Inheemse planten: grasklokje
Hortus botanicus Leiden'Mijn blauwe klokjes staan zelfs bescheiden te klingelen bij jou op de stoep. Is natuur direct buiten jouw deur wat jij zoekt? Stem dan voor mijn blauwe roem als nationale bloem!' vervolgde de wervende tekst. Het mocht niet baten: het grasklokje haalde de top-vijf niet. En toch, ik vind het een heerlijk plantje. Maar op de stoep...
Echt op de stoep?
Op de stoep, is dat niet wat overdreven? Wellicht hangt het af van waar je woont. Het boek 'Stadsplanten van Breda' schreef al in 2013: ‘Van de Campanula- soorten (klokjes) kun je gerust zeggen dat die de stad gaan veroveren. Van de wilde soorten beginnen het ruig klokje, akkerklokje, grasklokje en prachtklokje steeds algemener te worden. Daarnaast zijn er vier tuinvlieders, via het tuincentrum, hun opmars in het stedelijk gebied begonnen. Hierbij op nummer één het kruipklokje, gevolgd door het karpatenklokje, het dalmatiërklokje en het piramideklokje. De stad kleurt al meer blauw door al die klokjes.'
In Breda misschien, maar in Noord-Holland zie ik vele klokjes in de stad, maar het grasklokje is er niet bij. Eigenlijk is het best lang geleden dat ik grasklokjes zag. Vroeger, als ik in mijn NJN-jaren op de Veluwe fietste, groeiden ze overal. De bloemen leken te zweven tussen smalbladige grassoorten waar het tussen stond, de steeltjes en het blad van het grasklokje vielen weg tussen de grassprieten. Maar het lijken er vandaag de dag wel minder te zijn. Helaas, het zijn er ook minder, zoals u kunt zien op Waarneming.nl. Selecteer een periode een aantal jaar terug en u ziet meer grasklokjes.
Rond en langwerpig
Grasklokje (Campanula rotundifolia) behoort tot de Klokjesfamilie. Het groeit op grazige plekken op zandgrond, vooral in het oosten en zuiden van ons land. Het Latijnse campana betekent klok. Rotundifolia verwijst naar de wortelrozet, met ronde bladeren. Maar let op, bij een bloeiende plant is de rozet meestal verwelkt en prijken er smalle bladeren op de bladsteel. Alleen als een bloeistengel weinig licht krijgt, ontwikkelen zich daaraan ook ronde bladeren.
Meeldraden
In het boek Bijenplanten beschrijven Arjen Neve en Raymond van der Ham de bijzondere meeldraden: ‘In de bloemknop staan de meeldraden tegen de nog gesloten lobben van de stempel gedrukt. Nog voor de bloemen opengaan, openen de helmhokken zich aan de zijde van de stempel, die rondom bezet is met omhoog gerichte haren. Bij het uitgroeien van de stijl wordt het stuifmeel uit de helmhokken geveegd. Als de bloem open is, zien we een stijl die rondom met stuifmeel bepoederd is. Van de meeldraden is dan niet veel meer te zien. Ze zijn op het onderste gedeelte na verwelkt. De meeldraden hebben aan de basis een schildvormige verbreding die langs de rand met haren is bezet. Samen bedekken ze het nectarium op het vruchtbeginsel. Naast de functie van bescherming van het nectarium hebben ze nog een andere functie. Honingbijen die op de bloemen van het grasklokje vliegen, oriënteren zich op afstand eerst op de kleur en de vorm van de bloemen. Als ze op de bloemen zijn aangekomen, wijzen de lichtgroene brede bases van de helmdraden de weg naar de nectar, doordat ze contrasteren met het blauw van de kroon. Ook de geur van de kroon helpt bij het zoeken van de precieze plaats van de nectar. Onderin geurt de bloemkroon namelijk intensiever dan aan de rand van de bloem.'
Variabel
De driehokkige doosvrucht knikt bij rijping omlaag. Het zaad wordt door spleten in de vruchtwand uitgestrooid, bij nat weer zijn ze gesloten. Hortulanus Gerard van Buiten van de Botanische Tuinen Universiteit Utrecht: "Een soort met een groot verspreidingsgebied in eigenlijk heel Europa. De soort in behoorlijk variabel; veel variatie en ondersoorten zijn ook wel als aparte soorten beschreven. Sommige taxonomen laten ook Amerikaanse soorten hier nog binnen vallen. Bij ons in de rotstuin is dit een dankbare soort die zich gemakkelijk uitzaait en dan het liefst in kieren en spleten van rotsblokken groeit. Grasklokje houdt van een droge, relatief voedselarme standplaats. Na de bloei terugknippen zorgt voor meerdere malen herbloei in het seizoen."
Hoe meer je over grasklokjes leest, des te meer zin krijg je om er een te bekijken. Gauw maar op zoek naar het grasklokje in een van de botanische tuinen, het bloeit hier en daar nog net. Je houdt het meest van de planten uit je jeugd, zeldzaam of niet. Zoals lezeres Cyndy schreef naar aanleiding van onze vorige bijdrage over het madeliefje, onze Nationale Bloem: ‘Precies zoals al beschreven werd, iedereen kent het madeliefje, het is een schattig herkenbaar bloempje, ziet er eenvoudig uit, maar zit toch knap in elkaar als je beter kijkt. Ook de herinnering... Mijn moeder maakte bloemenkransjes met mij en ik weer met mijn kinderen.’
Meer informatie
- Het grasklokje is te vinden in de Botanische Tuinen Universiteit Utrecht en in nog een aantal botanische tuinen, hier vindt u een overzicht.
- Lees bij de Hortus botanicus meer over stoepplantjes.
- Op de hoogte blijven van water in de botanische tuinen gebeurt? Kijk in de agenda en schrijf u in voor de nieuwsbrief.
Tekst: Hanneke Jelles, Hortus botanicus Leiden, met dank aan Gerard van Buiten
Foto's: KU Leuven; Cunie Sleijpen; Otto Wilhelm Thomé: Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, 1885