Dagpauwogenfeest!
“Wow! Eindelijk heb ik vlinders in mijn tuin.” “Zoveel dagpauwogen heb ik in geen jaren gezien.” En: “Ik telde vanmorgen 14 dagpauwogen op de allerlaatste bloemen van de vlinderstruik en ook nog een distelvlinder, twee atalanta’s en een gehakkelde aurelia!” Na een heel matig vlinderjaar, waarin tijdens de tuinvlindertelling begin augustus nauwelijks vlinders waren en vlinderliefhebbers met een tuin vol bloemen echt moesten sprokkelen om een vlinder te zien te krijgen, is het nu volop genieten. Vooral de dagpauwoog is nu, begin september, erg veel aanwezig. In normale jaren gaan de zomerdagpauwogen, nadat ze hun buikje hebben vol gegeten, op zoek naar overwinteringsplekken. Maar in sommige jaren planten ze zich in juli/augustus weer voort en sterven dan. Ook dit jaar was dat het geval en in augustus waren op heel veel plaatsen rupsennesten van de dagpauwoog aanwezig. Op sommige locaties ging het om duizenden rupsen. Doordat het een vochtige zomer was, stonden de brandnetels, waar de rupsen van afhankelijk zijn, er uitstekend bij, zodat erg veel dagpauwogen uiteindelijk vlinder zijn geworden. Ook voor een aantal andere vlinders is het een prima nazomer. Groot koolwitje, bont zandoogje en atalanta bijvoorbeeld vliegen ook goed. Behalve ‘onze eigen’ atalanta’s komen er trouwens nu ook trekkers vanuit Noord-Europa door ons land op weg naar zuidelijker streken.
Is 2024 nu wel een goed vlinderjaar?
De vele vlinders geven de vlinderliefhebbers, die het hele jaar sombere berichten kregen over de vlinderstand, weer hoop. Maar je hoort zelfs mensen zeggen: “Gelukkig is het geen slecht jaar, maar ze zijn alleen maar wat later.” En hoewel het natuurlijk geweldig is dat er nu zoveel vlinders te zien zijn, kunnen we helaas niet de vlag buiten hangen. Als we de voorlopige resultaten van het Meetnet Vlinders bekijken (zie grafiek hierboven) zien we dat, ondanks het kleine piekje in september, er toch heel veel minder vlinders hebben gevlogen dan het gemiddelde over de afgelopen dertig jaar. De rode delen in de grafiek geven perioden aan dat er minder vlinders vlogen dan ‘normaal’. De groene delen geven de perioden aan met meer vlinders. En dan zien we dat helaas, ondanks de geweldige dagpauwogenpiek nu, rood toch veel meer voorkomt dan groen.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Grafiek: voorlopige data Meetnet Vlinders (NEM)