Invasie distelvlinders: wordt het weer een topjaar?
De VlinderstichtingVrijwel elke dag in mei werden wel distelvlinders gezien, maar vanaf vorige week namen de aantallen snel toe. Vanaf vrijdag 20 mei kwamen er nog meer meldingen binnen en in het weekend werden er vele honderden distelvlinders gezien en doorgegeven op de waarnemingportalen. De trekomstandigheden waren blijkbaar gunstig. Distelvlinders overwinteren niet in Nederland, maar komen ieder voorjaar vanuit Noord-Afrika naar ons land. In sommige jaren halen maar weinigen het, doordat er allerlei gevaren en problemen kunnen opdoemen tijdens die duizenden kilometers lange reis. Regenfronten en lagedrukgebieden, sterke tegenwind en andere factoren kunnen de trek flink remmen, of zelfs echt tegenhouden. Dit is de reden dat het aantal distelvlinders dat jaarlijks wordt gezien enorm fluctueert. De afgelopen jaren waren 2009 en 2019 topjaren. De tussenliggende jaren werden er veel minder gezien. Of 2022 weer een topjaar wordt, is nu nog niet te zeggen, maar dat er meer zijn binnengekomen dan in de magere jaren is wel duidelijk.
De vlinders die hier aankomen, planten zich voort en zullen dan sterven. Als de omstandigheden gunstig zijn, zullen er heel veel nakomelingen verschijnen in augustus en september. Deze worden vaak nog aangevuld met vlinders die in Scandinavië zijn uitgekomen. Als het allemaal meezit, kunnen er dan in het najaar enorm veel distelvlinders worden verwacht. De rupsen leven, zoals de naam al verklapt, van allerlei distelsoorten, maar ook andere kruiden worden wel gebruikt. Als het niet te droog is, zullen deze waardplanten goed groeien en mogen we verwachten dat veel rupsen het tot vlinder zullen redden. De distelvlinders die nu aanwezig zijn en er dus al een flinke tocht op hebben zitten, zijn wat kleiner dan de generatie die hier groot wordt en vanaf eind juli te zien is. Ze zijn ook fletser van kleur en je ziet vaak flinke beschadigingen. Zie je ook distelvlinders, geef dat dan door via Waarneming.nl, Telmee of, als je hem in je tuin ziet, via de Jaarrond Tuintelling.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting