dagpauwoog en roesjes overwinterend

Vlinders binnen? Zet ze buiten!

De Vlinderstichting
11-NOV-2019 - Hoewel er zo nu en dan nog wel een vlinder wordt gezien, zoals atalanta en oranje luzernevlinder, is het vlinderseizoen wel echt over. De laatste vlinders proberen zich nog succesvol voort te planten, maar de meeste zijn of gaan nu in winterrust. Een paar doen dat als vlinder en kiezen daarvoor soms een kelder of zolder uit. Die kun je nu dus binnenshuis aantreffen; geen goede zaak!

Dagpauwogen overwinteren ook wel binnenshuis, maar als het daar warm wordt is dat dodelijkVerreweg de meeste dagvlinders overwinteren als ei, rups of pop. Iedere soort heeft zijn eigen strategie en er zijn maar weinig soorten die op verschillende manieren de winter kunnen overleven. Ze hebben voor een strategie gekozen (of ei, of rups, of pop of vlinder) en kunnen daarmee optimaal de ongunstige, koude periode overleven. De atalanta is een twijfelgeval, want die trok vroeger altijd weg naar het zuiden, maar de laatste tijd blijven er in de winter ook steeds exemplaren hier. Bij niet te koude winters overleven ze dat ook. De andere vlinderoverwinteraars kunnen heel goed tegen de kou. Sterker nog: voor deze is juist warmte een bedreiging. Twee vlinderoverwinteraars, gehakkelde aurelia en citroenvlinder, kruipen weg onder takkenbossen of in groen blijvende struiken zoals klimop en coniferen. Daar zoeken ze een wat beschut plekje en maken ze zich klaar voor de winter. Ze zetten hun spijsvertering op een heel laag niveau, halen vocht uit hun lichaam en maken een soort antivries aan. Dit alles zorgt ervoor dat ze een graad of tien tot vijftien vorst heel goed kunnen overleven.

Ook roesjes kunnen in huizen een overwinteringsplaats zoekenOok dagpauwoog en kleine vos overwinteren als vlinder, maar deze zoeken daarvoor ook regelmatig plekjes in bebouwing. Dat kunnen kelders of zolders zijn, maar ook schuurtjes en hokken met openhaardhout. Ook nachtvlinders, zoals het roesje, kun je daar aantreffen. Ze zitten natuurlijk niet alleen in menselijke bouwsels maar ze kunnen ook in holle bomen prima de winter doorbrengen. In huizen hebben ze te maken met een extra probleem. De kou is daar geen punt, maar juist de warmte kan desastreus zijn. Ze gaan eind oktober, begin november in winterslaap. Maar nu het buiten kouder wordt, zullen we steeds meer gaan stoken. Dan zijn die plekken die tot voor kort donker en koel waren opeens warm en dat betekent dat de winterslaap wordt onderbroken. Het ‘ontwaken’ uit die slaap is echter een proces dat heel veel energie kost. Dat betekent dat de vlinders uitgeput raken en het voorjaar niet zullen halen.

 

Als je vlinders wilt verplaatsen, neem ze dan tussen wijs- en middelvingerHet is dan ook het beste om vlinders die je nu in huis vindt voorzichtig op te pakken en naar een koude, in ieder geval onverwarmde, plek te zetten. Dat oppakken kun je het best doen met de dichtgeklapte vleugels tussen wijs- en middelvinger (waarmee je het V-teken maakt). Dan kun je ze stevig vastpakken zonder dat je ze beschadigt of veel van hun schubben op je vingers krijgt. Wegzetten doe je het best op een koude, maar wel beschutte plek, bijvoorbeeld in een schuurtje of onder een afdak. Ook in die vlinderoverwinteringskastjes, die erg veel verkocht worden, maar nauwelijks gebruikt door vlinders, kun je de vlinder weg zetten. Zo hebben ze de kans komend voorjaar weer tevoorschijn te komen en zich voort te planten.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting