Nu op zoek naar eitjes van de sleedoornpage
De VlinderstichtingVlindereitjes zijn klein en het is niet eenvoudig om ze te vinden, maar toch zijn er tientallen mensen die daar een mooie winterdag aan besteden. Dat komt ook omdat de vlinders zelf erg verborgen leven en dus ook niet zo gemakkelijk te vinden zijn. De eitjes zijn dan wel niet erg groot, maar als je wat ervaring hebt kun je ze wel degelijk vinden en daarmee de soort op een plaats aantonen. De vondst van eitjes is eigenlijk belangrijker dan het zien van een vlinder, want dat kan ook een zwerver zijn. De eitjes bewijzen dat de soort zich op een plek voortplant. De sleedoornpage vliegt in augustus en september en komt vooral voor langs de rand van de Veluwe en een paar andere vliegplaatsen. De vlinders zitten vaak in de top van hogere bomen in de buurt van sleedoornstruweel. Daar verzamelen zich de mannetjes en ook de vrouwtjes gaan hierheen om een partner te vinden. De eitjes worden vervolgens afgezet aan de buitenkant van de struiken. Als het blad uit de sleedoorn is en voordat de bloemknopjes beginnen te botten, kun je deze eitjes vinden. Januari en februari zijn hiervoor prima maanden.
Bekende plaatsen waar de sleedoornpage veel aanwezig is, zijn bijvoorbeeld Steenwijk, Apeldoorn, Zwolle en Wageningen. De afgelopen jaren zijn ook veel eitjes van sleedoornpage gevonden in de Kraaijenbergse Plassen bij Cuijk. In Zuidwolde, Arnhem, Amersfoort en Overlangbroek zijn er ook elk jaar wel meldingen. Het is zeker de moeite waard om op zoek te gaan naar die eitjes op nieuwe plekken, want jaarlijks wordt de soort op nieuwe plekken aangetroffen. De meeste kans heb je echter wel in de buurt van bestaande populaties. Sleedoorn staat overal in Nederland, maar die sleedoornpage is vooral aanwezig op overgangen tussen zandgronden en rivierengebied of veengebieden. De rand van de Veluwe of van de Utrechtse Heuvelrug zijn typisch van dat soort plekken. Zolang sleedoorn nog niet teveel uitloopt, zijn ook de komende weken nog goed voor het zoeken naar eitjes. We zijn benieuwd of er ook dit jaar weer nieuwe vindplaatsen bij komen.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting