Heeft de bosparelmoervlinder nog toekomst?
De VlinderstichtingBij het begin van het meetnet vlinders in 1990, kwam de bosparelmoervlinder nog voor op één plek in Drenthe en verder alleen op de Veluwe. In Drenthe, in de Schoonloër Strubben, een mengeling van een stukje heide en oud hakhoutbos van niet meer dan een paar hectare, vlogen heel veel bosparelmoervlinders. Maar in 1996 kelderde de populatie naar twaalf exemplaren en in 1997 werden er helemaal geen meer gezien. Waardoor deze ‘crash’ veroorzaakt werd, weten we niet zeker, wel dat kleine geïsoleerde populaties altijd gevoelig zijn voor ziektes of parasieten. Sindsdien zit de bosparelmoervlinder alleen nog op de Veluwe. We kunnen hier twee deelgebieden onderscheiden: een noordelijke en een zuidelijke. Op de Veluwe liggen weliswaar veel routes in het kader van het meetnet vlinders, toch waren er in de jaren negentig maar een paar waar regelmatig flinke aantallen van de bosparelmoervlinder gezien werden. Andere gebieden waren minder gemakkelijk toegankelijk, waardoor deze onregelmatig werden geteld. Samen met het sterk wisselende voorkomen van de bosparelmoervlinder leidt dat ertoe dat we eigenlijk pas vanaf 2001 een representatieve trend voor de twee deelgebieden kunnen berekenen.
We zien flinke schommelingen in aantal, waarbij de pieken van 2005 en 2016 tegelijk plaatsvonden op de Noord- en de Zuid-Veluwe. De middelste piek viel echter op de Zuid-Veluwe in 2011 en op de Noord-Veluwe twee jaar later. Na 2018 lijkt de bosparelmoervlinder verdwenen van de Zuidoost-Veluwe (Imbosch en Veluwezoom). Wat veroorzaakt die enorme schommelingen in aantal bij de bosparelmoervlinder? In Engeland blijkt dat te komen door het bosbeheer, want daar zit de bosparelmoervlinder in hakhout. Hier in Nederland is dat niet de verklaring. Het valt op dat de pieken en dalen synchroon lopen, ook in delen die een heel eind van elkaar af liggen. Dat hangt meer samen met het weer of met een parasietencyclus. Zijn er veel vlinders, dan komen er steeds meer parasieten omdat er volop voedsel is. Hierdoor stort de vlinderpopulatie in en vervolgens ook de parasietenpopulatie omdat er te weinig te eten is. De vlinderpopulatie gaat dan weer groeien.
De laatste paar jaar zijn de aantallen die worden geteld beangstigend laag en dat heeft vast ook te maken met de droogte van de afgelopen jaren. Het dal van nu is wel anders van karakter dan dat van 2007 en 2008. In plaats van verlies van een aantal plekjes binnen een groter gebied, is nu een deel van het verspreidingsgebied verlaten. Hervestiging is dan een stuk lastiger en dit zou op de Zuid-Veluwe weleens structureler van aard kunnen zijn. Samen met studenten wordt nu onderzoek gedaan om te kijken wat we kunnen doen om deze soort weer te laten toenemen.
Het meetnet vlinders is een onderdeel van het Landelijk Meetprogramma Vlinders dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en onderdeel is van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM).
Tekst: Chris van Swaay & Roy van Grunsven, De Vlinderstichting en Martin Poot, CBS
Foto’s: Kars Veling,
Grafiek: Meetnet vlinders (NEM)