nageleefd."

Beschermd

Dat plukken zal de aanleiding geweest zijn om de blauwe zeedistel op de lijst van beschermde planten te plaatsen toen op 1 april 2002 de Flora- en faunawet in werking trad. Op die lijst stonden 104 plantensoorten, waaronder veel orchideeën en soorten met opvallende bloemen. In 2017 is deze wet vervangen door de Wet natuurbescherming, sindsdien is de blauwe zeedistel geen beschermde plant meer. Voor de bloemenhandel hoeft dat ook niet: er is tegenwoordig een keur aan Eryngium-soorten en cultivars verkrijgbaar als tuin- en snijbloem.

Naast het siergebruik heeft de mens deze distel ook gezocht voor medische toepassingen. Clusius, de eerste prefect van de Leidse Hortus, had al de vlakbladige kruisdistel (Eryngium planum) in de tuin. Daaraan werd dezelfde werking toegeschreven als aan de kruisdistel en blauwe zeedistel. Petrus Nyland schrijft in 1682 over de blauwe zeedistel en kruisdistel: "Voor buyck-pijn, geel- ende water-sucht ..."
Heb je die kwalen, beterschap, en ga liever naar de dokter dan naar de duinen.

Blauwe zeedistel

Tekst: Hanneke Jelles, Hortus botanicus Leiden
Beeld: KU Leuven; Corrie van Hilten; Prof. Dr. Thomé's Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz; De Tuin in vier seizoenen