Verdwijnt de hermelijn uit Nederland?
ZoogdierverenigingDe hermelijn (Mustela erminea) en de wezel (Mustela nivalis) zijn de kleinste marters die in Nederland voorkomen. De hermelijn verruilt zijn bruine zomervacht in de herfst voor een kenmerkende witte mantel. Verder is er weinig bekend over deze diersoorten vanwege hun ‘onzichtbaarheid’. Hermelijnen zijn vooral ’s nachts vindbaar. Ze zijn ook wel overdag actief, maar zitten dan veelal in de dekking. Het is dan ook heel lastig om deze diersoorten te onderzoeken.
Desalniettemin maken ecologen zich al jarenlang zorgen over de kleine marters. Het ‘gevoel’ zegt dat het niet goed kan gaan met deze soorten. De hermelijn is bijvoorbeeld in grote mate afhankelijk van konijnen als voedsel, maar het is bekend dat de aantallen konijnen flink gedaald zijn door verschillende virussen. De wezel is meer een muizeneter; deze soort is afhankelijk van kleinschalige landschapselementen. In jaren met een muizenplaag, zoals recent nog in Friesland, profiteert de wezel direct. Veldmuisplagen zijn echter een schaars fenomeen geworden. Voor de wezel vormen huiskatten bovendien een extra bedreiging. Het is bekend dat huiskatten met enige regelmaat een wezel, en soms ook een hermelijn, vangen (pdf: 6,0 MB). Het zou voor kleine marters dan ook beter zijn als huiskatten binnen gehouden worden, wat volgens de Europese natuurwetgeving bovendien (indirect) verplicht is.
De achteruitgang in verspreiding
De achteruitgang van hermelijn en wezel is zonder gericht onderzoek lastig te onderbouwen, maar verspreidingsdata verzameld binnen citizen-scienceprojecten geven wel enigszins inzicht in hoe het ervoor staat met de deze soorten. Hierbij gaat het met name om losse waarnemingen die zijn doorgegeven aan de Zoogdiervereniging, de NDFF of websites als Waarneming.nl en Telmee.nl.
Een vergelijking van de verspreiding van de hermelijn en de wezel in de periode 2000 tot 2014, met de laatste vijf jaar (vanaf 2015) laat duidelijk zien dat in de laatste vijf jaar de hermelijn in grote delen van Zeeland, Noord-Brabant, Limburg, Gelderland, Overijssel, Flevoland en Drenthe zeer schaars is geworden, of feitelijk is verdwenen. Met name in weidevogelgebieden zijn nog hermelijnen te vinden, evenals in het waterbergingsgebied De Onlanden op de grens van Groningen en Drenthe, en in Zuid-Limburg. In Zuid-Limburg lijkt een verband met de hamsterleefgebieden en het daar gevoerde natuurbeheer voor de hand te liggen.
De verspreiding van de wezel in Nederland is op landelijke schaal niet heel sterk gewijzigd, al lijkt ook de wezel wat ‘schaarser’ te worden. Het ziet ernaar uit dat de wezel in het huidige Nederlandse landschap nog voldoende ruimte en voedsel weet te vinden om zich te handhaven, maar het is zeker niet alledaags om een wezel te zien lopen.
Provinciaal beleid
De mogelijke achteruitgang van kleine marters is niet onopgemerkt gebleven. Daarom hebben verschillende provincies de soort van de provinciale vrijstellingslijsten afgehaald. Dit betekent dat bij ruimtelijke ontwikkelingen expliciet naar het voorkomen van deze soorten gekeken moet gaan worden. In geval van aanwezigheid moeten er maatregelen genomen worden om het effect op deze soorten, hun habitat en hun verblijfplaatsen te mitigeren en te compenseren. In de volgende provincies zijn de hermelijn en wezel van de vrijstellingslijst gehaald: Noord-Brabant, Noord-Holland, Zeeland en Gelderland. Vanaf 1 december zullen de hermelijn en de wezel ook in Overijssel van de lijst gehaald worden. De provincie Overijssel heeft dat moment aangegrepen om een specifieke brochure te maken over bescherming van egel, bunzing, hermelijn en wezel in Overijssel.
Een gezond landschap helpt hermelijn en wezel
Om de hermelijn en wezel te kunnen steunen met maatregelen zijn inmiddels diverse artikelen en brochures verschenen. De Werkgroep Kleine Marterachtigen van de Zoogdiervereniging heeft in 2017 in het tijdschrift Zoogdier een artikel gepubliceerd over hoe de leefomgeving van kleine marters kan worden verbeterd. Ook is er een brochure beschikbaar waarin staat welke maatregelen genomen kunnen worden om de leefomgeving van kleine marters te verbeteren.
Het is te hopen dat alle aandacht voor hermelijn en wezel ook in de praktijk zal gaan leiden tot een betere bescherming van de kleine marters, en dat er meer maatregelen genomen zullen gaan worden voor deze soorten. In een gezond landschap met een goede basiskwaliteit horen kleine marters gewoon thuis.
Tekst: Maurice La Haye, Zoogdiervereniging & Jeffrey Peereboom, Werkgroep Kleine Marterachtigen van de Zoogdiervereniging (WKM)
Foto's: Dick Klees, Studio Wolverine (leadfoto: hermelijn met prooi (volwassen konijn)); Wim Smeets
Kaarten: Zoogdiervereniging/NDFF; Zoogdiervereniging/WKM