Inheemse planten: lamsoor
Hortus botanicus LeidenEr zijn allerlei redenen om een plant naar een dier te vernoemen. Gelijkenis is zo'n reden: de bloemen van slangenkruid met hun gespleten stempels lijken op een opengesperde slangenkop. Grote egelskop, veldhondstong; of op de stoep ooievaarsbek, muurleeuwenbekje, Europese hanenpoot, hazenpootje, ze doen allemaal denken aan het dier waarnaar ze vernoemd zijn.
Zeeuwse heide
Bij het woord 'lammetje' denk je al aan zacht en aaibaar. Hoe zacht zal het óór van een lam dan zijn? Lamsoorblad lijkt qua vorm al genoeg op een lams- of schapenoor om z'n naam te verdienen. Maar is het aaibaar zacht? Ik heb me wel vergaapt aan de velden paarse bloemen, niet voor niets wordt het 'Zeeuwse heide' genoemd, maar verzuimd om aan het blad te voelen. Ook nu in oktober zijn er nog bloeiende planten te vinden, voor wie in Zeeland of op de wadden is. Weet u of het blad zo zacht is als de naam doet vermoeden? Laat het ons weten.
Niet eetbaar
Misschien denkt u bij 'lamsoor' aan een delicatesse, net als bij die andere zilte groente, zeekraal. Maar ga niet wildplukken. Ten eerste mag het niet en ten tweede: wat in Zeeland als lamsoor verkocht wordt, zijn de blaadjes van de zeeaster. Echte lamsoor is volgens de meeste bronnen niet eetbaar.
Lamsoorhoning
Geen lekkere plant voor ons dus, maar des te aantrekkelijker voor bijen. Imkers reizen met hun volken naar bloeiende lamsoorvelden. Met een laag aantal pollenkorrels mag de honing al 'lamsoorhoning' genoemd worden – want de korrels zijn groot, legt het boek Bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen uit; de bijen kunnen ze makkelijk uit de nectar zeven, dus zitten er weinig in. Lamsoorhoning klinkt heerlijk: 'droog en donker, vol zoet', schrijf de website Honingheerlijkheden over een potje van de Terschellinger kwelder. 'Met pollen van lamsoor, zeeaster, rode ogentroost en heide.'
Verwant aan Engels gras
Lamsoor is verwant aan Engels gras, ook een plant waar de bijen dol op zijn. Engels gras komt u steeds meer langs de snelwegen tegen, ook een zout milieu door het strooien. Lamsoor zult u daar niet zien. Beide planten zijn meerjarig; lamsoor blijft zomer en winter groen. De plant groeit vanuit een penwortel op plekken die zo nu en dan overspoeld worden door het zeewater, maar minder zout zijn dan de zee zelf. Het bladrozet bestaat uit blaadjes met een gave, niet gekartelde rand. Onder de blaadjes zie je zoutkristallen schitteren, het overtollige zout wordt uitgescheiden door honderden zoutklieren aan de onderkant van het blad. Uit het rozet stijgt de bloeistengel op met blauwviolette bloemen. De kelk om de vijftallige bloemen groeit uit tot een soort parachute, net als bij Engels gras. Het vruchtje droogt uit en gaat niet open; het verspreidt zich met hulp van het behaarde kelkje.
Bijzonderheden
In ‘Bijenplanten: nectar en stuifmeel voor honingbijen’ beschrijven Arjen Neve en Raymond van der Ham een bijzonderheid. ‘Net als bij Engels gras treffen we bij de Lamsoor twee soorten bloemen aan. De verschillen zitten vooral in het oppervlak van de stuifmeelkorrels en dat van de stempels. Het ene type heeft gladde stempels en stuifmeelkorrels (van korte meeldraden) met een grofmazig oppervlak. Bij het andere type is het stempeloppervlak bezet met papillen en hebben de stuifmeelkorrels (van lange meeldraden) een fijnere netstructuur. [...] Beide typen zijn zelfsteriel, dus voor de vorming van zaad is het nodig dat ze elkaar bestuiven.' Je moet toch wel heel goed gekeken hebben, om zulke details te ontdekken. Maar eerst... is dat blad nu zacht of niet? Wie weet het? Mail uw reactie naar educatie@hortus.leidenuniv.nl.
Meer informatie
- Opzoeken of een plant in een botanische tuin te vinden is.
- Over stoepplantjes.
Tekst: Hanneke Jelles, Hortus botanicus Leiden
Foto's: KU Leuven; Arjen Neve; Otto Wilhelm Thomé