Het geheime nachtleven van de ruige dwergvleermuis in havengebied Moerdijk
Provincie Noord-BrabantDe ruige dwergvleermuis is een klein diertje dat “zo groot is als een duim, maar met uitgespreide vleugels lijkt hij wel wat,” lacht Roland Jan Buijs, ecoloog bij het Havenbedrijf Moerdijk. Tussen augustus en eind oktober nemen ze bezit van de bomen op en rond haven- en industriegebied Moerdijk. Daarna vliegen ze door om ergens te overwinteren. “Het is een mysterieus beestje. We weten niet precies waar hij overwintert. Ooit vonden we in de buurt van Rotterdam een diertje dat was geringd in Letland. En tijdens migratie worden op de Noordzee ook soms ruige dwergvleermuizen waargenomen. Hun natuurlijke habitat ligt in Noord- en Oost-Europa, daar vliegen ze in het voorjaar naartoe. Maar aan het einde van de zomer komen ze steeds massaler naar Moerdijk.”
Baltsroep
“De mannetjes bezetten een boom, en maken de hele nacht geluid. Met hun baltsroep lokken ze vrouwtjes om te paren. Dat doen ze met zoveel mogelijk vrouwtjes. De vrouwtjes doen daar graag aan mee, en laten zich door meerdere mannetjes bevruchten. Daarmee houden ze een proces in stand om het beste zaad toe te laten bij hun eitjes,” legt Roland Jan uit.
Moeilijk hoorbaar
De roep van de vleermuizen is voor een vleermuis heel goed hoorbaar, maar voor een mens is dat lastiger. Roland Jan: “De ruige dwergvleermuis roept op een ultrasone frequentie van ongeveer 35 tot 50 kilohertz. Elke vleermuissoort heeft overigens zijn eigen frequentie, waardoor je ze gemakkelijk uit elkaar kunt houden. De gewone dwergvleermuis roept op dezelfde frequentie als zijn ruige soortgenoot. Maar de rosse vleermuis roept bijvoorbeeld op ongeveer 20 kilohertz. Te hoog voor menselijk gehoor, maar de baltsroep kunnen we soms wel horen. Het klinkt voor ons een beetje sprinkhaanachtig. Als je ouder wordt, heb je als mens minder trilhaartjes in je oren en wordt het steeds moeilijker om de vleermuis te horen.”
Roland-Jan Buijs laat met de bat-detector horen dat er vleermuizen fourageren op industrieterrein Moerdijk, september 2020
Nuttige dieren
De ruige dwergvleermuis is, net als zijn soortgenoten, een nuttig zoogdier. “In één nacht vangt hij tot wel zeshonderd insecten,” legt Roland Jan uit. “Ze eten van alles. Ze kunnen echt elk insect vangen dat langs komt vliegen. Daar zijn ze niet al te kieskeurig in. Ze vangen waarschijnlijk zelfs de vervelende tijgermug, die door klimaatverandering naar het noorden uitbreidt. Tijgermuggen zijn echte plaaginsecten voor de mens, omdat ze de knokkelkoorts kunnen verspreiden. Vleermuizen worden soms negatief bejegend, juist omdat ze erg goed tegen besmettingen en gevaren van buitenaf bestand zijn. Ze worden er niet ziek van, maar vangen wel voor ons vervelende muggen en andere soorten weg.”
Kraamkolonies
Na de bevruchting vliegen de zwangere vleermuizen naar hun overwinteringsplek. In het voorjaar komen ze weer terug naar Moerdijk. “Dan blijven ze niet zo lang als in het najaar,” weet Roland Jan. “Ze vliegen dan al snel door naar Noord- en Oost-Europa, waar de vrouwtjes met grote groepen bij elkaar kraamkolonies inrichten. De jongen worden er geboren en opgevoed. De mannetjes doen er niet zoveel aan. In het najaar komen ze met z’n allen weer naar ons.”
Mysterie
De migratie van de ruige dwergvleermuis is vooralsnog een mysterie. “We weten niet precies waar de ruige dwergvleermuis naartoe gaat als hij ons havengebied verlaat om ergens de winter door te kunnen brengen. Logisch lijkt Frankrijk of onze zuiderburen. Maar het zou ook zomaar Engeland kunnen zijn.” Roland Jan Buijs verbaast zich elk najaar over de steeds groter wordende populatie vleermuizen die in het gebied komt pauzeren. “Het havengebied Moerdijk ligt aan het Hollands Diep en is daarmee een belangrijke plaats op de migratieroute van de ruige dwergvleermuis. Vele dwergvleermuizen nestelen zich in de bomen op en rond het industrieterrein. Ze zijn met zoveel dat veel bomen met gaten, kieren en spleten een vleermuis hebben. Soms nemen ze genoegen met een plekje in een autobandenopslag, of een andere rustige plaats waar ze niet worden gestoord en droog en windvrij zitten.”
Tijdelijke natuur
Mede door de aanwezigheid van de ruige dwergvleermuis heeft het haven- en industrieterrein Moerdijk een Gebiedsgerichte Aanpak Natuur (GAN). Zo’n 57 hectare van het havengebied is braakliggend, in afwachting van gebruik door de industrie. Roland Jan: “Vroeger was men bang voor beschermde soorten en werden deze preventief geweerd. Door de regeling ‘tijdelijke natuur’ kunnen we het gebied toch natuurlijk inrichten en soorten stimuleren. Als de grond nodig is voor de industrie verplaatsen we eventueel aanwezige bijzondere soorten. Zo hebben populaties de kans om robuuster te worden zonder de economie te hinderen. We hebben hiervoor bijvoorbeeld meer dan veertig vleermuiskasten in niet-uitgeefbare gebieden geplaatst.”
Tekst: Annelies Cuijpers, provincie Noord-Brabant
Foto's: Beeldbank provincie Noord-Brabant; Marcel Klootwijk; Suzanne Halters