Voorjaarsuilen herkennen
De VlinderstichtingDe uilen vormen een van de meest soortenrijke families binnen de nachtvlinders, er komen meer dan 300 soorten in Nederland voor. In het (vroege) voorjaar zijn dat er een stuk minder. Nu zijn zo’n tien soorten in een groot deel van het land veel te zien. Binnen die voorjaarsuilen is een tweedeling te maken. Een aantal soorten is al vanaf november aanwezig en die zijn nu, in het voorjaar, ook weer of nog regelmatig te vinden. Tijdens de echte koudeperioden zijn deze verscholen, maar in de iets warmere perioden komen ze tevoorschijn. Het gaat om wachtervlinder, zwartvlekwinteruil en bosbesuil. Maar er zijn ook soorten die pas na de echte winter tevoorschijn komen. Deze waren in die warme periode in februari al actief, maar zullen de komende weken nog steeds en steeds meer te zien zijn. De dennenuil is echt gebonden aan de hogere zandgronden. Deze komt tevoorschijn in maart, maar heeft de piek in april. Het is een bont gekleurde uil waarvan de herkenning niet zo moeilijk is.
Ook de nunvlinder is onmiskenbaar, met een grote gebogen zwarte vlek in de vleugels. De vijf andere voorjaarsuilen zijn wat lastiger. Binnen een soort bestaat ook nog variatie en dat maakt herkenning niet altijd even gemakkelijk. De dubbelstipvoorjaarsuil is variabel van kleur, maar de twee duidelijke zwarte vlekjes, waaraan de soort de naam te danken heeft, zijn altijd aanwezig. Voor andere voorjaarsuilen kijk je vooral naar de grootte, vorm en kleur van de zogenaamde uilvlekken. Al die uilen hebben een niervlek, die vaak ovaal tot niervormig is, en een kleinere ronde ringvlek. Bij de tweestreepvoorjaarsuil (leadfoto), die redelijk verspreid over het land voorkomt, zijn deze groot en lichtomrand. De kleine voorjaarsuil heeft een opvallend smalle niervlek en zo zijn er een aantal kenmerken waardoor de voorjaarsuilen uit elkaar te houden zijn. Deze kenmerken vindt u op een herkenningskaart (pdf; 1,1 MB), gratis te downloaden op de website van De Vlinderstichting. Op deze kaart staat ook een recept voor stroop, waarmee de vlinders gelokt kunnen worden.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting