Sierlijke haarbos en zuidelijk eikenuiltje: twee nieuwe nachtvlinders in Nederland
De Vlinderstichting, PWNOp 30 oktober trof boswachter Luc Knijnsberg de Sierlijke haarbos (Ochropleura leucogaster) aan op smeer. Smeer is een zoetige lokstof waar alcohol in zit. Dit ruiken de nachtvlinders van grote afstand en komen erop af om ervan te snoepen. De aanwezige suikers in de smeer geeft hun energie. Energie die ze kunnen gebruiken voor onder andere de voortplanting. Met smeer boots je eigenlijk natuurlijke rijpende vruchten en bessen in de natuur na. De Sierlijke haarbos lijkt erg op de inheemse haarbos (Ochropleura plecta). De onlangs aangetroffen vlinder oogde echter gelijk anders: hij was wat slanker en de opvallende witte lijnen langs de vleugelranden liepen langer door. Ook het tijdstip in het jaar was uitzonderlijk voor een 'gewone' haarbos. Luc verzamelde de vlinder en na raadplegen van andere deskundigen en het internet bleek het inderdaad om de Sierlijke haarbos te gaan. Een soort die nooit eerder met zekerheid in Nederland was gevonden.
Op 9 november vond boswachter Knijnsberg op een met smeer ingesmeerde rasterpaal nabij Bergen aan zee een vlinder die hij niet op naam kon brengen. Het vlindertje leek in eerste instantie op een weidehalmuiltje, maar daarvoor was hij te klein en ook hier week de vliegtijd enorm af. Na flink wat puzzelen op internet en wederom navraag bij andere nachtvlinderdeskundigen bleek het te gaan om het zuidelijk eikenuiltje (Dryobota labecula). Deze zuidelijke soort uit Frankrijk was ook nog niet eerder in Nederland waargenomen. Het is wel een bekende trekvlinder in het zuiden van Engeland. De soort zat er dus wel een beetje aan te komen.
Beide uilensoorten komen normaal gesproken voor in het zuiden en zuidoosten van Europa. De vlinders zijn waarschijnlijk door de toen heersende zuidelijke stroming meegekomen naar Nederland. Van beide vlinders is bekend dat ze zwerfgedrag of trekgedrag vertonen. De sierlijke haarbos werd in 2019 voor het eerst in België waargenomen, met een vervolgwaarneming in 2020. Ook in Engeland, waar over het algemeen meer trekvlinders worden gezien, waren dit jaar relatief veel sierlijke haarbossen aangetroffen, en er wordt zelfs gespeculeerd of de soort daar op sommige plekken geen populatie heeft. Dit jaar, een dag na de waarneming van Luc, werd ook het eerste zuidelijk eikenuiltje voor België gevonden. Deze soort is in Engeland de laatste jaren al algemener geworden en er wordt aangenomen dat deze soort zich daar al voortplant. De aanhoudende zuidenwind in combinatie met het warme weer is mogelijk de oorzaak van de komst van deze zuidelijke nieuwkomers. Zullen deze soorten ook steeds algemener in Nederland worden?
Of het een goed teken is dat er in Nederland zuidelijke soorten opduiken valt nog te bezien. Klimaatopwarming zal hier ongetwijfeld een rol in spelen. Beide soorten en mogelijk ook weer andere zuidelijke soorten zullen naar verwachting in de toekomst vaker opduiken in Nederland. En Luc, die de smaak te pakken heeft, is alweer met zijn smeerpot op zoek naar de volgende nieuwe soorten.
Tekst: Luc Knijnsberg, Boswachter PWN Noord Hollands duinreservaat en Jurriën van Deijk, De Vlinderstichting
Foto’s: Luc Knijnsberg