Potvis
13-JAN-2021 - Het was een beetje wachten, maar toen op kerstavond een groep van zeven potvissen strandde in Engeland ging ook in ons land het sein op rood. De kans was groot dat er nog meer potvissen in de buurt rondzwierven, en er was een concrete verwachting dat er ook nog eentje in Nederland zou aanspoelen.

Dat gebeurde donderdagmiddag dan ook, toen er een groot mannelijk dier levend aanspoelde op Vlieland. Hij stierf vervolgens binnen een paar uur op het strand. Wetenschappers zijn gestart met onderzoeken van het door hen ontlede kadaver en buigen zich over de doodsoorzaak.

De aangespoelde potvis

Onderzoek naar strandingsoorzaak en herkomst

Potvissen zijn vrij kansloos in de ondiepe, zuidelijke Noordzee. Eenmaal gestrand gaan ze meestal snel dood. De doodsoorzaak is in de meeste gevallen direct gerelateerd aan de stranding. Zwaartekracht speelt een belangrijke rol. Op het droge worden de dieren onder hun eigen gewicht verpletterd, en ademhalen wordt bemoeilijkt wanneer walvissen op hun zijkant liggen. Interessanter is daarom de vraag waarom potvissen überhaupt de Noordzee in zwemmen: komt dat door domme pech of zijn er onderliggende problemen? Daarom doen wetenschappers, in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), onderzoek naar de strandingsoorzaak en herkomst van aangespoelde walvissen.

Voor het verplaatsen van de zware potvis uit de branding was grof materiaal nodig

Monsters benodigd om doodsoorzaak vast te stellen

Een aangespoelde walvis is op de meeste plekken een risico voor de volksgezondheid, en er bestaat zelfs het gevaar dat de dieren ontploffen. De Nederlandse overheid wil dus dat die dieren opgeruimd worden. De potvis van Vlieland is zaterdag door een snijteam van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht onderzocht. Het snijteam werd ondersteund door de snijploeg van Naturalis en eveneens door de gespecialiseerde aannemer BDS Harlingen die door Rijkswaterstaat is ingehuurd. Naturalis nam één flipper en een weefselmonster mee voor in hun eigen collectie. Hoewel het een jong dier betrof, was de flipper toch nog anderhalve meter lang.

Onderzoekers van de Universiteit Utrecht nemen metingen

Volgens Lonneke IJsseldijk, bioloog bij de Universiteit Utrecht, ging het om een potvis van 13,6 meter, met een geschat gewicht van zo’n dertig ton. “Deze klus moest in één dag worden geklaard, met als gevolg dat ook de sectie op het dier onder tijdsdruk moest worden uitgevoerd", aldus IJsseldijk. De veterinair pathologen en biologen van de Universiteit Utrecht hebben op Vlieland zoveel mogelijk sectiegegevens en stukjes weefsels verzameld, die in het lab en onder de microscoop verder worden onderzocht. Zo wordt er ook gekeken of het dier ziek was. Daarnaast zijn de hele maag met inhoud en stukken darm verzameld voor het dieetonderzoek van Wageningen Marine Research, vertelt IJsseldijk.

Op zoek naar voedselresten

De maag en stukken darmen worden uitgespoeld om alle nog aanwezige voedselresten te kunnen verzamelen”, vertelt WUR-bioloog Mardik Leopold. “Zo leren we, potvis na potvis, steeds iets meer over de gezondheid en het dieet van deze dieren. Een belangrijke vraag hierbij is of een in Nederland gestrande potvis nog voedsel heeft weten te vinden in de zuidelijke Noordzee.” Dit materiaal is inmiddels opgehaald in Harlingen en naar het lab van Wageningen Marine Research in Den Helder gebracht. “De zeeftafel en de tuinslang staan klaar. We spoelen de maag en de stukken darm schoon, en dan kan het tellen, determineren en opmeten van de aangetroffen prooiresten beginnen. Meestal gaat het dan om kaakjes van inktvissen, die erg hard zijn en resistent tegen maagzuur. Maar soms vinden we ook nog visresten, opvallend vaak van zeeduivels: een soort die in diep water op de zeebodem leeft”, aldus Leopold.

Dwergvinvis op Rottumerplaat

Als een walvis ergens strandt waar er geen problemen verwacht worden, is het ecologisch gezien interessant om het dier dan daar te laten liggen. Rijkswaterstaat en Wageningen University & Research doen nu een onderzoek naar een aangespoeld dwergvinvis-kalfje (toch nog bijna vijf meter lang) op Rottumerplaat. Naturalis denkt mee met de overheidsplannen om dat in de toekomst vaker te doen, op de plekken waar het kan. 

Meer informatie

Op naturalis.nl/collectie/walvisstrandingen is meer informatie te vinden over walvisstrandingen en de rol van Naturalis hierbij.

Tekst: Mardik Leopold en Cecile Leuverink, Wageningen Marine Research, Lonneke IJsseldijk, Universiteit Utrecht en Bart Braun, Naturalis Biodiversity Center
Foto's: Naturalis Biodiveristy Center; Lonneke IJsseldijk, Universiteit Utrecht