Oog voor het originele karakter van het Polferbos in hartje Valkenburg

Bosgroepen
10-SEP-2024 - Midden in Valkenburg ligt het Polferbos, een oud bos gekarakteriseerd door steile hellingen en unieke steilwanden van mergel. Samen met de beheerder lopen we een rondje, om te zien welke maatregelen er nu zijn genomen om de wanden en het bos weer veilig en biodivers te maken.

Zo’n honderd jaar geleden waren deze bossen geen bossen zoals ze er nu uitzien. Het waren open heidegebieden waar schapen graasden. Op de steilere delen van de helling was er wel bos, maar dit was hakhoutbos. Heel laag en dicht bos dus, dat elke tien tot vijftien jaar gekapt werd om het hout vervolgens te gebruiken. Nadat er een einde kwam aan het begrazen met schapen en het hakhoutbeheer, veranderden de hellingen snel. De bomen werden niet meer regelmatig afgezet, en groeiden uit tot flinke bomen. Het gevolg van het uitgroeien van het bos, is dat de mergelsteilwanden door de diepe wortels minder stabiel werden. Daarmee kwam de veiligheid van de omgeving in gevaar. Bij een storm bestond het risico dat de bomen, samen met brokken mergel, van de helling af zouden vallen. 

Op deze oude foto is goed te zien hoe de begroeiing er in het begin van de twintigste eeuw uitzag

Verandering van beheer noodzakelijk

Dion van Staveren is als bosbeheerder vanuit Bosgroep Zuid Nederland betrokken bij dit bijzondere stukje van Limburg: “Je kunt in een wandeling vanuit hartje Valkenburg alles zien.

Anno 2024 was het noodzakelijk om het beheer van het Polferbos anders aan te pakken. In verband met de veiligheid, maar ook om te zorgen voor een meer biodivers bos. De natuurwaarden van het Polferbos stonden namelijk ook onder druk. Het bos was erg donker geworden en exoten hadden steeds meer de plek van de inheemse bomen die er oorspronkelijk groeiden ingenomen. Zo komt in de hellingbossen van nature veel bijzondere voorjaarsflora voor, en groeien er ook bijzondere soorten varens, zoals de stijve naaldvaren. Door het donker worden van het bos en het dikker worden van de strooisellaag, verdwenen deze bijzondere soorten en verloor het bos zijn karakteristieke biodiversiteit. Om dit te voorkomen heeft Bosgroep Zuid Nederland dit Natura2000-gebied in 2024 hersteld, in opdracht van de Provincie Limburg en de gemeente Valkenburg.

Zichtbare effecten van de aanpak

De verschillende maatregelen om de mergelsteilwanden en het bos weer veilig en biodivers te maken, vielen eigenlijk onder drie projecten die in het Polferbos samenkwamen:

  1. In opdracht van de gemeente is er bos weggehaald op de steilwanden om de veiligheid van bewoners te garanderen;
  2. Met LPN/SPUK-steun vanuit de provincie wordt de beheersing van exoten aangepakt;
  3. Begrazing van de steilwanden valt binnen het Natura2000-project van de provincie.

De effecten van het nieuwe beheer en de maatregelen kan je zelf bekijken. In een middagje tijd kun je een compleet rondje maken vanuit hartje Valkenburg. Zo zie je de vrijgemaakte steilwanden, grazende schapen, succesvolle nieuwe aanplant en allerlei voor de streek unieke flora en fauna.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren. Van het rondje Polferbos met Dion van Staveren is een kort filmpje gemaakt (Bron: Bosgroep Zuid Nederland)

Biodiversiteit verhogen

Wie zelf het rondje maakt vanuit startpunt Tivoli, ziet eerst de gevolgen van het beheer dat gericht is op het verhogen van de biodiversiteit. Volgens Dion zijn er twee belangrijke redenen om het bos nu te beheren: “Voor de houtproductie hoeven we het niet meer te doen, want er wordt uit het Polferbos geen hout meer gehaald. We doen het dus om de biodiversiteit te verhogen. We willen dat het bos voor zoveel mogelijk soorten die hier thuishoren ook daadwerkelijk een thuis kan zijn. Aan de andere kant willen we het bos klimaatrobuuster maken, omdat je niet weet waar de toekomst heengaat. Om zo breed mogelijk in te zetten op veel boomsoorten en structuur- en leeftijdsdiversiteit, hopen we dat het bos ook in de toekomst genoeg kracht heeft om overal doorheen te komen.” 

Exoten beheersen

Om plaats te maken voor die inheemse wilde soorten, zijn exoten zoals robinia en Amerikaanse eik gekapt. Dion: “Je kunt niet zomaar hele stukken afzetten. Als je dat doet, schiet de robinia gewoon weer snel de grond uit en dan ben je eigenlijk terug bij af. Dus wat we doen is inheemse soorten eronder planten, zoals autochtone jonge fladderiepen. Die bieden dan een natuurlijk tegenwicht tegen de robinia's. Als de fladderiepen goed zijn aangeslagen, kunnen we met vervolgbeheer de rest van de robinia's afzetten. De fladderiepen kunnen het dan langzaam overnemen.”

In een keer wegkappen van de exoten werkt niet, vandaar dat er telkens stroken robinia en Amerikaanse eik zijn afgezet. In de luwte zijn inheemse soorten geplant

“Als we alles in een keer hadden weggekapt, hadden we te veel licht gecreëerd en dan komen exoten weer snel terug. Als we in plaats van een hele helling alleen banen kappen, dan blijft het bosklimaat behouden en kunnen we in de luwte zoete kers, winterlinde, zomerlinde, gewone esdoorn, haagbeuk en andere inheemse soorten planten. Dat werkt goed. Als je nu door het bos loopt, staat veel van de jonge aanplant er fantastisch bij. Het is opvallend hoe rijk de bodem hier is, en hoe snel alles groeit. Het is nu al heel mooi geworden en het biedt nog veel potentie voor andere soorten die er op natuurlijke weg, via de wind bijvoorbeeld, bij kunnen komen.” 

Mergelwanden vrijmaken

Als je het bos weer uitloopt, kom je bij de steile mergelwanden uit. Boven aan de helling, bij het gedeelte van de Plenkertstraat tussen Polfermolen en Wilhelminalaan, zijn de grote bomen gekapt om de veiligheid van de bewoners onder aan de helling te garanderen. Het struikgewas blijft hierbij staan en het oude hakhoutbeheer wordt weer ingevoerd. Ook langs de Cauberg, tot de oprit naar het casino, zijn de bomen op de helling om dezelfde reden teruggezet. 

Om de veiligheid onder aan de helling te garanderen, zijn de bomen op de steile wanden weggehaald

Dion: “Op de steilwanden stonden allemaal grote bomen. Het deed ook wel een beetje pijn in het hart om die weg te halen, maar de bomen waren door hun hoge leeftijd en de droge zomers van de laatste jaren aan het aftakelen. Hier direct onder ligt een monumentaal kerkje, monumentale villa’s en een heel drukke straat, een mergelgroeve, parkeerplaatsen… dus op zo’n plek moet je toch actie ondernemen. Als je kijkt naar vroeger, dan is deze helling natuurlijk altijd kaal geweest. Omdat in dit gebied ook zeldzame rode kamperfoeliestruiken groeien, zijn we voorzichtig te werk gegaan. De kamperfoeliestruiken, die heel karakteristiek zijn voor mergelsteilwanden, zijn niet beschadigd geraakt. Je ziet nu ook dat kamperfoelie en de verschillende kruiden het hier heel goed doen, omdat ze weer in het licht zijn gezet. Dus je haalt wat weg, maar je krijgt er ook iets voor terug.”

In het gebied zijn bijzondere, zeldzame soorten te vinden, zoals bijvoorbeeld rode kornoelje

Begrazing steilwanden

Op de mergelwanden zijn ook nog rasters geplaatst, om ervoor te zorgen dat schapen en geiten er kunnen grazen. Inmiddels is ook het oude weitje verderop aan de Plenkertstraat, tussen de ingang van het openlucht theater en de Polfermolen, weer opengemaakt en opnieuw omheind. Hier kan nu met behulp van periodieke begrazing met schapen en geiten weer een bijzonder grasland ontwikkelen.

Dion: “Ook hier is het al een heel mooi plaatje geworden, en die doorkijk naar de kasteelruïne is natuurlijk prachtig. Dit is toch wel een van de toplocaties van Nederland. Het Polferbos en die steilwanden er omheen, dat is een uniek gebied om te mogen werken. Hier staan zoveel bijzondere boom- en plantensoorten die je haast nergens anders tegenkomt. Ik vind het echt een cadeautje om deze regio te mogen beheren. Je hebt hier zoveel gradiënten en de natuur is zo weelderig. Ecologisch gezien is het waanzinnig.”

“Het is een mooi plaatje geworden en die doorkijk naar de kasteelruïne is natuurlijk prachtig. Het is een uniek gebied om te mogen werken.”

Tekst: Dion van Staveren & Marrie Hoedelmans, Bosgroepen
Foto’s: Heemkundevereniging Houthem-Sint Gerlach; Marrie Hoedelmans, Bosgroepen