Gewone spitssnuitdolfijn EENMALIG GEBRUIK

Verdwaalde spitssnuitdolfijnen voor de kust - helpen of niet?

Naturalis Biodiversity Center
22-JUL-2022 - Afgelopen dinsdag zijn badgasten bij Zandvoort verblijd met bijzonder bezoek. Drie spitssnuitdolfijnen zwommen voor de kust. De dieren waren verdwaald en ten minste één ervan dreigde te stranden. Met behulp van omstanders is de walvis voorzichtig naar dieper water begeleid, waarna ze alle drie weer op zee verdwenen. Nu maar hopen dat ze de weg terugvinden naar diepere wateren, zoals bij Schotland.

Spitssnuitdolfijnen behoren, net als bijvoorbeeld bruinvissen en dolfijnen, tot de walvissen. Het zijn zoogdieren: ze hebben een wervelkolom, zijn warmbloedig, en vrouwtjes werpen levende jongen en zogen die. Het onderscheid tussen dolfijn en walvis is kunstmatig. Meestal worden de kleinere soorten dolfijn genoemd en de grotere walvis. Dat onderscheid loopt al gauw spaak, want enkele soorten die in het Nederlands dolfijn heten, worden wel twaalf meter lang. Terwijl de dwergwalvis niet veel groter wordt dan een meter of zes. Er wordt ook wel onderscheid gemaakt op basis van tanden of baleinen. Tandwalvissen zouden dan dolfijnen heten. Maar de potvis, de grootste tandwalvis, wordt wel achttien meter lang. Niemand haalt het in zijn hoofd om deze reus een dolfijn te noemen. De al eerder genoemde dwergwalvis is een baleinwalvis, waardoor niemand het een dolfijn noemt.

Spitssnuitdolfijnen

De bijna aangespoelde spitssnuitdolfijn bij Zandvoort van afgelopen dinsdag, van ongeveer vier meter langBinnen de orde van de walvissen onderscheidt men verschillende families. Spitssnuitdolfijnen zijn met 21 soorten de op een na grootste familie, na de dolfijnen. Ondanks het flinke aantal soorten is over deze familie maar weinig bekend. Dat komt omdat ze zijn aangepast aan het leven in de diepzee. Ze jagen vooral op inktvissen en pijlinktvissen. Sommige duiken daarvoor wel tweeduizend meter diep. Omdat ze ook zuurstof nodig hebben, moeten ze regelmatig aan de oppervlakte komen om te ademen. Enkele soorten blijven twee uur onder water, komen voor enkele minuten aan de oppervlakte voor een hap lucht, en duiken dan weer voor twee uur onder. Het is dus lastig om van deze dieren meer te weten te komen.

Voorkomen in Nederland

Spitssnuitdolfijnen leven niet in de zuidelijke Noordzee, omdat die te ondiep is. “Toch komen er soms spitssnuitdolfijnen bij onze kust voor, zoals de drie van afgelopen dinsdag. Meestal worden ze pas opgemerkt als ze zijn aangespoeld”, vertelt Annemarie van den Berg, directeur van SOS Dolfijn. De stichting biedt hulp aan walvissen in nood die op de Nederlandse kust terecht komen of dreigen te stranden. “Er zijn maar liefst vijf soorten spitssnuitdolfijnen in ons land vastgesteld. De gewone spitssnuitdolfijn is de meest algemene, met 28 aangespoelde exemplaren sinds 1900. Hij wordt op de voet gevolgd door de butskop, met 23 aangespoelde dieren.”

In onderstaande figuur zijn strandingen van alle spitssnuitdolfijnen in Nederland sinds 1900 op een rij gezet. “Door de oogharen bekeken lijkt er dan heel misschien een geringe toename te zijn in strandingen van gewone spitssnuitdolfijnen: in de vorige eeuw waren dat er vijftien, in de eerste twintig jaar van deze eeuw al twaalf”, legt bioloog Guido Keijl van Naturalis uit. “Of dat echt zo is, is de vraag, want het gaat om kleine aantallen. We komen er alleen achter door registratie van gestrande walvissen voort te zetten.”

Een overzicht van de strandingen van alle spitssnuitdolfijnen in Nederland sinds 1900
De zomermaanden lijken de tijd van het jaar om een aangespoelde spitssnuitdolfijn te vinden. Meer dan de helft van alle exemplaren is in juli tot september aangespoeld. Hierbij zijn de exemplaren van 19 juli bij Zandvoort nog niet meegerekend.

Maandelijkse verdeling van strandingen van vijf soorten spitssnuitdolfijnen in Nederland, 1900-2022. De maanden zijn aangegeven met de nummers 1 -12

Wat te doen bij dolfijnen in nood?

Spitssnuitdolfijnen oriënteren zich, net als alle walvissen, met sonar. In de buurt van een glooiende kust komt de echo niet terug en denken de dieren dus dat er een doorgang is. Waarom ze de zuidelijke Noordzee in zwemmen en niet in de diepe wateren rond Schotland blijven waar ze thuishoren, is niet bekend.

Een walvis in de buurt van de kust, afgezien van bultrug en bruinvis, is meestal in slechte conditie, en mogelijk zelfs stervend. Een enkeling is te redden”, vertelt Van den Berg. “Het terugduwen van een spitssnuitdolfijn die dreigt te stranden kan succesvol zijn, maar zeker weten doen we het nooit. Tenzij het dier opnieuw strandt natuurlijk. De gewone spitssnuitdolfijn die op 18 juli 2010 bij Egmond strandde en werd teruggeduwd, strandde vier dagen later opnieuw aan de Engelse zuidkust”, vervolgt ze.

Het terugduwen is voor mensen niet zonder gevaar. Spitssnuitdolfijnen zijn grote wilde dieren. Zo was de bijna gestrande spitssnuitdolfijn bij Zandvoort ongeveer vier meter lang. Ze zijn niet gewend aan mensen en zijn vaak in paniek omdat ze de weg kwijt zijn. Ook kunnen ze schrikken van al het lawaai en gespetter. Door een onbedoelde klap met een staart kan iemand ernstig gewond raken. “Neem daarom direct contact op met SOS Dolfijn of met de politie als je een walvis of dolfijn in de buurt van de kust ziet”, geeft Van den Berg als raad. “Duw een gestrand dier niet terug in zee zonder overleg met SOS Dolfijn en houdt mensen en honden op een veilige afstand.”

Meer informatie

  • Kijk voor meer informatie en handige tips voor wat te doen bij een stranding van een walvis op Sosdolfijn.nl
  • Voor een overzicht van alle geregistreerde walvisstrandingen in Nederland kun je terecht op Walvisstrandingen.nl

Tekst: Guido Keijl, Naturalis; Annemarie van den Berg, SOS Dolfijn
Foto's: Pierre Jaquet, Picomyisland; Dumpert
Figuren: Guido Keijl/Walvisstrandingen.nl