Geschubde mannetjesvaren kiest voor regenrijke bosgebieden
FLORONKlimaatverandering heeft in de afgelopen decennia gezorgd voor een toename van de hoeveelheid neerslag. Varens doen het goed in regenrijke gebieden, omdat ze in een deel van hun levenscyclus afhankelijk zijn van bevruchting via water. Eén van de varens die sterk geprofiteerd heeft van de toegenomen neerslag is de Geschubde mannetjesvaren. De soort was voor 1980 zeer zeldzaam en kwam slechts op een handvol plekken voor in Zuid-Limburg en de Achterhoek. Sinds de eeuwwisseling is ze sterk toegenomen in loofbossen. Eerst verscheen de soort in relatief vochtige bossen op leem en klei. Daarna werd Geschubde mannetjesvaren in bijna alle bosgebieden in Nederland weleens aangetroffen, hoewel de populaties vaak klein zijn.
Nu Geschubde mannetjesvaren algemener is geworden, tekent zich ook een verspreidingspatroon af dat een opmerkelijke correlatie met de neerslag vertoont. Op plekken waar de soort in bossen op zandgrond groeit, gaat het vaak om neerslagrijke gebieden, zoals grote delen van Drenthe, de Veluwe en het Gooi.
Door klimaatdoelstellingen en de biodiversiteits- en stikstofcrisis staan bossen volop in de aandacht. In de vorige week verschenen Florabalans wordt in een aantal artikelen ingegaan op hoe de bossen en hun kenmerkende flora zijn veranderd.
Tekst: Laurens Sparrius & Edwin Dijkhuis, FLORON
Foto: Willem Braam (Geschubde mannetjesvaren)
Kaart: NDFF & KNMI